Dit jaar is het precies zestig jaar geleden dat Ter Leede zich voor de tweede en laatste keer in haar bestaan zaterdagkampioen van Nederland mocht noemen. Twee titels die al enkele decennia onder een dikke laag stof verdwenen lijken te zijn, maar die in Sassenheim nog altijd tot de verbeelding spreken.

Toch dient hier bij te worden aangetekend dat de damesafdeling van Ter Leede de successen begin deze eeuw nog aaneen reeg. Viermaal kroonde het uiterst succesvolle team zich in die periode tot landskampioen. Uitzonderlijke resultaten van recentere datum dus. De eerstgenoemde twee landstitels kwamen op naam van de heren.

Aan die titels is met name één familienaam verbonden. In de tweede helft van de jaren vijftig van de vorige eeuw vormden de broers Kees, Co en Herman Molenaar het kloppend hart van dat succesvolle team dat onder leiding stond van trainer Tonny Kantebeen.

Het trio Molenaar speelde destijds in de vijfmansvoorhoede. Met daarbij onder andere ook Gerrit van Harskamp die vooral bekend stond om zijn onbedaarlijk harde schoten. Voeg daar nog de twee uit Warmond afkomstige broers Jan en Henk Tijssen aan toe en de rood-gele successtory wordt al snel onderdeel van een familieverhaal.

Met overmacht
Het begin van het Sassenheimse succes begint in seizoen 1955-1956. Ter Leede plaatste zich toen voor de nieuw te vormen (westelijke) Tweede Klasse. Daarmee kreeg de opmars van het zaterdagvoetbal nog meer gestalte. Omdat deze afdeling de enige op dit niveau was, betekende dat automatisch dat de kampioen zich in het seizoen daaropvolgende seizoen de landstitel automatisch toe-eigende.

Grote favoriet hiervoor was Quick Boys dat de jaren ervoor het zaterdagvoetbal met straffe hand regeerde. Tot veler verrassing was het echter Ter Leede dat met overmacht met de hoofdprijs aan de haal ging. Kampioen worden is lastig, kampioen blijven een kunst. Dat bleek een jaar later toen Quick Boys zich opnieuw de sterkste toonde en Ter Leede een stapje terug diende te doen. Om in het seizoen 1958-1959 weer ijzersterk terug te keren. Waarbij het slot van de competitie thrillerachtige vormen aannam.

,,Mijn vader behoorde samen met zijn broer Gerrit bij Ter Leede tot de spelers van het allereerste uur.”

Anders dan twee jaar eerder, toen Ter Leede de landstitel met overmacht in de wacht sleepte, viel de beslissing toen pas op de laatste competitiedag. Op de voorlaatste dag verspeelde Ter Leede in het tweepuntensysteem een puntje bij degradant Kozakken Boys, maar de enig overgebleven concurrent Quick Boys kwam tegen RVVH ook niet verder dan een gelijkspel. Op de laatste wedstrijddag klaarde Ter Leede de klus door op het sportpark aan de Menneweg het Rotterdamse Zwart Wit’28 na een 3-0 voorsprong met 3-2 de baas te blijven.

Eén van de redenen van het succes? Kees Molenaar lichtte destijds al een tipje van de sluier op in een tijd waarin een kantine op het sportveld ontbrak. ‘We woonden alle drie nog thuis en ons huis was zo’n beetje het tweede clubhuis. Binnen de ploeg trokken wij als broers niet bijzonder naar elkaar toe, misschien wel omdat alle spelers bij ons thuis graag geziene gasten waren.’

Flinke schaduw
Hun jongere zus Ageeth maakte het allemaal van dichtbij mee. Haar drie oudere broers speelden immers in dat kampioenselftal. ,,Toen werd er nog met vijf voorhoedespelers gespeeld. Kees en Co vormden de rechtervleugel en Herre, zoals hij thuis genoemd werd, was midvoor. In het veld werd hij Manus genoemd overigens. Dat Hermanus werd eigenlijk nooit gebruikt.”

,,Zelf was ik toen dertien, veertien jaar oud en eigenlijk was ik er altijd bij. Van jongs af aan ging ik al aan de hand van mijn vader mee naar de voetbal. En ook met de bus naar uitwedstrijden. Mijn vader behoorde samen met zijn broer Gerrit bij Ter Leede tot de spelers van het allereerste uur. Dus zo vreemd was dat niet.”

