Een voetballer die bij een topklasser speelt en op 21-jarige leeftijd een stap terugdoet naar de derde klasse, wordt met argusogen bekeken. Max Oostenrijk deed het, met pijn in zijn hart, afgelopen zomer noodgedwongen. ,,Als ik wat minder kan werken, wil ik het zeker weer proberen bij VVSB.”
Oostenrijk, die zowel op het middenveld als in de aanval uit de voeten kan, keerde terug naar jeugdliefde Van Nispen. De club waar hij begon met voetballen. ,,Ik ben mijn eigen bedrijf gestart en kon niet meer drie keer in de week trainen’, zegt Oostenrijk. ,,Een aantal vrienden speelt ook bij Van Nispen en het is lekker dichtbij”, motiveert hij zijn keuze voor de club uit De Zilk.
Oostenrijk is samen met een partner een bedrijf begonnen dat een alternatief biedt voor een aanvullende zorgverzekering. De zaken lopen zo goed, dat hij bij Van Nispen soms niet eens een keer in de week kan trainen. ,,Ik werk soms tachtig uur in de week. Af en toe moet ik zelfs een wedstrijd overslaan.”
Prioriteiten
Met veel pijn in het hart heeft Oostenrijk een stap teruggedaan, bekent hij. ,,Natuurlijk heb ik spijt dat ik ben weggegaan, maar het kon niet anders. Werk is toch net iets belangrijker.” Om zichzelf later niets te kunnen verwijten wil hij, als zijn werk het toelaat, terugkeren aan de Boekhorst. ,,Als ik wat minder kan werken, wil ik het zeker weer proberen bij VVSB. Ik begon net veel te spelen, ben nog jong genoeg en te ambitieus.”
Oostenrijk moest, zoals zoveel spelers die een stap terug doen, wennen aan bepaalde zaken op een lager niveau. ,,De beleving die ik gewend was bij VVSB, is heel anders bij Van Nispen. Dat is geen verwijt, dat heeft gewoon te maken met het niveau. Deze jongens willen namelijk net zo graag winnen.”
Maar waarom dan weggegaan bij de club waar hij vorig seizoen doorbrak? Hij had er voor kunnen kiezen om in het tweede elftal te gaan spelen. Dat wilde Oostenrijk echter niet. ,,Ik wil op een fatsoenlijke tijd en voor publiek in een eerste elftal spelen. Niet om acht uur op zondag op moeten staan om in het tweede te spelen. Daar had ik geen trek in.”
Wennen
Qua spel is het nog niet allemaal rozengeur en maneschijn. ,,Ik stond bij VVSB de laatste paar duels in de punt in een systeem met drie spitsen. Hier was ik een van de twee spitsen.” De laatste paar wedstrijden staat hij weer linkshalf, een plek die beter ligt. Dan kom ik meer aan de bal en kan ik andere jongens aan het werk zetten. Ik heb aan de trainer aangegeven daar voorlopig te willen spelen.”
De aanvaller was dit seizoen goed voor pas drie competitietreffers. ,,Op de training gaat het lekker maar in de wedstrijd komt het er nog niet genoeg uit”, erkent hij.
De promovendus staat na tien wedstrijden op twaalf punten, goed voor een plek onderaan de middenmoot. ,,We hebben dit seizoen een aantal keer onverdiend gewonnen, maar nog vaker onverdiend verloren. Dat klinkt raar en dat is het ook. Maar als wij spelen naar onze mogelijkheden moet een plek in het linkerrijtje er in zitten”, besluit Oostenrijk.
Tekst: Tom van der Wilt
Foto: website Van Nispen