Aan de lange carrière van Marcel Akerboom komt na dit seizoen een einde. De 32-jarige Noordwijkse oud-prof stopt met voetballen en wordt toegevoegd aan de technische staf. Ook Bryan Braun krijgt daarin een rol. De spits is er nog niet helemaal uit, maar neigt ook naar een afscheid.
Akerboom had voor zichzelf al bepaald dat dit zijn laatste jaar zou worden. Dat hij dit seizoen veel blessureleed voor zijn kiezen kreeg, ‘vergemakkelijkt’ zijn beslissing alleen maar. ,,Mijn knie heeft de afgelopen tien jaar veel te verduren gekregen. Het zou kunnen dat ik om mijn knie te compenseren te hard moet werken met mijn hamstring, waardoor daar steeds klachten ontstaan. De specialisten weten het ook niet.”
Een ‘mooie uitdaging’ staat alweer voor de deur. Volgend seizoen wordt Akerboom trainer van de verdedigers van Noordwijk. Het past in de specialistische inslag die de technische staf volgend seizoen krijgt. Zo gaat Mike Zonneveld het middenveld onder handen nemen en Braun de centrumspitsen. ,,We worden een soort klankbord voor Oscar Alkemade (de nieuw hoofdcoach)”, vertelt Akerboom. ,,We ondersteunen op het veld en proberen met onze ervaring de spelers beter te maken.”
,,Verder ga ik me met het fysieke aspect bemoeien”, zegt Akerboom, in het dagelijks leven werkzaam als personal trainer. ,,Ik ga individuele programma’s ontwikkelen. Elke speler heeft een andere methode nodig. De een heeft flexibiliteit nodig en de ander juist meer power.”
Voorgelogen
Akerboom kijkt met een tevreden gevoel terug op zijn carrière. ,,Ik ben blij dat ik tien jaar betaald voetbal heb mogen meemaken, al was het niet altijd rooskleurig. Ik heb sportieve en financiële drama’s meegemaakt. Bij Fortuna ben ik gewoon voorgelogen.” Akerboom tekende in Sittard, na het doorlopen van de jeugdopleiding van Ajax, een vijfjarig contract. ,,Ik hoor zo de voorzitter nog zeggen dat Fortuna één van de gezondste verenigingen van Nederland was. Na twee jaar moest mijn contract al aangepast worden.”
Akerboom, die ook nog voor Zwolle speelde, maakte ook het faillissement van HFC Haarlem mee. Het maakte de weg voor een terugkeer op de Duinwetering vrij. ,,Ik ben blij dat ik op mijn 28e bij Noordwijk terugkwam en nog een paar fantastische jaren heb mogen meemaken. Om als jongen van het dorp met de club iets moois op te bouwen was geweldig.” Vooral het kampioenschap in de Hoofdklasse A en het eerste jaar in de Topklasse, waarin Noordwijk als derde eindigde, waren ijkpunten. Volgens Akerboom beschikten de rood-witten destijds binnen en buiten het veld over een unieke groep.
Akerboom speelde de laatste jaren veel samen met leeftijdgenoot Braun. De spits gaat volgend seizoen de centrumspitsen trainen, maar twijfelt nog of hij zelf doorgaat. ,,Zoals het er nu voorstaat, is de kans groot dat ik stop, de verhouding is zo’n 30/70. Ik heb de laatste tijd erg veel last van mijn knie. Voetbal is niet zo leuk als je op zondag nauwelijks meer uit je bed kunt komen.”
Witsand
Van Braun is ook bekend dat hij een drukke baan heeft als manager van strandpaviljoen Witsand. Steevast loopt hij in de zomermaanden trainingsachterstand op, om vervolgens gedurende het seizoen weer in beeld te raken. Braun beseft dat hij veel meer uit zijn carrière had kunnen halen. ,,Ik speelde tot de komst van Robbert de Ruiter als nummer tien in het tweede. Maar als spits ben ik eigenlijk veel beter. Ik ben nu ook veel meer met het team bezig, terwijl ik vroeger alleen maar de beslissende steekpass wilde geven. Als ik tien jaar geleden wist wat ik nu weet, had ik niet 150 wedstrijden, maar zeker 250 wedstrijden in het eerste van Noordwijk gespeeld.”
Braun: ,,Ik heb de ambitie om trainer te worden altijd minder gehad dan Marcel. Ik moet kijken of ik het leuk vind.” De uitgesproken Noordwijker beseft dat er het nodige werk verricht moet worden. ,,Financieel kunnen wij het niet winnen van andere verenigingen. Daarom moeten wij het voor jonge jongens aantrekkelijk maken om hier te spelen. Die jongens moeten wel talent hebben, maar door specialistisch te trainen kunnen wij ze die laatste twintig procent bijbrengen.”
,,Toch moet Noordwijk wel de charme van het amateurvoetbal houden”, zegt Akerboom. ,,Het jaar dat we kampioen werden, bleven altijd wel een stuk of tien gasten hangen, gingen we daarna uit en bleven die jongens bij mij of Bryan slapen. Dat schepte een band.” Braun: ,,Dat wordt minder. Ik merk dat Noordwijk qua sfeer meer de kant van het profvoetbal opgaat. Ik begrijp het wel, want ik kan die jongens uit Rotterdam niet verplichten te blijven hangen. Maar als je het mij vraagt, komt er eerder budget voor een avondje uit met de spelers dan dat wij volgend seizoen als trainer in zo’n ‘apepakkie’ rond gaan lopen.”
Foto’s: Ron van der Linden