,,Helaas heeft mijn vader de grote successen niet mogen meemaken. Hij is in 1955 plotseling overleden. Dat heeft in het gezin wel een flinke schaduw geworpen over die kampioenschappen. Aan de andere kant maakte het me toen natuurlijk apetrots dat mijn drie grote broers in zo’n succesvol elftal speelden. Ik kan me de feesten rond die twee kampioenschappen nog altijd heel goed herinneren.”

Het succesvolle Ter Leede van 1959

Het jaar 1959 was op sportgebied sowieso een uitstekend en succesvol jaar voor Sassenheim. Naast het landskampioenschap van Ter Leede viel er op wielergebied zelfs een dubbel heugelijk feit te vieren. Zowel Arie van Houwelingen als Piet van der Lans pakten op de wielerbaan een nationale titel.

Na die tweede landstitel blijft Ter Leede tot op de dag van vandaag als een rode draad door het leven van Ageeth van Ginhoven-Molenaar lopen. ,,Mijn broers hebben een kleine tien jaar samen in het eerste gespeeld. Later kwamen mijn man, Wim van Ginhoven, en mijn zwager Piet de Bruin daar nog bij. Dat is natuurlijk best uniek. De huiskamer in de Floris Schoutenstraat, die voor mijn broers een belangrijke rol speelde als hun medespelers langskwamen, werd na mijn huwelijk met Wim vervangen door mijn eigen huiskamer. Met dezelfde taferelen en gezelligheid.”

Iedereen gelijk
Medio jaren zeventig zette de neergang zich in bij Ter Leede en dat resulteerde zo’n tien jaar later zelfs in degradatie naar de Vierde Klasse. Pas toen Van Ginhoven en de eveneens te vroeg overleden Jan Schoen zich als voorzitter en technisch-bestuurslid over de club ontfermden, werd weer koers gezet richting de amateurtop.

,,Met speelsters als Daphne Koster, Sarina Wiegman, Jeanet van der Laan, Marion van der Ploeg en ook Anja van Ginhoven stond er echt een fantastisch team.”

Wim, die in 2013 overleed, toonde zich naast een voorzitter die de club weer omhoog bracht, een warm pleitbezorger van het damesvoetbal bij Ter Leede. Met vier landstitels, Europees voetbal en bekerwinst tot gevolg. Ageeth van Ginhoven: ,,Er was aanvankelijk binnen de club enige scepsis. Wim maakte zich er echter sterk voor. ‘Iedereen is binnen de club gelijk’ was zijn motto.”

,,Met speelsters als Daphne Koster, Sarina Wiegman, Jeanet van der Laan, Marion van der Ploeg en ook Anja van Ginhoven stond er echt een fantastisch team. En ook onze andere twee dochters voetbalden bij Ter Leede. Net als onze zoon overigens. In mijn tijd bestond meisjes- en damesvoetbal jammer genoeg nog niet. Ik mocht alleen op straat weleens meevoetballen als er een speler te kort was, maar daar is het bij gebleven.”

Lady-speaker
Een opsomming van haar werkzaamheden voor de club gaat haar te ver, maar die van ‘lady-speaker’ bij de thuiswedstrijden van het eerste elftal dient nog wel even belicht te worden, hoewel zij dat visitekaartje inmiddels heeft overgedragen. ,,Dat heb ik zo’n vijftien jaar gedaan.”

,,In het begin ging het allemaal nogal provisorisch in zijn werk. Dat was nog op het oude sportpark aan de Menneweg. Stond ik bovenop een stoel in de bestuurskamer. Knap lastig nog, want alles viel niet altijd goed waar te nemen. Als ik niet goed had kunnen zien wie er gescoord had of gewisseld werd, kwam er altijd wel iemand naar me toe om me de juiste naam door te geven. Zo kwam het doorgaans allemaal altijd op zijn pootjes terecht. Later, na de verhuizing naar De Roodemolen was dat wel even gemakkelijker en comfortabeler”, vertelt ex-ladyspeaker Ageeth van Ginhoven met een glimlach.

De wedstrijden van het eerste elftal bezoekt zij nog altijd trouw. Zowel uit als thuis. ,,Rood en geel zit blijkbaar in mijn DNA. Voor mij staat Ter Leede vooral voor vriendschap. Op het voetbalveld is iedereen gelijk. Sport verenigt. Zo is het voor mij altijd geweest en gebleven.”

Foto: privécollectie

POPULAIRE BERICHTEN