[slideshow_deploy id=’45842′]
Dit jaar doen we het een beetje anders. De voorbeschouwingen met trainers blijven bestaan, maar met een nieuw sausje er overheen. Aan de hand van vier foto’s kijken we vooruit op het nieuwe seizoen. In deze aflevering: Kees Zethof, de man op wie vv Noordwijk de hoop heeft gevestigd in de jacht op promotie.
Foto 1: Een foto uit de tijd dat Zethof stage liep bij vv Noordwijk, vijf jaar geleden.
Had je toen verwacht dat je nu hoofdtrainer van Noordwijk zou zijn?
,,Ik weet nog goed dat Cock Jue (verslaggever Bollenstreek Omroep) mij destijds interviewde voor mijn stage-examen. Hij begon het interview als volgt: ‘sta ik hier te praten met de nieuwe hoofdtrainer van Noordwijk?’ Dat heeft-ie er later terecht uitgeknipt.”
,,Zij wekken dan de suggestie alsof ik daar heel bewust mee bezig was, maar dat heb ik nooit gedaan. Ik heb het gevoel dat de omgeving zich daar drukker om heeft gemaakt dan ik zelf. Dat het zich nu voor doet, is mooi. Maar als Dogan Corneille was gebleven, had het niet gebeurd. Het zijn puur toevalligheden geweest die elkaar hebben opgevolgd en het mogelijk hebben gemaakt.”
Maar het is nooit een doel geweest of heb je het altijd gewoon op je laten afkomen?
,,Nee, het is nooit een doel geweest. Maar nu het eenmaal zover is, gaan we er het beste van proberen te maken. Veel mensen betitelen het als: ‘dit heb je toch altijd gewild’. Dat is meer hoe de mensen van buitenaf tegen de situatie aankeken.”
Hoe kijk jij terug op die stageperiode?
,,Het was onder Robbert de Ruiter. Robbert is wel een mens waarvan je kunt leren, laat dat duidelijk zijn. Hij is een coach die breed georiënteerd is. Daar pik je zeker wel dingen van op. Ook de gedrevenheid van Robbert vond ik uniek. En hoe hij met de jongens omgaat.”
Foto 2: Een foto uit zijn tijd bij SJC. Zethof houdt voor de wedstrijd, als zijn spelers aan de warming-up bezig zijn, een balletje hoog.
Ben jij nog steeds een echte liefhebber?
,,Ik voetbal liever zelf dan dat ik training geef. Ook al speel ik niet meer. Maar training geven haalt het niet bij zelf voetballen, laat dat duidelijk zijn.”
Maar hoezo speel je dan niet meer? In een lager team of bij de veteranen?
,,Ik heb het wel gedaan, bij Van Nispen. Eerst in een lager team en later weer in het eerste. Maar ik ben te fanatiek om in een lager team te belanden. Daar heb ik geen zin in. Alleen in een fanatieke omgeving zou het wat voor me zijn. Maar niet de ene week met die opstelling en de andere week weer een totaal andere opstelling. Daar heb ik niks mee.”
Dan is jouw laatste wedstrijd zeker onze benefietwedstrijd in 2014 bij FC Rijnvogels geweest?
Lachend: ,,Ha, dat zag er al niet meer uit. Ik had zelfs moeite om Giovialli Serbony af te stoppen, dat slaat helemaal nergens op.”
Ben jij ook een echte liefhebber in de zin van veel voetbal kijken en echt met het spelletje bezig zijn?
,,Mijn vrouwtje is ook gek van voetbal, dus wij hebben het de hele dag over voetbal. Als ik tijd heb, fiets ik altijd wel naar een wedstrijdje in de buurt toe. Afgelopen zondag ben ik met Kees Nulkes nog even op pad geweest. Dat vind ik hartstikke leuk. Als het te organiseren valt, doe ik dat graag.”
Is het dan scouten of relaxt naar een wedstrijd kijken?
,,Een combinatie. Maar ik kijk wel altijd naar de manier van spelen. Let op andere dingen dan de neutrale toeschouwer.”
Foto 3: Nog een beeld uit zijn tijd bij SJC. Terwijl zijn spelers met elkaar een overwinning vieren, zondert Zethof zich even af.
,,Dit was na afloop van de nacompetitiewedstrijd tegen FC Boshuizen. Daarna moesten we nog tegen Rohda Raalte en zijn we ten koste van die ploeg uiteindelijk gepromoveerd. Dat zijn allemaal van die unieke momenten.”
,,Dan vind ik ook leuk om even afstand te nemen. Dan geniet ik van hoe het op dat moment loopt, hoe de jongens met elkaar omgaan en de binding in de groep. Ondanks dat ik ook van een gezellig feestje hou, vind ik het ook mooi om van een afstandje te genieten.”
Hoe lastig is het om het ene moment midden in de groep te staan en andere moment erboven. Of ben jij daar op die manier niet mee bezig?
