[slideshow_deploy id=’45842′] Hij speelde in alle Italiaanse stadions van naam en faam. In een periode waarin de Serie A nog als de crème de la crème op voetbalgebied te boek stond. Nu, ruim twintig jaar later, en al weer jarenlang terug in Noordwijk kijkt Leonard van Utrecht met dankbaarheid terug op zijn periode als profvoetballer.

Tien seizoenen maakte de aanvaller deel uit van het profcircus. ,,Als je van je hobby je beroep kunt maken, is dat natuurlijk geweldig. Dat vond ik toen al. Het leukste was om met een groep een bepaald doel te hebben en daar met elkaar keihard voor te werken. Met elkaar juichen en stuk zitten.”

Jaren later geldt dat laatste voor Van Utrecht (49) in nog heviger mate. ,,Als de jaren verstrijken kom je er achter dat het eigenlijk allemaal nog mooier is. Ik heb op een redelijk niveau gespeeld”m klinkt het bescheiden uit de mond van de voetballer die op 23-jarige leeftijd samen met ploeggenoot Bram Marbus de overstap van Noordwijk maakte naar Excelsior.

Vervolgens meldde Cambuur zich twee jaar later voor hem. ,,Daar kreeg mijn carrière een bizarre wending. Padova, net gepromoveerd naar de Serie A, was geïnteresseerd in Mariano Bombarda, destijds spits van FC Groningen. Toen wij tegen die ploeg speelden zaten er scouts van Padova, zeg maar het Italiaanse equivalent van Excelsior, op de tribune. De transfer van Bombarda ketste af, waarna de keuze op mij viel. Nauwelijks een week later, medio oktober, zat ik voor de rest van het seizoen ‘95-’96 in Italië. In een klap in de Serie A. Het was echt bizar.”

Never do that again
Een bijzonder jaar werd het zeker. Twee opmerkelijke gebeurtenissen sloegen daarin de toon. Allereerst Gabriel ‘Batigol’ Batistuta, die de handen van Van Utrecht op elkaar kreeg. ,,Van veertig meter joeg hij voor Fiorentina de 0-1 op formidabele wijze snoeihard in de kruising. Juist op het moment dat we op weg waren naar de 0-0. Dan past als liefhebber alleen maar applaus.”

,,Ik zocht altijd wel de actie met de toeschouwers. Dat beviel me uitstekend. Zeker in Italië.”

In San Siro presteerde Van Utrecht het in de uitwedstrijd tegen AC Milaan om Marcel Desailly, destijds international en later wereld- en Europees kampioen, tot tweemaal toe te poorten. De Franse verdediger was daar niet bepaald van gediend. Van Utrecht: ,,Never do that again”, beet hij me kribbig toe. ,,Dat leek mezelf ook wel beter.”

,,De hele situatie had ook te maken met het feit dat ik me altijd meer een publieksspeler voelde dan een speler die naar het resultaat keek. Ik zocht altijd wel de actie met de toeschouwers. Dat beviel me uitstekend. Zeker in Italië.” De promovendus degradeerde dat seizoen weliswaar, maar de herinneringen aan dat ene jaar in het voetbalwalhalla blijven voor Van Utrecht onuitwisbaar.

Pensionado’s
Met twintig duels achter zijn naam en een goal tegen Atalanta Bergamo werd het een onvergetelijk seizoen. Wat volgde was nog een jaar in de Serie B, waarna opnieuw Cambuur voor vijf seizoenen zijn werkgever werd. Via ADO Den Haag keerde de Noordwijker in de zomer van 2002 terug naar De Duinwetering om daar te eindigen bij de club waar het voor hem ook allemaal begon. Om na zijn afscheid van het eerste elftal lekker een balletje te gaan trappen bij de ‘pensionado’s’. Het trainersvak betekende daarna een volgende stap op de voetballadder.

Leonard van Utrecht in z’n tijd als speler van Padova

,,Noordwijk is voor mij de enige club waar ik wil werken. Wat dat betreft ben ik nog een ouderwetse clubman. Ik zou er best hoofdtrainer willen worden, dat heb ik trouwens nog niet weggeschoven. Nu train ik voor het derde seizoen het tweede elftal. Volgend seizoen word ik er Hoofd Jeugdopleidingen. Het opleiden en begeleiden van de jeugd is voor mij het allerleukste. Ik denk dat ik daar nog meer uit spelers kan halen. Noordwijk moet in de toekomst over een zo herkenbaar mogelijk team beschikken. Dat is in het kort het hoofddoel.”

