Pas op 16-jarige leeftijd meldde Teun van Duijvenbode zich aan als lid van KRV. Voor die tijd voetbalde de geboren Katwijker met vriendjes alleen maar wat op straat of op een trapveldje. Eenmaal bij een voetbalclub ging het snel. Van Duijvenbode belandde tussen de palen, maakte rap zijn debuut in het eerste elftal, om later via Katwijk en Ter Leede weer bij zijn oude liefde terug te keren. Daar is hij inmiddels alweer tien jaar keeperstrainer bij de A-selectie.

,,Eigenlijk is het ongelofelijk. Ik ben pas heel laat met keepen begonnen. Moest alles nog leren, maar ik had wel het geluk dat ik altijd uitstekende trainers ben tegengekomen en natuurlijk moet je het ook wel in je hebben. Of ik nog verder had kunnen reiken als ik al op heel vroege leeftijd begonnen was, durf ik niet te zeggen. Het keepersvak heeft de afgelopen decennia een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. Voor die tijd hing je er, wat het trainen betreft, eigenlijk maar een beetje bij.”

Veel titels

Al in zijn eerste seniorenseizoen pakte Van Duijvenbode met KRV, dat in 2004 met MVKV fuseerde tot het huidige FC Rijnvogels, de titel. Op De Kooltuin speelde de goalie acht seizoenen in de hoofdmacht, waarna hij door Arie Lagendijk in de zomer van 1988 naar de Krom werd gehaald, waar vv Katwijk aan de vooravond stond van een succesperiode. ,,In het eerste seizoen promoveerden we naar de Eerste Klasse, toen het hoogste niveau. Met veel spelers die van Quick Boys afkomstig waren, zoals Piet van Duijjn, Kees Kraaijenoord, Pim Langeveld en Marco van der Plas. Het werden topjaren met drie kampioenschappen op rij en twee landstitels. Assistent-trainer Cees Duprie zei weleens: ‘Geniet hier maar van. Dit is heel bijzonder’. Wij, als spelers, keken daar heel anders tegenaan. We voelden ons beresterk en eigenlijk vonden we het heel gewoon dat we steeds wonnen.”

Met de komst van trainer Bob Kootwijk werd het einde van zijn Katwijkse glorietijd ingeluid. Het was opnieuw Arie Lagendijk die Van Duijvenbode overhaalde om bij Ter Leede als stand-in achter Thomas Waasdorp te gaan fungeren. Die taak vervulde hij twee jaar, om vervolgens terug te keren naar KRV, dat aan de vooravond stond van de fusie met MVKV. ,,Ik heb nog tot mijn 38e gespeeld, tot mijn knie me parten begon te spelen. Vervolgens ben ik als keeperstrainer verdergegaan. Zowel bij de jeugd van Katwijk als bij de A-selectie van FC Rijnvogels. Bij Katwijk ben ik twee jaar geleden gestopt. Op De Kooltuin weet ik nog van geen wijken. Ik doe dit nu tien jaar. FC Rijnvogels is echt nog een familieclub. Het is er allemaal gewoontjes gebleven. Daar hang ik erg aan. Prestaties staan voorop, zo steek ik ook in elkaar, maar ik hou erg van het gemoedelijke. Dat is in de top van het amateurvoetbal allemaal een beetje verdwenen door alle regels die door de KNVB worden voorgeschreven en dat vind ik jammer.”

Derby met Katwijk

Nu FC Rijnvogels naar de Hoofdklasse is gepromoveerd, krijgt óók  zijn club daarmee te maken en dat is iets waar de oud-goalie zich niet op verheugt. ,,Het is niet tegen te houden, jammer genoeg”, relativeert Van Duijvenbode. ,,Aan de andere kant verheug ik me op de wedstrijden in de Hoofdklasse. Vooral die tegen Katwijk. Dat wordt toch wel heel apart. Ik hoor op De Kooltuin, maar Katwijk draag ik nog altijd een warm hart toe. Dat kan ook niet anders”, aldus Van Duijvenbode, die in het dagelijks leven in Katwijk bij winkelcentrum Hoornesplein als toezichthouder/onderhoudsmedewerker werkzaam is. ,,Dat is gemakkelijk te combineren met het voetbal . Sport speelt sowieso een belangrijke rol in ons gezin. Onze zoon Jeffrey speelt in de B1 van Katwijk en Demi hockeyt bij Catwijck. Ja, allebei op de Krom. Gaby en ik zijn blij dat onze kinderen sporten. Tijdens mijn werk zie ik vaak hoe het niet moet als kinderen maar wat rondhangen.”

Als keeperstrainer is Van Duijvenbode nog altijd extra gemotiveerd om zijn pupillen de fijne kneepjes van het keepersvak bij te brengen. Hij kent het klappen van de zweep na een carrière van ruim 20 jaar. ,,Een doelman moet van nature een beetje gek zijn. En vooral niet bang. Nadat een terugspeelbal door een doelman niet meer mocht worden opgepakt, zijn keepers een soort laatste man geworden. Er wordt verwacht dat hij kan meevoetballen. Daarbij coacht een goede keeper. Die laat zich horen, terwijl hij ook rust moet uitstralen. Zeker naar zijn verdedigers toe. En het is heel belangrijk dat hij weet om te gaan met wat er achter zijn doel allemaal geroepen wordt. Daar moet je psychisch tegen kunnen. Doe het af met een grap als dat kan. Zelf liet ik me niet zo snel beïnvloeden. Trainen op de facetten zoals hierboven aangegeven, is waar het om gaat. Dan kun je een keeper echt beter maken, hoewel je van iemand met x-armen nooit een topper kunt maken. Keepen is een vak geworden, ingezet door Frans Hoek en in onze regio door Wim Eradus. Waarbij ik vind dat een beetje minder kritiek op een doelman na een fout weleens op zijn plaats is. Soms wordt iemand wel heel snel afgeserveerd en dat is niet altijd terecht.”

Tekst: Leo Schrama

Foto: Piet van Kampen

POPULAIRE BERICHTEN