Terug naar donderdag 18 januari. Toen werd door Fons van den Brande in samenwerking met de VI het congres ‘Trainen we nog wel hard genoeg’ georganiseerd. In de landelijke voetbalmedia kreeg dit congres genoeg aandacht mede door aanwezige prominenten zoals Martin Jol, Bert van Marwijk, Peter Hyballa en Gert-Jan Verbeek.
Ruim 20 experts hadden zich verzameld om het fysieke component van het Nederlands voetbal maar eens goed onder de loep te nemen. In deze column zal ik, Nils Thorner – personal trainer -, ingaan op een paar besproken thema’s die ook voor de clubs in de Bollenstreek interessant kunnen zijn: zoals bijvoorbeeld het afschaffen van beloftenploegen.
Sinds de instroming van beloftenteams is er al discussie. Het is competitievervalsing of niet aantrekkelijk voor het publiek of het heeft niets te maken met amateurvoetbal. Maar wordt de kwaliteit van het Nederlandse voetbal er eigenlijk beter van? Gert-Jan Verbeek nam het woord.
Prikkel
Op de vier beloftenploegen in de Jupiler League na, heeft niemand er wat aan. Justin Kluivert (Ajax) kon bijvoorbeeld rijpen op een redelijk niveau om daarna geleidelijk in het eerste elftal gepast te worden, maar hoeveel spelers van ‘zijn’ Jong Twente waren er nou doorgestroomd? Het niveauverschil tussen de Derde Divisie en Eredivisie is te groot. Daarnaast is het profvoetbal niet te vergelijken met het amateurvoetbal. Hij vatte het samen als de tijgers tegen de ijsberen.
‘Veel jeugdspelers worden al op jonge leeftijd gescout door clubs, ook zeker in de Bollenstreek, om op volwassen leeftijd weer op het ‘oude’ nest terug te keren.’
De talentvolle spelers van (Jong)Twente zitten gewoonweg op de bank bij de eerste selectie. Daardoor kunnen zij niet meespelen bij Jong Twente, maar nog belangrijker volgens Verbeek, daardoor krijgen zij ook geen of een geringe wedstrijdprikkel. Dat is de belangrijkste prikkel in de week voor de ontwikkeling van een talent.
Verbeek opperde om de leeftijd van de A-junioren op te krikken naar 21 jaar. Zo kunnen jonge talenten van zeventien wennen aan een hogere wedstrijdintensiteit en vormt het ook een vangnet voor ‘laatbloeiers’ die nu na de a-junioren buiten de boot zouden vallen. Dit doen we dan ook gewoon weer in een normale beloftencompetitie daags na de wedstrijd van het eerste elftal volgens Verbeek.
Wilde weg scouten
De mening van de Bollenstreek-clubs in deze kwestie is al geruime tijd duidelijk, al heeft dat wellicht ook met het eigen belang te maken. Tegen ploegen als Jong Ajax, PSV of AZ hebben we weinig kans, al zouden deze ploegen wellicht nog toeschouwers opleveren. Daarentegen zit natuurlijk niemand op zaterdagmiddag te wachten op Jong Almere City thuis.
Een ander interessant thema sneed Michele Santoni aan, ex-video analist en assistent trainer bij o.a. Ajax en Inter Milaan. Tegenwoordig is Santoni werkzaam bij Cagliari. Veel jeugdspelers worden al op jonge leeftijd gescout door clubs, ook zeker in de Bollenstreek, om op volwassen leeftijd weer op het ‘oude’ nest terug te keren. Het kost de profclubs niks en zij kunnen in het wilde weg scouten.
‘Reboot’
Santoni haalde aan dat er in Italië pas vanaf 12 jaar contact gelegd mag worden door profclubs met jeugdspelers, daarnaast dienen de profclubs de amateurclub meteen een bedrag over te maken. Dit heeft tot het gevolg dat er zorgvuldiger gescout wordt, maar ook dat de amateurclubs er iets aan verdienen of dat de profclubs intensiever samenwerken met amateurclubs.
Peter Hyballa haakte in en haalde het belang van regionale opleidingscentra aan. Tijdens de ‘reboot’ van het Duitse Voetbal werden er regionale opleidingscentra opgezet om de talenten beter in kaart te kunnen brengen maar ook om de regionale trainer bij te scholen. Martin Jol zag dit wel zitten. Die had het naar eigen zeggen altijd prima naar zijn zin in het ‘Haagse’ elftal.
‘Regionale centra zullen al snel lijken op gefuseerde jeugdopleidingen, waar trots en traditie als boosdoener op de loer ligt.’
Een aantal thema’s dat wellicht in de toekomst ook voor de Bollenstreek interessant kunnen worden. De implementatie van de ideeën zullen allemaal een stuk gecompliceerder liggen. De voetbalpiramide zal nog even zo blijven, zo heeft Feyenoord laatst zelfs aangegeven om in te willen stromen.
Oplossingen
Regionale centra zullen al snel lijken op gefuseerde jeugdopleidingen, waar trots en traditie als boosdoener op de loer ligt. Daarnaast is Nederland niet te vergelijken met Duitsland wat betreft het aantal actieve voetballers waardoor de kans om een talent over het hoofd te zien ook kleiner wordt. Wellicht hebben we juist teveel profclubs in het Nederlandse voetbal?
De oplossing is niet voor de hand liggend maar de veranderingen bij de KNVB kunnen ook wel degelijk een (positieve) impact hebben bij op de Bollenstreekclubs in mijn ogen.
Tekst: Nils Thorner
Nils Thorner is oud-voetballer van FC Lisse. Inmiddels is hij personal-trainer bij Body-Up. Sinds dit seizoen (2017/2018) is hij actief betrokken bij de technische staf van FC Lisse. Als personal-trainer maakt Thorner zich druk om de fysieke gesteldheid van voetballers. Zo helpt hij spelers fitter te worden of te revalideren. Ook het mentale aspect trekt de aandacht van Thorner.
Lees ook: ‘Column: waar had hij kunnen spelen als..’