Nog een nachtje slapen en dan is het zover. Dan staat op De Kooltuin bij FC Rijnvogels de kraker op het programma tussen het VIDB Elftal van het Jaar en de VIDB All Stars. De coaches zijn al druk bezig met het uitdokteren van een strijdplan. Tovert Niek Oosterlee een tactische meesterzet uit z’n trainershoed of heeft Ted Verdonkschot een geheim wapen achter de hand? De VIDBenefietwedstrijd wordt vanuit beide kampen uiterst serieus benaderd.
,,Ik heb de jongens verteld dat ze vroeg naar bed moeten. Met de kippen op stok”, zegt Verdonkschot. ,,Zeker die jongens van Quick Boys. Die moeten twee wedstrijden in twee dagen spelen, dat is altijd een aanslag op je conditie.”
Hoe gaat de VIDB Elftal van het Jaar-trainer de legendes van weleer aanpakken? Verdonkschot: ,,Ik ben druk bezig een mooie opstelling in elkaar te zetten. Ik ben er alleen nog niet uit wie Jaap van Duijn gaat vervangen.” Verdonkschot laat niets los over een mogelijke speelwijze. ,,Dat houd ik nog even voor me als je dat niet erg vindt.” Van Duijn zal naast Verdonkschot plaats gaan nemen op de bank als assistent-trainer. ,,Jaap zal ook de bespreking gaan doen. Dat vertrouw ik volledig aan hem toe.”
Michelin-poppetje
De Haarlemmer trekt nadrukkelijk de favorietenrol naar zich toe en deelt en passant een sneer uit naar de tegenstander. ,,Ik heb Hans van der Plas pas nog in z’n blote bast gezien. Die lijkt wel op een Michelin- poppetje.”
Niek Oosterlee, trainer van de VIDB All Stars, weet in ieder geval waarop zijn ploeg het moet gaan winnen. ,,Ervaring speelt in zo’n duel altijd een grote rol. Die moet in zo’n wedstrijd de doorslag gaan geven.”
Oosterlee weet niet hoe zijn manschappen ervoor staan. ,,We hebben met Bakker, Wendt en De Louw sowieso drie fitte spelers. Deze jongens hebben allemaal heel goed kunnen voetballen. De geest wil nog wel, maar hoe zit het lichamelijk?”, vraagt Oosterlee zich hardop af. ,,Eerst maar eens kijken hoe fit de mannen nog zijn. Sommigen zijn goed voor een hele wedstrijd, anderen kunnen maar vijf minuten aan. Ik hoop dat we mogen doorwisselen.”
Eigenwijze trainer
De Alphenaar voorziet een struikelblok. ,,Ik heb bijna alleen maar trainers in m’n elftal. Die weten het toch vaak allemaal beter. Ik denk dat Stephan en ik daarom maar een ondergeschikte rol moeten aannemen.”
Oosterlee (rechts op de foto) wil wel een tipje van de sluier oplichten wat betreft zijn speelwijze. ,,Als we met oud-Rijnsburg een wedstrijd spelen, kijken we eerst naar Martin de Louw. Die is meestal het fitst van allemaal. Die laten we dan achter de bal aan rennen. De rest moet verdedigend werk opknappen”, verklapt Oosterlee iets van z’n strijdplan. ,,Een ding is zeker: we zullen ongetwijfeld achter de tegenstander moeten aanlopen.”
Met Andries Wendt heeft Oosterlee een verdediger in huis die de duels vroeger niet schuwde. De tegenstander afbluffen door bij tijd en wijle de botte bijl te hanteren, kan een zeer effectief middel zijn. Zeker tegen een jongere tegenstander. Hoe denkt Oosterlee daarover? ,,Er lopen geen jongens van Rijnsburg in, dus wat mij betreft mag dat wel. Ik denk alleen niet dat mijn spelers hun eigen pupillen gaan blesseren. Daar zullen ze niet blij mee zijn, haha.”
Tekst: Tom van der Wilt