Op het eerste gezicht lijken de verhalen haaks op elkaar staan, want beide partijen hebben een andere visie en gebruiken andere argumenten. Maar de waarheid ligt, zoals zo vaak, in het midden. Robbert de Ruiter en Cerilio Cijntje zijn eigenlijk gewoon geen fan(s) van elkaar. ,,Ik denk dat het voor alle partijen het beste is dat de wegen scheiden”, vertelt De Ruiter. ,,Cerilio mist vertrouwen van mijn kant, maar hij heeft mij juist nooit kunnen overtuigen dat hij een enorme aanwinst was of een vaste waarde had moeten zijn.”
Cijntje kwam afgelopen zomer over van Odin ’59 en verlengde kort na de winterstop zijn contract. Na een moeizame tweede seizoenshelft deed hij vrijdag, daags voor de return tegen Staphorst, het verzoek om zijn contract te laten ontbinden. Lisse besloot uiteindelijk akkoord te gaan en de contractverlenging te vernietigen.
,,Ik kan mij niet vinden in de werkwijze van de trainer en heb daardoor steeds minder vertrouwen in hem gekregen”, legt de vleugelaanvaller desgevraagd uit. ,,Het komt erop neer dat ik het geloof heb verloren om er volgend seizoen een goed jaar van te maken.”
‘Kleine, vervelende dingen’
Cijntje verwijt De Ruiter een gebrek aan (goede) communicatie. ,,Een voorbeeld is dat ik in de eerste wedstrijd tegen Staphorst in de basis mocht starten, en dat een aantal dagen van tevoren te horen kreeg zodat ik me kon voorbereiden. Voor de return zat ik zonder tekst en uitleg opeens niet bij de selectie. Er is mij ook nooit goed duidelijk gemaakt op welke positie ik me moet richten. Het zijn allemaal kleine dingetjes, en het klinkt misschien kinderachtig, maar meerdere van die kleine dingetjes maken het vervelend.”
Een gesprek met De Ruiter zette volgens Cijntje ook geen zoden aan de dijk. ,,We hebben het erover gehad en gesproken, maar ik ben ook geen type dat zegt: ‘u moet het zo en zo doen’. Ik besef ook dat het niet makkelijk is om trainer te zijn. Ik hoef ook geen klik met een trainer, maar ik houd wel van duidelijkheid.”
De Ruiter vindt dat Cijntje het bij zichzelf moet zoeken en simpelweg te weinig heeft laten zien. ,,Cerilio heeft heel vaak vanaf de zijkant mogen invallen, maar dan bracht hij niets extra’s. Dan heb je twee opties: je laat hem in de basis starten of je neemt hem niet mee. Die wedstrijd tegen Staphorst was de enige keer dat ik geen tekst en uitleg heb gegeven. Dat kwam enerzijds omdat we pas op donderdagavond met de technische staf de wedstrijdselectie bepaalden. Ik heb toen gezegd: jongens die tekst en uitleg willen kunnen dat krijgen, maar pas na de wedstrijd tegen Staphorst. Dat ga ik niet voor de belangrijkste wedstrijd van het jaar doen. Cerilio heeft daar vervolgens zijn conclusies uit getrokken.”
‘De Sjaak’
,,Dit is voor beide partijen gewoon de beste oplossing”, vervolgt De Ruiter. ,,Het is niet zo dat we Cerilio door hem buiten de selectie te houden weg wilden hebben, maar ik had dit scenario wel een beetje verwacht. Ik weet hoe hij in elkaar steekt. Weinig jongens in het amateurvoetbal kunnen en durven goed in de spiegel te kijken. Een trainer is bij teleurgestelde spelers altijd de Sjaak. Ik loop lang genoeg mee om te weten hoe het werkt. Gelukkig zijn er nog genoeg van die jongens die ik nog het tegen lijf loop en die zeggen: ’trainer je had gelijk, het kwartje is gevallen’. Laat het een leermoment voor Cerilio zijn. Ik hoop van harte dat hij volgend seizoen 34 wedstrijden gaat spelen en het bij zijn nieuwe club goed gaat doen. In aanleg is het een goede voetballer, alleen is dat er bij Lisse te weinig uitgekomen.”
Cijntje bekent over belangstelling niet te klagen te hebben en hoopt spoedig zijn nieuwe club bekend te maken. ,,Er is zeker interesse. Nadat het nieuws bekend werd, ben ik door redelijk wat clubs nog gebeld. Ik hoop op een lekker niveau te gaan spelen. De Hoofdklasse heb ik liever niet. De Topklasse is me dit seizoen goed bevallen, net als de club Lisse. Alleen sportief was het minder. Dat ligt ook aan mezelf, maar het avontuur bij Lisse is gewoon niet geworden wat ik ervan gehoopt had. Volgend seizoen hoop ik mezelf aan de hand van een fijne trainer te herstellen.”
Foto’s: Hubert Habers