Na het afscheid van Mike van Dam is Sten Goosen dit seizoen de nieuwe aanvalsleider van SJC. De Noordwijkers staan op een hele fatsoenlijke vierde plaats en maakten in tien duels vierentwintig goals. Daarvan werden er echter nul gemaakt door de spits. ,,Het knaagt niet, maar ik zou liegen als ik zou zeggen dat ik er niet van baal.”
Goosen is 25 jaar en bijna klaar met zijn opleiding luchtvaartlogistiek aan de hogeschool van Amsterdam. Bijna zijn hele voetballeven was hij centrale verdediger, tot een jaar geleden. ,,Ik speelde in het tweede van SJC. Het is zo stom om op je 24e al te zeggen: het was een sleur. Maar er zat voor mij niet veel uitdaging meer in het spelen als centrale verdediger.”
Zijn toenmalige trainer zette hem in de spits, en dat beviel de Noordwijker wel. ,,Voor die tijd had ik misschien ooit een enkele wedstrijd in de spits gespeeld. Achterin ging het altijd wel lekker, maar ik verloor een beetje de motivatie.” Die heeft hij nu als spits in het eerste helemaal terug.
Wie dit seizoen de voorbeschouwingen op het zondagvoetbal leest, ziet bij SJC vaak termen staan als ‘met ups en downs’ en ‘wisselvallig’. Goosen beaamt dat het niet altijd gaat zoals gewenst. ,,Dat het een seizoen is met ups en downs klopt wel. Kijk, de uitslag geeft niet altijd het wedstrijdbeeld weer. Zo hebben we drie keer gelijkgespeeld, en al die wedstrijden hadden we eigenlijk moeten winnen.”
Maar dat het voetbal niet altijd goed (genoeg) is, geeft de aanvaller zelf ook toe: ,,Ja, het is ook makkelijk gezegd, natuurlijk. Ik denk dat we dit seizoen nog geen drie echt goede wedstrijden achter elkaar hebben gespeeld. Het moet constanter.”
Titelaspiraties heeft SJC dan ook niet. Coach Kees Zethof liet dat zondag al weten: ,,Wij persen ons niet in een doelstelling. We gaan met de kerst kijken hoe het ervoor staat.” Sten Goosen betreft een prima zienswijze. ,,De coach is hier vanaf het begin heel duidelijk in geweest. We spelen gewoon iedere wedstrijd om te winnen. Ik zie het nut niet van doelstellingen. Als je het uitspreekt, leg je jezelf toch druk op. En wat als het dan niet lukt?” Dat laat niet onverlet dat Goosen, zoals iedere sporter, zo hoog mogelijk wil eindigen. ,,Ik ben wel benieuwd hoe lang Boshuizen (de huidige nummer één met slechts één nederlaag, red.) het volhoudt. Die lijken nu onstopbaar. Dus nee, ik ga niet roepen: ‘wij gaan kampioen worden’.
Gevraagd naar zijn dry spell blijft Goosen goedgemutst. ,,Ja, ik heb er nul gemaakt in de tien wedstrijden tot dusver. We scoren genoeg, dus ik baal er wel van. Ik zeg altijd: ‘als we winnen en ik scoor niet, is het ook goed.’ Maar goed, als spits wil ik gewoon doelpunten maken.”
Dat hij drie keer een doelpunt afgekeurd zag worden helpt natuurlijk ook niet: ,,Over eentje twijfel ik, maar die andere twee waren zeker onterecht.” Maar ondanks het gebrek aan doelpunten blijft zijn trainer hem dus opstellen. Goosen: ,,Ik heb het er eerlijk gezegd nog niet met de trainer over gehad. Ik heb het idee dat hij vertrouwen blijft houden. Het is niet zo dat hij heeft gezegd ‘je moet nu gaan scoren anders stel ik je niet meer op’.” Om eraan toe te voegen: ,,Kennelijk doe ik het voetballend wel goed.”
Tor-instinct
De vraag dringt zich op of een geboren verdediger wel spits kan worden. ,,Vorig seizoen, toen we kampioen werden met het tweede, scoorde ik geloof ik 11 goals. Ook niet echt veel. Kevin Barkel, die nu ook in het eerste speelt, maakte er vanaf de flank 18 of 19.”
Dus wellicht is hij niet het type goalgetter die ze er aan de lopende band inlegt? Goosen zelf: ,,Nee, dat echte Tor-instinct ontbreekt misschien wel een beetje. Ik ben toch meer een aanspeelpunt en aangever. Ik ben van huis uit geen spits en leer nog steeds bij. Ik werk daar ook met de trainer veel aan. Hoe ik vrij moet lopen, wat mijn looplijnen moeten zijn.”
Bang dat hij nog veel langer droog blijft staan is Goosen niet. ,,Het is mijn eerste seizoen in de Eerste Klasse en het gaat steeds beter. Als ik niet ga forceren en mijn best blijf doen, ga ik heus binnenkort wel scoren.”
Tekst: Stefan Rijnders
Foto’s: Johanna Wever