[slideshow_deploy id=’45842′]
In de rubriek Vergeten Verleden duikt Leo Schrama in de historie en reconstrueert hij bijzondere verhalen uit het regionale amateurvoetbal. In de tweede aflevering van het nieuwe seizoen Ruud Bröring als speler van Noordwijk tegen Ajax.
In Noordwijk is hij nog altijd een begrip: Ruud Bröring, die zijn carrière ooit bij SJC begon, vierde na zijn overstap met vv Noordwijk grote successen. Twee landskampioenschappen en diverse afdelingstitels bezorgden Noordwijk, vier decennia geleden de erenaam ´het Ajax van het zaterdagvoetbal´. Waarna de oud-spits als hoofdtrainer met ‘zijn’ Noordwijk opnieuw succesvol was. Altijd met de achterliggende gedachte om voetbal te spelen zoals voetbal bedoeld is. Catenaccio moet voor ‘De Bro’, zoals hij nog altijd liefkozend wordt genoemd, zo’n beetje het ellendigste woord zijn dat op voetbalgebied bestaat.
In zijn jaren als spits van de roodwitten oefende Noordwijk met de regelmaat van de klok tegen het grote Ajax, dat begin jaren zeventig driemaal achtereen beslag wisten te leggen op de Europa Cup, destijds de voorganger van de Champions League. In de editie van 17 juli 1973 ging zo’n oefenduel voor Noordwijk nipt met 2-1 verloren. Hoe het er die dag voor, tijdens en na die wedstrijd aan toeging staat Ruud Bröring nog altijd op het netvlies gegrift. Met 9.000 toeschouwers aan de ‘oude’ Duinwetering was het Noordwijkse sportpark die avond afgeladen vol, waarbij alle grote namen bij de Europa Cuphouder in actie kwamen.
Als voetballer kon Noordwijks’ spits overigens met geen mogelijkheid een typische Ajax-speler genoemd worden. Hoe graag hij dat zelf wel gewild zou hebben. De Bro sleurde, zwoegde, lachte en treiterde. Scoren deed hij nog veel meer, het was zijn handelsmerk. Daarbij op zijn wenken bediend door zijn medespelers. Bröring: ,,Vooral door Albert Spaanderman en Jan Willem Bogers. Die laatste is trouwens de allerbeste die we ooit aan de Duinwetering hebben gezien. Met hen beschikten we over twee spelers die eigenlijk in het profvoetbal thuishoorden. In die jaren speelde religie echter nog een grote rol en dat is er volgens mij de oorzaak van dat het voor hen anders is gelopen. Achteraf een zegen voor de club, want wij hebben met Noordwijk fantastische jaren meegemaakt. Ik besef wel dat, als ik die twee noem, ik er de anderen mee tekort doe. Ik kan nog wel tien of meer namen opsommen. Stuk voor stuk geweldige voetballers. We waren net een maatje te klein voor de echt grote jongens, maar met Sjoerd Boot, Frans van der Veen, Cees Spaanderman, Jaap van Kesteren, Kees Karstens en Hans Westgeest om er toch een aantal te noemen, liep er heel veel klasse rond in het dorp. Jongens die precies wisten hoe je het spelletje moest spelen. Topjaren, veel gewonnen, nog veel meer gelachen en ook weleens uitgegleden. Dat laatste is trouwens onvermijdelijk.”
Klus geklaard
Voor Bröring zit er een heel speciale Noordwijk-Ajax tussen, vertelt het voetbaldier. ,,Ik studeerde in die jaren aan de ALO in Amsterdam. Wilde perse docent Lichamelijke Opleiding worden. Daar lag mijn toekomst. Tijdens mijn studie moest er natuurlijk ook iets worden bijverdiend. Daarom werkte ik die zomer in de bouw bij Dirk Heemskerk. In Noordwijk beter bekend als De Rous. Jarenlang een steunpilaar in het eerste. Dirk haalde me de ochtend van de wedstrijd tegen Ajax al om halfzes op. Reden we naar Alphen aan den Rijn. In een nieuwbouwwijk was het werk zover gevorderd dat de stellages en bijbehorend materiaal konden worden afgebroken. Nadat Dirk me ter plekke had afgeleverd, vertelde hij me dat hij me in de loop van middag weer zou komen oppikken. Die dag heb ik als een bezetene lopen buffelen. Eerst alle planken van die stellages naar beneden gegooid om ze vervolgens netjes op elkaar te stapelen. Daarna heb ik de stellages ook nog tegen de grond gewerkt. Toen De Rous me tegen vier uur kwam ophalen, was de klus geklaard. Zijn mond viel open.”
