Sjaak Polak stond bij zijn debuut met FC Lisse voor een zware opdracht. De uitwedstrijd bij Quick Boys (3-0-verlies, red.) bleek voor zijn ploeg een moeilijk te nemen horde, in ieder geval voor dit moment. “Quick Boys is een machine en wij moeten dat nog worden.”
Polak keerde terug op bekend terrein: hij werkte enkele jaren op Nieuw Zuid, onder meer als trainer van het tweede. “Weet je hoe lastig het hier voetballen is?”, stelde hij een wedervraag. “Iedere tegenstander komt hiernaartoe met het gevoel: moeten we weer. Zo werkt het gewoon.”
“Het is zuur dat je verliest, maar aan de andere kant hebben we heel veel geleerd. Quick Boys is gewoon een maatje te groot voor ons gebleken. Daar hebben we voor nu even mee te maken.”
Vlieguren maken
Polak zag dat zijn ploeg wel wilde, daar lag het niet aan, maar constateerde ook dat het wel een tandje feller mag nog. “Het was behoorlijk één tempo. We hebben teveel balverlies geleden, waardoor we uiteindelijk in de problemen kwamen. Daarnaast hebben we sommige duels te makkelijk verloren, die duels moet je gewoon spelen om te winnen. Dit is nu eenmaal een heel jonge groep, die nog moet leren. Ik heb ook vlieguren moeten maken om te komen waar ik ben gekomen.”
Begin van deze week werd bekend dat Polak tot het einde van het seizoen de scepter zwaait op Ter Specke. Zijn eerste indrukken zijn ‘heel goed’, zo vertelde hij desgevraagd.
“Ik heb een warm onthaal op de club gekregen, er lopen hier veel vriendelijke en leuke mensen. Ik moet nu veel mensen leren kennen, maar vooral gaan kijken waartoe de spelersgroep in staat is. Wat hebben we nodig om de juiste afspraken na te komen? Nogmaals, in mijn beleving valt de jongens vandaag niets te verwijten, ze hebben alles gegeven. Alleen: als we de bal snel kwijt zijn, moeten we ‘m ook snel veroveren. Daar moeten we mee aan de slag.”
Complimenten voor Broekhuizen
Namens Quick Boys was spits Nick Broekhuizen tweemaal doeltreffend, een speler die Polak afgelopen zomer nog onder zijn hoede had bij de VVCS. “Het is een geweldig ventje, hij ontwikkelt zich uitstekend hier”, vertelde hij op de persconferentie. “Hij zat nog in de auto bij mij en toen vertelde hij dat Quick Boys interesse had. Ik zei: ‘dat moet je doen’. Een mooie, grote club. Ik heb hier ook gewerkt en heb altijd wel wat met deze club gehad.”
En dan vervolgend over Broekhuizen: “Die heb ik leren scoren bij het VVCS-team. Ik zei nog tegen hem: ‘nu doe je het bij mij, daar ben ik niet zo blij mee’.” Lachend: “Ik denk dat ik vannacht maar even de banden van zijn auto er afhaal.”
Polak constateerde dat zijn eigen ploeg diepgang ontbeerde. Is het daarom belangrijk dat de beoogde aanvalsleider Enzo Stroo spoedig terugkeert? De spits staat inmiddels weer op het trainingsveld.
“Jij noemt nu Enzo, maar er moeten er nog een paar terugkomen”, zei Polak. “Zij moeten elkaar in de rug gas geven, zodat de concurrentiestrijd groter wordt. Dat is het allerbelangrijkste.”
Van der Zwet dichtbij rentree
Wie er op korte termijn precies terugkeert, vindt Polak ‘na een week nog moeilijk te zeggen’. Wel kondigde hij aan dat Kevin van der Zwet grote stappen in zijn herstel maakt. “Kevin is keihard aan het trainen en al goed onderweg. Hij zou volgende week eventueel al wat minuten kunnen maken. Gaandeweg druppelt er steeds een speler binnen die geblesseerd was. Daar moeten we wel zuinig op zijn en ze voorzichtig brengen. Anders maken we ze kapot.”
Komende dinsdag wacht opnieuw een zware strijd: dan komt Dordrecht naar Ter Specke. “Als trainer van FC Lisse weet je dat Quick Boys-uit al behoorlijk pittig is. Dan krijg je vervolgens Dordrecht, de nummer vijf van de KKD. Die hebben een aantal jongens van Feyenoord erbij en voetballen echt ongelooflijk, met veel beweging.”
“We weten dat we het zwaar gaan krijgen, maar ik loop niet voor uitdagingen weg. Meestal lukken die me wel. Dat het dit seizoen een zware klus gaat worden, dat is duidelijk. Maar ik geloof erin dat het gaat lukken.”
Foto’s: Hubert Habers
Lees ook: Quick Boys met speels gemak langs FC Lisse
Check ook: Duivenvoorden koestert zorgeloze middag tegen FC Lisse: ‘In dat opzicht geen heel zware wedstrijd’
