Tijdens de winterstop blikken we met alle regioclubs terug op de eerste seizoenshelft. In aflevering twaalf staan de prestaties van Ter Leede centraal. De Sassenheimse club heeft een uiterst bewogen eerste seizoenshelft achter de rug. Ter Leede baarde opzien met een ware trainerssoap, die door het terughalen van Henk Wisman inmiddels is beëindigd. Sportief valt de terugkeer op het hoogste amateurniveau ook zwaar, getuige de laatste plaats. ,,We hebben kennisgemaakt met de wetten van de Topklasse”, zegt Jan Blankespoor, die als interim-coach de grootste periode voor de groep stond.

Wisman vertrok aan de vooravond van de voorbereiding naar het Thaise Chiangrai United. Opvolger Bob de Klerk zwichtte eind september eveneens voor de verleidingen van een Aziatisch avontuur, waardoor Blankespoor als interimcoach voor de groep werd gezet. Omdat de aanstelling van een nieuwe hoofdtrainer dusdanig lang op zich liet wachten, zat Blankespoor ook de laatste competitiewedstrijd van 2013 tegen Katwijk nog op de bank. Ter Leede verloor dat duel en ging daardoor als hekkensluiter de winterstop in.

,,Het was een bewogen eerste seizoenshelft”, zegt Blankespoor. ,,We hebben meteen de wetten van de Topklasse voor onze kiezen gehad. We moeten eerlijk zijn: in tekst kun je klaar zijn voor de Topklasse, maar de praktijk is toch anders. Fouten worden direct afgestraft.” Niettemin is de huidige laatste plek een flinke streep door de rekening. ,,We hadden niet verwacht bij de eerste vijf te staan, maar deze plek hadden we ook niet in gedachten.”

Onrust

Blankespoor kan zich niet aan de indruk onttrekken dat alle onrust Ter Leede parten heeft gespeeld. ,,Natuurlijk zijn er elementen van invloed geweest. De trainerswisselingen hebben voor onrust gezorgd. De groep was door Henk samengesteld. Daarnaast hebben we met het wegvallen van Ruud Kras en Danilo Pedrini een aantal tegenvallers in de voorbereiding gehad. Pedrini is gelukkig inmiddels weer terug en je zag direct zijn waarde voor het elftal.”

Ter Leede kreeg regelmatig in de slotfase het deksel op de neus. Die tikjes bleven niet onberoerd, volgens Blankespoor. ,,Als dat één keer gebeurt, is dat niet erg. Maar bij vier of vijf keer wordt dat een ander verhaal. Dat gaat meespelen in de ‘koppies’ en dat is heel menselijk. Aan de andere kant vind ik dat we ook mentale veerkracht getoond hebben tegen bijvoorbeeld Kozakken Boys, HHC Hardenberg en Scheveningen.” Die wedstrijden leverden de tot dusver enige drie zeges op. Allemaal voor eigen publiek overigens.

Het tussentijds aantrekken van Mitchell Kappenberg vindt Blankespoor een goede zaak. ,,Een middenvelder met power en ervaring hebben we zeker gemist. In de tweede seizoenshelft gaat ook de kaartenlast meespelen en daarom moeten we zorgen dat we breder worden. Een multifunctioneel inzetbare speler als Mitchell helpt daarbij wel mee.”

Kwartje

Hoewel Ter Leede negen punten van een veilige plaats afstaat, heeft Blankespoor nog goede hoop op handhaving. ,,Ik zie het positief in. Als ik een eerste seizoenshelft had gezien waarin we wekelijks van de mat waren gespeeld, was het anders. Maar dat is niet gebeurd. Het kwartje moet gewoon een keer onze kant op vallen. Het zal allemaal afhangen van de eerste vijf wedstrijden. Pakken we dan punten, dan hebben we een reële kans.”

Om niets aan het toeval over te laten, begon Ter Leede vorige week donderdag (2 januari) al aan de voorbereiding. ,,We zijn vroeg begonnen en de groep maakt een gretige, frisse indruk.” Blankespoor vindt het geen ramp dat Ter Leede niet in zonniger oorden verblijft. ,,Enerzijds heeft dat met een stukje financiën te maken. Anderzijds hebben we een prima accommodatie, waarop we uitstekend kunnen trainen. Zeker met deze temperaturen. Sec voor de teambuilding zou een trainingskamp in het buitenland goed zijn. Maar als je ’s avonds in het café gaat staan, breek je af wat je overdag opbouwt. Daarnaast belegt Ter Leede al jaren geen trainingskamp in het buitenland.”

Blankespoor heeft door de terugkeer van Wisman met alle liefde weer een stapje terug gedaan. ,,Dat heeft niets met ambitie te maken, maar alles met een commerciële functie in de autobranche die minimaal veertig uur in de week opslokt. Zo’n baan is gewoon niet te combineren met het hoofdtrainerschap in de Topklasse, waarin zo’n twintig tot dertig uur gaat zitten. Laat mij maar lekker in de luwte werken en lekker meedraaien als assistent, zoals ik al een jaar of tien doe.”

Foto: Hans Schalk.

POPULAIRE BERICHTEN