Willen winnen
Van Utrecht geeft met plezier een inkijkje in de trainer die hij is. ,,Tijdens een wedstrijd sta ik soms op uit de dug-out, maar alleen als ik spelers niet zie doen wat ze wel kunnen. Met name je best doen. Dat is toch het minste. Bovendien ben je dat maar het team en jezelf verplicht. Een fout kun je maken. Dat is ook typerend voor het spelletje. Inzet moet er echter altijd zijn.”

,,Zo’n benadering verdient in mijn optiek veel meer aandacht. Het is vaak alleen het technisch en tactisch gebied waar het over gaat. Willen winnen, daar draait het om. Van het ‘moeten winnen’ ben ik niet zo. Als je er alles aan gedaan hebt kun je niet verliezen, zeg ik altijd. Dat heb ik ook wel meegekregen uit mijn jeugd toen ons gezin zo’n drie jaar in de Verenigde Staten woonde. ’Kan niet bestaat daar niet’, luidde daar het motto. Daar heb ik het nodige van opgestoken tijdens die jaren daar op de middelbare school.”

,,En elke dag een beetje beter te worden”, vervolgt de Noordwijker uit z’n praatstoel. ,,Als dat lukt kun je eigenlijk niet verliezen. Als je er voor jezelf en als team alles aan gedaan hebt houdt het op. Die filosofie draag ik als trainer met me mee. En straks bij de jeugd eveneens. Het gaat me daarbij zowel om de ontwikkeling als voetballer als mens.”

Zelfvertrouwen
Van Utrecht is in alles een echte Noordwijker. Hoewel hij met liefde over z’n carriere praat, ziet hij z’n oude ‘profcollega’s’ niet meer. ,,Bij mijn oude clubs heb ik nog wel een gevoel, maar ik kom er zelden. Mijn oudste zoon is in Padua geboren en om die reden ben ik er terug geweest, maar verder niets bijzonders,” vertelt Van Utrecht die in dienst van de gemeente Noordwijk momenteel werkzaam is als buurtcoach.

,,Dat bleek het ontbreken van de branding te zijn. Voor mij is dat dat het oergeluid, moeder natuur. Ik kom er tot rust.”

Daarnaast combineert hij zijn huidige functie als trainer van Noordwijk 2 met het trainerschap van het herenhockeyteam van de NHC 1 in zijn woonplaats. ,,Bij die club paste ik in de profielschets en ik moet zeggen, ook dat bevalt me uitstekend. Dat geldt ook voor mijn werk als buurtcoach. Bij ‘Reuring’ werk ik met kwetsbare mensen. Zo worden ze althans omschreven. Zo zie ik het echter niet. Ik kijk naar wat ze wel kunnen. ‘Iedereen kan iets’, is mijn motto. Dat geeft zelfvertrouwen en hoe mooi is dat? Zeker als je daarbij een lach op al die gezichten ziet.”

Oergeluid
Van Utrecht is ook naar eigen zeggen verknocht aan zijn woonplaats en club. Zeker omdat hij de zee en het strand in de buurt weet. ,,Dat merkte ik voor het eerst bij Cambuur in Friesland. Ik dacht toen: ‘wat is het hier stil’. Dat bleek het ontbreken van de branding te zijn. Voor mij is dat dat het oergeluid, moeder natuur. Ik kom er tot rust.”

,,Als ik langs de branding loop, kan ik zelfs vragen die ik mezelf op dat moment niet eens stel beantwoorden. Het geeft me rust. Hoe ouder ik word, hoe meer ik me daar bewust van ben geworden. Als trainer loop ik met spelers, die om een gesprek vragen, dan ook graag over het strand.”

,,Ook dan is het de kunst om te luisteren. Niet alleen naar de woorden, maar ook naar de manier en de toon waarop iemand iets zegt. Het is eigenlijk overal hetzelfde. Spelers die goed in hun vel zitten en ontspannen zijn presteren beter. En dat geldt natuurlijk ook voor de mensen waar ik doordeweeks mee werk. Allemaal zaken die je in de praktijk en in je opleiding leert. Je moet ze alleen wel toepassen.”

Foto’s: PR

POPULAIRE BERICHTEN