We zijn in de Bollenstreek flink verwend met hele goede eerste teams in de Tweede, Derde Divisie en de Hoofdklasse. Elk jaar spreken we aan de kop van die divisies een flink woordje mee. Voor de voetballiefhebber valt er flink wat te genieten, elke week staat er wel een topper op het programma. Hoe komt het dat er in onze buurt zoveel goede teams zijn?

Dit komt in de eerste plaats natuurlijk door de vele sponsors die er gezamenlijk flink wat geld tegenaan gooien. Hier wordt altijd wel wat geheimzinnig over gedaan. Als je de clubs moet geloven, valt het bij hen wel mee. Volgens mij vormen IJsselmeervogels, Spakenburg, AFC en Katwijk de top, op de voet gevolgd door Rijnsburgse Boys en Quick Boys. VVSB heeft de laatste jaren naar mijn weten het budget ook fors verhoogd; Noordwijk, Lisse, Ter Leede en SJC doen het met een minder budget.

Dan kan je wel geld genoeg hebben, dit betekent nog niet dat de clubs altijd de goede keus maken. De vraag is: wie bepaalt er of de betreffende speler wel of niet komt en vooral of hij in het team past? Meestal wordt er een mening gevormd door een heel scoutingsteam of een technische commissie. Zo’n team bestaat uit vrijwilligers of zelfs een heuse manager met verstand van zaken.

‘Het antwoord op een titel moet volgens mij zijn: trek drie of vier hele goede spelers aan, zogenaamde ‘keyplayers’.’

Bij Katwijk is Cees Bruinink de manager met een heel uitgebreid netwerk. Toch lukte het hem vorig seizoen niet om de juiste spitsen aan te trekken: Norair Mamedov, Damiano Schet en Kilian Berkhout vertrekken. Nu moeten Marouane Afaker en Brandon Robinson moeten volgend seizoen met Marciano Mengerink voor de goals zorgen.Ook de keus voor trainer Jack van den Berg bleek geen gelukkige.

Bij Quick Boys overigens hetzelfde verhaal: Philippe den Hartog, Madjer Lukoki en Hamza Boukhari mochten aan het eind van vorig seizoen vertrekken. Rijnsburgse Boys haalde middenvelders Bram Ros en Jeroen Spruit; tussendoor bleek het ook nodig om Jeroen Meefout, Furghill Zeldenrust en Thomas Bakker te halen. Geld genoeg, maar geen prijzen aan het einde van het seizoen.

Teamplayers
Het blijkt in de praktijk dat een goed team smeden in elk geval tijd kost. Natuurlijk kan het nodig blijken te zijn om je team eens goed te verversen, maar om in een jaar tien nieuwe spelers aan te trekken, lijkt mij teveel van het goede. We willen allemaal in elk geval spelers waar ‘een goede kop’ op zit. Spelers die niet direct gaan jammeren als ze een keertje op de bank moeten starten. We willen spelers die hun mond houden en zich terug knokken, teamplayers.

Dan zijn er ook nog verenigingen die graag spelers uit de eigen jeugdopleiding in hun eerste team willen laten spelen. FC Lisse is hier op een goede manier mee bezig. Trainer Robbert de Ruiter test op dit ogenblik zelfs jonge spelers in het eerste team. Bij Quick Boys spelen regelmatig vier spelers uit de eigen jeugdopleiding in het eerste. Deze spelers zouden ‘het geraamte’ van het team moeten vormen.

Het antwoord op een titel moet volgens mij zijn: trek drie of vier hele goede spelers aan, zogenaamde ‘keyplayers’. Zet om deze jongens zoveel mogelijk spelers met ‘een goede kop’ uit de eigen jeugdopleiding. Neem een trainer in dienst die hier een team van kan maken. Houd dit team bij elkaar en zorg elk jaar dat je met twee of drie spelers je team versterkt en het resultaat zal komen.

‘Reda Kharchouch schijnt volgend seizoen toch niet naar Telstar te gaan, een buitenkans. Wie biedt?’

Voorbeelden? In de eerste plaats Noordwijk natuurlijk. Er is weinig verloop, ze spelen heel aanvallend voetbal en het plezier spat eraf. Daarbij hebben ze een trainer die gewoon doet en zichzelf blijft. Het beleid van Ter Leede verdient ook applaus. Elk jaar vertrekken de beste spelers, maar steeds zijn ze weer in staat om onbekende, goede vervangers te vinden. Vorig jaar hebben ze net de boot gemist, geen punt: het gaat dit jaar gebeuren.

De grote drie
FC Lisse geeft de eigen jeugd een kans en als het nodig is, komen er wat spelers bij. Op termijn gaan zij zich ook weer bij de bovenste plekken voegen. SJC heeft het moeilijk met het kleinste budget uit de regio. Toch waren ze in staat om een Derde Divisie waardige selectie bij elkaar te krijgen. Voor hen is het weer afwachten welke spelers er nog bijkomen.

VVSB lukt het vaak om spelers van andere verenigingen op te vangen en bij hen te laten opbloeien. Zij moeten overigens nog stevig aan de bak om in de Tweede Divisie te blijven. De vraag is: nemen de grote drie in Katwijk, Rijnsburgse Boys, Quick Boys en vv Katwijk de tijd om weer een goed team te smeden? Ik ben benieuwd.

De drie laatste verenigingen hebben meestal nog wel een potje voor onverwachte ’toppers’. Reda Kharchouch schijnt volgend seizoen toch niet naar Telstar te gaan, een buitenkans. Wie biedt? Geduld en clubs in de Tweede en Derde Divisie: het gaat niet altijd samen…

Tekst: Laurens Mouter

Foto: Orange Pictures

Lees ook: ‘Column: Martin, zet door, ik wil je volgend jaar zien’