In de rubriek Vergeten Verleden duikt Leo Schrama in de historie en reconstrueert hij bijzondere verhalen uit het regionale amateurvoetbal. In deze aflevering de ontwikkeling(en) van de voetbalcomplexen in de gemeente Katwijk.
Het aantal vernieuwde sportaccommodaties is het afgelopen decennium in de Bollenstreek flink toegenomen. Recente voorbeelden hiervan zijn De Zanderij in Hillegom en de Noordwijkse Duinwetering. De grootste voetbalgemeente in deze regio is Katwijk, dat vijf verenigingen telt die zonder uitzondering op goed amateurniveau uitkomen. De betreffende accommodaties zijn er ook naar. Dat is echter niet altijd zo geweest.
Voordat Katwijk op 1 januari 2006 met de gemeenten Valkenburg en Rijnsburg fuseerde telde het drie voetbalclubs. FC Rijnvogels was bijna twee jaar eerder ontstaan na de fusie tussen KRV en MVKV. Nieuw Zuid en De Krom, de thuishavens van Quick Boys en Katwijk, waren op dat moment al voetbalbastions van naam en faam. Ruim een halve eeuw geleden lag dat echter heel anders.
Quick Boys verhuisde medio 1955 naar Nieuw Zuid, waar het een voor die jaren ultramodern sportpark in gebruik nam, Dat was de eerste vingerwijzing richting de hedendaagse sportcomplexen. VV Katwijk verhuisde hierdoor van het zeer provisorische terrein aan de Nieuwe Duinweg naar de Piet Heinlaan, om zich daar te vestigen op de twee door Quick Boys achtergelaten speelvelden. Met op dat complex een tweetal houten opstallen. Waar het grote Quick Boys in de fraaie duinpan zich doorontwikkelde tot een zaterdaggrootmacht, diende het (toen nog) kleine vv Katwijk zich te behelpen met vier (houten) kleedkamers en een eveneens uit hout opgetrokken verkooppunt, voorzien van een klapluik. Een kantine avant la lettre. Twee grote zinken spoelbakken inclusief een aantal kranen dienden om de spelers enigszins gereinigd huiswaarts te laten keren. Achter deze opstallen was er nog plaats voor een openluchttoilet. Deze situatie duurde tot 1965, waarna de oranjehemden eerst op de Helmbergweg en later vanaf 1985 op De Krom aan hun grote inhaalslag begonnen. Zowel in sportief opzicht als op accommodatiegebied.
In Katwijk aan den Rijn timmerde Katwijkse Rijnvogels (KRV) al sinds 1933 aan de weg, zij het op bescheiden schaal. De van oudsher op katholieke leest geschoeide vereniging speelde op zondag. In het deels katholieke Katwijk aan den Rijn vormde dat geen probleem, ook omdat de activiteiten van de club op een plek plaatsvonden die zo goed als aan het oog waren onttrokken. Voor het protestant-christelijke Katwijk aan Zee was dat een geruststellende gedachte. Piet van Kampen kent de club al vanaf zijn jongste jeugd. Momenteel vult Van Kampen zijn dagen gedeeltelijk als PR-functionaris van FC Rijnvogels. Toch staat het sportcomplex achter het huidige Verpleeghuis De Wilbert nog altijd op zijn netvlies gebrand.
Roestbruine kleur
,,KRV speelde daar al sinds de oprichting in 1933. Dat duurde tot aan de verhuizing in 1964. Het terrein met twee velden lag achter het Missie College aan de Sandtlaan, of wel het Heerenschoolbos. Parkeren daar was praktisch onmogelijk. Iedereen kwam lopend of met de fiets en alleen voor bezoekende clubs waren er enkele parkeerplaatsen gereserveerd. Het terrein bereikte je via een smal zandpad vanaf de Sandtlaan. Eenmaal gearriveerd trof je twee kleedkamers en twee velden aan. Een douche kenden we alleen uit verhalen. Door middel van een handpomp werd er water uit een reservoir naar boven gehaald. Ik herinner me dat de eerste liters altijd een roestbruine kleur hadden. Maar goed, je kon je in een betonnen bak toch een beetje wassen.”
Tijdens de Tweede Wereldoorlog viel het doek voor de KRV-kleedkamers. Er diende immers gestookt te worden in de barre winter van 1944-1945. Een foto getuigt daar nog altijd van. Van Kampen: ,,Dat is later weer goed gekomen. Het werd weer hetzelfde knusse terrein als voorheen. KRV pendelde destijds tussen de Eerste en Tweede Klasse LVB. Afdelingen die we vandaag als de Vijfde en de Zesde Klasse bestempelen. Ik herinner me nog goed dat we de wedstrijdballen vooraf bij vice-voorzitter Gerrit Klinkenberg moesten ophalen. Om ze na afloop weer bij hem in te leveren. Als aspiranten en junioren dienden we de netten zelf op te hangen en kwam het voor dat we eerst de koeienvlaaien moesten opruimen, omdat er doordeweeks vaak koeien op de velden liepen.”
Kort na haar oprichting woonde Katwijk, toen nog ASV geheten, tot tweemaal toe in aan de Sandtlaan, tot het eind jaren veertig weer naar ‘zee’ verkaste. Voor KRV duurde het verblijf achter de Heerenschool nog vijftien jaar. Van Kampen: ,,In 1963, ons laatste seizoen aan de Sandtlaan, bleef er slechts één veld over. De grond werd bouwrijp gemaakt voor de uitbreiding van De Wilbert omdat de paters Franciscanen uit Katwijk vertrokken. Het Missie College werd definitief verbouwd en uitgebouwd naar het thans bestaande verzorgingsthuis. Na ons vertrek kregen we eerst twee seizoenen onderdak bij vv Katwijk, dat toen destijds net aan de Helmbergweg voetbalde.”
Heftige discussies
Voor het zover was moest er nog wel het nodig water door de Oude Rijn stromen, weet Van Kampen. ,,Dat leverde in de gemeenteraad de nodige discussies op. De zondagclub lag niet echt in de harten van een aantal Katwijkse bestuurders. Het ging er heftig aan toe.” Daar is niets teveel mee gezegd. Er werd zelfs uit B&W gelekt richting de plaatselijke Kerkenraad over het voorgenomen besluit om voetbal op zondag in Katwijk aan Zee toe te staan. Het argument dat ook de tennisbaan, het kampeerterrein en het strand op zondag geopend waren, bleek uiteindelijk een goede.
Vervolgens werd voor KRV in 1968 een sportterrein op de Kooltuin gevonden. Daar verleende het op haar beurt de eerste twee jaren gastvrijheid aan het pas opgerichte Valken ’68. De politieke storm was gaan liggen. Voor de club van voorzitter Kees van Kesteren, die ‘zijn’ KRV decennialang als voorzitter diende, betekende het tien jaar later na de overstap naar het zaterdagvoetbal het begin van een ongekende opmars. Zijn zoon Niek Jan nam eind vorige eeuw de voorzittershamer van senior over waarna onder zijn leiding de successen zich aaneen bleven rijgen. Van Kampen: ,,Begonnen op een bescheiden accommodatie op De Kooltuin is deze in de loop der jaren uitgegroeid tot wat het nu is. Een complex dat minimaal Hoofdklasse-waardig is.”
Dat geldt ook voor de overige vier overige sportparken in Katwijk. Daar is multifunctionaliteit anno 2016 de gewoonste zaak van de wereld.
Foto: Kooltuinstrijders