,,Nee hoor. Ik heb nooit het gevoel dat ik me anders moet gedragen. Kijk, zoals nu aan het begin bij Noordwijk, moet je toch weer een beetje wennen aan elkaar. Dat is een band die moet groeien. Zij moeten ook snappen dat we met iedereen het beste voor hebben. En we er juist zijn om ze te helpen in plaats van af te zeiken. Dat is de insteek van mijn verhaal. Daarna moeten we kijken hoe ver we kunnen komen.”
,,Op grond van wederzijds respect moet een trainer tegen spelers bepaalde dingen kunnen zeggen, maar ook andersom. Dan kom je het verst. Er boven staan…ik heb altijd een beetje moeite met die woorden. Je hoeft er niet perse boven te staan, tenzij er een situatie ontstaat waarbij de trainer de knoop moet doorhakken. Als dat niet met normale argumenten kan, moet je af en toe wat ‘doordouwen’. Dat hoeft niet zo vaak, bijna nooit.”
Ben jij nu een andere trainer dan bijvoorbeeld bij Teylingen?
,,Er zit drie jaar SJC tussen en twee jaar Foreholte. Toen ik binnenkwam bij Teylingen was ik een ander mens dan toen ik er wegging. Het trainersvak is puur een ervaringsvak. Op het moment dat je met ervaring niets doet, dan denk ik dat je je nooit doorontwikkelt als trainer.”
Foto 4: Een plaat vanaf zijn nieuwe werkterrein: sportpark Duinwetering. De plek waar hij Noordwijk weer omhoog moet brengen op de ladder van het topamateurvoetbal.
Wat zijn je verwachtingen voor het nieuwe seizoen?
,,Tja, verwachtingen…Dan kom je al snel weer in doelstellingen terecht en daar houd ik niet van. De verwachting is dat we gaan proberen aan te haken richting maart. En dan kijken of we eventueel de kracht hebben om een prijs binnen te slepen.”
,,Maar we gaan, denk ik, een rol van betekenis spelen. Of het een periodetitel wordt of eventueel een hoofdprijs zien we dan wel. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken, zonder me te bezwaren met die woorden, dat we wel gaan deelnemen in de jacht op een prijs. Dat kan bijna niet anders. Daar hebben we ook wel de groep voor.”
Op die foto staat ook Martijn le Congé. In een recent interview op VIDB gaf hij aan positief verrast te zijn door jou. Ben jij dat ook door de groep van Noordwijk of had jij wel een goed beeld van wat je aan zou treffen?
,,Afgelopen seizoen speelde ik met SJC op zondag. Op zaterdag heb ik een paar wedstrijden van Noordwijk gezien. Ik ging er bewust niet té vaak kijken. Anders duiken er weer foto’s op en gaan mensen reageren: ‘staat daar de nieuwe trainer van Noordwijk’. Je kent dat wel.”
,,We zijn gestart met een nieuwe manier van denken. De spelers beginnen opnieuw en ik ook. Als je gaat doen wat ze gewend waren, heb je een beeld van die groep. Inhoudelijk zijn we op een andere tour gegaan. Daar moet de groep aan wennen.”
,,Ik vind het in zoverre leuk dat zo’n Martijn misschien op een iets andere manier tegen mij aan is gaan kijken. Ik zeg altijd: ‘een trainer moet boeien en binden’. Op het moment dat hij zo’n opmerking maakt, doen we dat waarschijnlijk wel. Dat hij verrast wordt door, zeg maar de boer Kees Zethof, vind ik alleen maar leuk.”
Heb je veel zin in het nieuwe seizoen?
,,Dat is mijn probleem, ik heb er altijd veel zin in.”
Dat is toch geen probleem?
,,Als ik op het veld sta, heb ik er veel zin in. Dan moet mijn omgeving er ook veel zin in hebben. Dat enthousiasme gaan we dan botvieren op de groep.”
,,Even wat anders. Was jij verrast door de opmerking van Le Conge, Gerben?
Niet echt. Ik ken jou natuurlijk al lange tijd. Ik vind het een compliment aan jouw adres. Zo’n jongen komt uit de stad, heeft veel trainers meegemaakt. Misschien zegt-ie het om in een goed straatje te komen, dat zou kunnen, maar het lijkt mij wel een mooi compliment.
,,Misschien zegt het ook iets over de indruk die ze van mij hadden. Dat kan natuurlijk ook. Zo van: hij valt toch wel mee. Ik weet dat ik bij Foreholte binnenkwam. Daar dachten ze ook, wellicht vanuit de verhalen vanuit Teylingen, er komt een of andere ongelikte boer binnen. Iemand die hard en dominant is.”
,,Volgens mij hebben we het daar ook twee jaar heel goed gedaan, op een geweldige manier. Dat is ook alleszins meegevallen. Ik weet natuurlijk niet van mezelf op welke manier ik overkom. Daar kan ik zelf niks van zeggen.”
Foto’s: Johanna Wever, Mats van Schie en Ron van der Linden