Tot hier en niet verder
,,Voor mij had dat gedoe in Alphen wel een paar nadelen. Een dag gebuffeld als een paard, waarbij ik me ook nog eens in mijn kledij en schoeisel had vergist. Werken in de bouw in een T-shirt en op een paar gympen is geen wenselijke combinatie. Ik heb die dag drie keer in een spijker getrapt. Na een vliegensvlugge terugreis speelde ik een paar uur later tegen Ajax, de Europacuphouder. Zo ging dat toen en ik denk dat voor heel veel jongens het hetzelfde verhaal was. Je wist niet beter. Maar opgeven, dat deed je niet. Daar hadden we ook het elftal niet voor. Uitgekookte, slimme jongens die ook nog eens een aardig balletje konden trappen. Ik weet wel dat ik die avond tegen het einde van de wedstrijd kramp kreeg. Dat was natuurlijk niet zo gek. Tegenwoordig zie ik weleens een speler met kramp liggen. Wordt’ ie tien tellen behandeld om vervolgens vrolijk verder te gaan. Nou, bij ons ging je pas liggen als je echt niet meer verder kon. Ik kan me nog herinneren dat Barry Hulshoff, die nou niet bepaald een loper was, me die avond vroeg of het misschien iets minder kon. Had ik hem de hele tijd van de ene naar de andere kant gesleurd.
‘Dit is slechts een oefenpotje en jij blijft maar lopen’, mopperde Barry.
‘Tot hier en niet verder’, kreeg ik te horen. Niet nadat ik hem daarvoor had toegevoegd: ‘Je ziet er niet zo best uit, gaat het niet’?”
Handjes thuishouden hè
,,Nou, ik zat op dat moment ook aardig stuk, dus dat kwam goed uit. Na de rust kwamen we via Bogers terug tot 1-2, maar eerlijk gezegd zat ik toen ook flink kapot. Hoewel ik daarna met een lobje, dat doelman Heinz Stuy nog net wist te onderscheppen, dichtbij de 2-2 was.” Het geeft allemaal een mooi beeld van hoe het er die avond aan toe ging. ,,Na afloop werd het nog veel mooier. Onder leiding van teamgenoot Jan Vieveen, door ons Ouwe Dirk genoemd, gingen we na afloop met ons elftal en driekwart van de Ajax-selectie richting De Grent. Dat was overigens niet de eerste keer. Geweldige avonden waren dat. Met Johan Neeskens voorop, gevolgd door Horst Blankenburg, de broers Gerrit en Arnold Mühren en Ruud Krol. Hulshoff en Nico Rijnders liepen in hun kielzog mee. Alleen Johan (Cruijff) ging in Noordwijk niet mee op stap. Mocht ’ie misschien ook niet van Danny.”
,,We weten natuurlijk allemaal nog dat zich tijdens het WK in 1974 in Duitsland de beruchte zwembadaffaire heeft afgespeeld. Wat er die avond in Hiltrup nu wel of niet gebeurd is, haalt het echter niet met wat wij als spelers van Noordwijk en Ajax samen hebben meegemaakt”, aldus Bröring. ,,En weet je wat het allermooiste is? Ria, toen en nu nog altijd mijn meissie, woonde toen in Amsterdam. Zij was er die avond ook bij. Na afloop reed ze mee terug met Blankenburg. ‘Wel netjes je handjes thuishouden onderweg’, adviseerde ik hem dringend doch beleefd, bij het wegrijden. ‘En voor de rest een goeie reis’. Stonden ze in die dikke Mercedes van hem bij het bord Amsterdam zonder benzine. Moest er alsnog een eindje gelopen worden. Maar ze is keurig netjes thuis afgeleverd. Lopend, dat wel. Nette mensen die Duitsers.”