Als Karim Hajji z’n telefoon opneemt klinkt hij schor aan de andere kant van de lijn. Of dat nog steeds van afgelopen zaterdag komt? De dag dat hij voor de supporters afscheid nam als team-manager bij de tweededivisionist. De dag dat Robbert Susan hem in de armen vloog bij het vieren van de zojuist gemaakte 3-0 tegen Rijnsburgse Boys (5-0).
,,Het heeft er indirect wel mee te maken”, klinkt het inderdaad met een gebroken stem door de telefoon. ,,Ik heb de derby tegen Rijnsburgse Boys tussen de fans meegemaakt. In een dun jasje wel te verstaan. Toen het ging regenen ben ik niet gaan schuilen. De afgelopen dagen heb ik een griepje gehad. Ik denk dat zaterdag er wel mee te maken heeft gehad.”
Het deert de goedlachse Hajji geen moment. Wat had de oud-teammanager een fantastische zaterdag achter de rug. De supporters wilden de gestopte teammanager nog even in het zonnetje zetten. Ook oud-spelers als Atam Koroglu en Dwight Krolis togen naar De Krom om de zo geliefde Hajji nog één keer een goed afscheid te geven.
De Amsterdammer had in de zomer zelf al vaarwel gezegd tegen de staf en de spelersgroep, maar kan de Katwijkse club in z’n hart nog lang niet los laten. ,,Maar ik pak nu alleen nog maar de mooie duels. Of nou ja, ik ben al weer naar vier van de zes wedstrijden geweest dit seizoen”, lacht de oud-speler.
,,Ik was veel zenuwachtiger. In plaats van op de bank sta je nu tussen alle herrie.”
In de aanloop naar de streekderby had de voetballer die tussen 1999 en 2008 op De Krom speelde al contact met spelers van zowel Katwijk als Rijnsburgse Boys. Zo appte hij er rustig op los met ex-Katwijkers Donny van Oijen en Jeffrey Jongeneelen. Het zegt wat over de allemansvriend die Hajji is.
Susan
Dat bleek ook wel op de dag zelf waar hij zich om 11 uur al meldde op het sportcomplex. ,,Toen ben ik even gaan lunchen met Dick Schreuder en Johan Plat. Tijdens de wedstrijd ben ik tussen de fans gaan staan. Dan beleef je het toch even heel anders dan op de bank hoor. Ik was veel zenuwachtiger. In plaats van op de bank sta je nu tussen alle herrie. Heel bijzonder om mee te maken.”
Maar het meest memorabele moment van de dag moest toen nog plaatsvinden. Na de 3-0 van Susan ziet de aanvoerder van de Katwijkers tijdens het juichen Hajji staan tussen het publiek. De middenvelder bedenkt zich geen moment en sprint direct naar de oud-teammanager toe.
,,Ik zag mezelf later terug. Dat is bizar hoor. Ik lijk wel gigantisch euforisch en ontzettend blij, maar het was gewoon ‘maar’ de 3-0.” Het moment toont wel de band tussen speler en teammanager aan. Hajji was niet ‘zomaar’ een persoon in het cirkeltje rondom Katwijk één. Hajji was het tandwiel waar de spelersgroep en staf gezamenlijk omheen konden draaien. Hij stond nog midden tussen de spelers.
,,Weet je, toen ik in 2008 stopte heb ik één jaartje een beetje afgebouwd. Maar al snel vroeg Cees Bruinink, die toen trainer was, of ik de functie van teammanager wilde bekleden. Op dat moment was ik eigenlijk nog een beetje een speler. En dat gevoel is nooit echt weg gegaan.”
,,Ik heb altijd gesproken uit het belang van de speler. Vaak wist ik wat er speelde, ook als een speler amper spelminuten kreeg. Ik heb het acht jaar met heel veel plezier gedaan en waardering gevoeld.”
Wie Hajji hoort praten vraagt zich af waarom hij nou eigenlijk gestopt is. De lange dagen in combinatie met wat incidentjes binnen de gelederen deden hem besluiten afscheid te nemen. Wat er precies is gebeurd, laat hij in het midden. ,,Dat is oude koeien uit de sloot halen, daar heb ik geen zin in. Maar het waren vooral die lange dagen. Het is een keer genoeg geweest.”
,,Ja, maar dat kwam omdat ik zelf natuurlijk ook gewoon nog een uurtje langer in Las Palmas wilde zijn.”
,,Als we bijvoorbeeld tegen Jong Vitesse speelde, was ik zaterdag om elf uur ’s ochtends op de club. Dan ging je alles klaar leggen, stapte je de bus in. Aten we op de club of onderweg en speelden we om zes uur ’s avonds. Alles bij elkaar ben je dan rond half elf weer op de club en om half twaalf thuis is Amsterdam. Ik heb daarnaast ook nog een drukke baan. Het werd een beetje te veel. Toen ik begon waren er 26 duels in de Hoofdklasse. Nu zijn het er 34 hè, vergeet dat niet.”
Midden in de groep
Die lange dagen wegen niet op tegen alle mooie momenten die Hajji heeft gehad als teammanager. Als ‘mensenmens’ lag hij goed in de groep. ,,Uiteindelijk ben je een hele week bezig met zo’n elftal. Door de weeks appte ik met de trainer. Voor hem ben je een klankbord. Net zo goed als voor de spelers zelf. Op dit niveau heb je 24 spelers nodig, waarvan er zeker achttien gelijkwaardig zijn.”
,,Dat wordt op ten duur toch een hok met allemaal haantjes. Iedereen heeft z’n eigen karakter.” En daar paste Hajji precies tussen, getuige een anekdote over een trainingskamp in Spanje. Een moment waarop de Amsterdammer altijd zorgde dat ‘de groep’ toch nog even iets langer op stap mocht dan de staf voor ogen had. ,,Ja, maar dat kwam omdat ik zelf natuurlijk ook gewoon nog een uurtje langer in Las Palmas wilde zijn.”
Archieffoto: Aad de Winter