Quick Boys werd de eerste helft de wil opgelegd door FC Rijnvogels, maar Thomas Duivenvoorden zag na rust wel met grote vlagen het spel dat hij voor ogen heeft. Een dominante tweede helft leverde echter geen goal(s) op, waardoor de oefenzege (3-2) naar de Kooltuinbewoners ging. VIDB sprak na afloop met Duivenvoorden, die constateerde dat zijn team volop in ontwikkeling is.

De Noordwijkerhouter merkte een nadrukkelijke wil bij zijn ploeg en was daarover te spreken. “Je ziet dat de intentie om dingen goed te doen altijd aanwezig is. Dat is positief. Maar je hebt ook kunnen zien dat de kwaliteit van uitvoering niet altijd goed is. We zitten echt in een proces en daarin zet je stapjes voorwaarts en stapjes terug. Je zag dat we het de eerste twintig of 25 minuten lastig hadden en daarna al wat meer grip kregen. In de tweede helft kregen we vier of vijf echt goede kansen en hadden we wel een goaltje verdiend.”

Je was heel veel aan het coachen. Betekent dat dat jouw beoogde speelstijl er echt nog ingepeperd moet worden?

“Ik ben sowieso heel hard en druk bezig. Ik wil ook de norm bepalen, dus ik wil ook spelers in de situatie leren wat de norm is. De norm van het terugsprinten, de norm van het vooruitsprinten, daar probeer ik ze in te helpen op het veld.”

Ik zag ook een aantal keer dat aanwijzingen niet helemaal uitgevoerd werden zoals je wilde. Kan dat ook vermoeidheid zijn of dat spelers het nog niet helemaal begrijpen?

“Het kan allebei, maar om goed te voetballen moet je in een doe-modus zitten en ik denk dat veel van onze spelers in een denk-modus zitten. Dat komt door mij en daar sta ik volledig achter, want dat is het proces. Ik kan mij volgens de KNVB-reglementen niet herinneren dat we vandaag punten konden verdienen. De uitslag maakt verder niet uit. We hebben vandaag gewoon een stap voorwaarts gezet op een aantal vlakken en dat is positief.”

Dat spelers in de denk-modus zitten lijkt me positief, want dan proberen ze het tot zich te nemen en te verbeteren?

“Dat vind ik wel ja, want dan krijg je uiteindelijk ontwikkeling. Als je zegt: ‘ik wil er niet over nadenken, het gaat allemaal vanzelf’, dan lukt het waarschijnlijk niet.”