Op de foto kopt Hans van der Plas op Nieuw Zuid namens Quick Boys de 2-2 eindstand tegen Marken op het scorebord. Marken-keeper Teun Doeland heeft het nakijken. Het is september 1989 en het seizoen in de Eerste Klasse is nog jong. Quick Boys barst, na een aantal tweede plaatsen op rij in de eindrangschikking, van de ambitie. De titel moet onder Melbi Raboen maar weer eens in de Katwijkse duinpan belanden. De hele club snakt naar een kampioenschap.
Eigenlijk is dit het verhaal van, zoals het in het Duits zo fraai wordt genoemd, ‘ein angstgegner’. Een fenomeen dat elke sporter of supporter kent. Marken gold voor Quick Boys altijd al als een ware kwelgeest. Zo ook in september 1989. Quick Boys heeft op dat moment al sinds 1974(!) in eigen huis niet meer weten te winnen van de voormalige eilandbewoners.
‘Code rood’
Niemand weet dan nog dat aan die ‘lijdensweg’ nog lang geen einde is gekomen. Of het nu op Marken is of op Nieuw Zuid, het maakt geen verschil. Uiteindelijk weet Quick Boys van de 24 meest recente ontmoetingen tegen de zwart-witten uit Marken slechts vijf duels te winnen. Het leeuwendeel van de winstpartijen gaat naar Marken. Voor Quick Boys zelf zit daar een achteraf zeer kostbare nederlaag tussen.
‘Er rust een vloek op de wedstrijden tegen Marken’, heet het in Katwijk al snel. Waar andere ploegen vaak met speels gemak worden afgeschud, is het voor Quick Boys code rood als de kalender een duel tegen Marken aankondigt. Dat gaat ook op in het seizoen 1989-1990. Huidig Valken ‘68-trainer, Arie van Duijn, destijds spelend voor Quick Boys, kan het volmondig beamen.
,,We gingen dus veel meer gespannen de wedstrijd in dan tegen welke tegenstander dan ook. Een heel frappant fenomeen.”
,,Marken was een ongrijpbaar fenomeen voor ons. Kwalitatief waren we altijd beter, maar winnen, ho maar. Eigenlijk zat het bij ons gewoon tussen de oren. Als die wedstrijd er aankwam, hoorde je iedereen bij ons, spelers en supporters, zeggen ‘We moeten weer tegen ze’. Het waren iedere keer opnieuw 22 trillende beentjes die dan het veld inkwamen. We gingen dus veel meer gespannen de wedstrijd in dan tegen welke tegenstander dan ook. Een heel frappant fenomeen. Een echte verklaring heb ik er achteraf niet voor.”
Als koploper Quick Boys, met onder andere Van Duijn in de ploeg op Tweede Paasdag 1990, vergezeld door honderden supporters, naar Marken afreist voor de return heeft het twee dagen eerder op bezoek bij Roda Boys een onverwachte 1-0 nederlaag geleden.
Het veld op
Vervolgens gaat het in en tegen Marken in een weinig verheffende wedstrijd helemaal mis. Kort voor tijd komt degradatiekandidaat Marken dat de blauw-witte stormloop heeft doorstaan bij een 0-0 stand via een strafschop zelfs op voorsprong. Richard Hoogervorst beging een overtreding op Wim Tol. De vader van Kees ‘Pier’ Tol schiet vervolgens de 1-0 op het scorebord.
Als Quick Boys even later op de valreep de gelijkmaker lijkt te produceren gaat het echt fout. Arbiter Veltrop keurt de goal van Gert Aandewiel af wegens een eerder begane overtreding van Hoogervorst. Bij spelers en publiek uit Katwijk is het onbegrip op zijn zachtst gezegd groot. Met Veltrop als de gebeten hond. De arbiter weet het vege lijf gelukkig te redden als het blauw-witte gedeelte van het publiek na het laatste fluitsignaal het veld op stormt om verhaal te halen.
Van Duijn op de bank bij Valken ’68
‘Quick Boys ontspoort’, kopt het Leids Dagblad een dag later. Een kop die in twee opzichten recht doet aan de gebeurtenissen van die middag. De in de slotfase als extra spits ingebracht Theo van Rijn verwoordt de ontreddering in het Katwijkse kamp na afloop nog het best: ,,Ik weet het niet meer. Wat we hier hebben meegemaakt is echt ongelofelijk. Het is net of ze zojuist een deel van mijn hersenen hebben weggenomen.”
De latere kampioen Rijnsburgse Boys neemt die dag de eerste plaats op de ranglijst over. Om deze vervolgens niet meer af te staan. Weg dromen, weg kampioenschap. Van Duijn, later ook trainer bij Quick Boys, weet nog goed dat het resultaat van die dag later een eigen leven ging leiden. ,,Het was op een bepaald moment zelfs zo erg dat als het er weer eens omging op de ranglijst er door de concurrentie werd gezegd ‘dat voor Quick Boys het paasweekend er toch nog aankomt.’”
Degradatie
Ook in de daarop volgende seizoenen is verlies en soms een remise tegen Marken schering en inslag. Een overwinning blijft een zeldzaamheid. Ook in het kampioensjaar 2002-2003 wil het niet vlotten tegen deze tegenstander. Al vroeg in het seizoen wint Marken op Nieuw Zuid gedecideerd met 0-3, waarna de ploeg van trainer Aandewiel achttien duels achtereen ongeslagen blijft.
In Marken valt de ‘schade’ in de return mee. Het wordt 1-1 en een paar weken later is Quick Boys wel kampioen. Dat weerhoudt Aandewiel niet om na afloop van de wedstrijd in Marken te verzuchten: ,,De vloek is nog niet opgeheven.” Wat Aandewiel dan nog niet weet is dat Marken de twee volgende seizoenen in een andere afdeling van de Hoofdklasse uitkomt, waarna de Noord-Hollandse formatie degradeert om hierna nooit meer op het hoogste niveau terug te keren. De vloek van destijds zal om die reden waarschijnlijk een eeuwig leven beschoren zijn.
,,Dat overkwam me uitgerekend bij mijn debuut voor Quick Boys in maart 1982.”
Voor Van Duijn staat het vast dat het begrip ‘angstgegner’ algemeen is. ,,Elke club heeft wel een tegenstander waartegen het altijd lastig spelen is. Zelf maak ik dat nu mee bij valken’68. HVC’10 is zo’n club voor ons. Ongeacht de stand op de ranglijst hebben we het altijd moeilijk tegen dat team. Verklaar dat maar eens.”
Waarna Van Duijn aan het einde van het gesprek en passant nog even het begrip offday ter sprake brengt. Een onbegrijpelijke, mindere dag van een ploeg die zich compleet laat aftroeven door en vaak veel lager ingeschatte tegenstander. ,,Dat overkwam me uitgerekend bij mijn debuut voor Quick Boys in maart 1982.”
,,We traden aan tegen Blauw Wit’34 uit Leeuwarden. Die ploeg vocht tegen degradatie. Na een kwartier was het al 0-3. Vervolgens werden we in eigen huis nog wel door nog eens drie goals in het laatste kwartier naar een historische 0-6 nederlaag gespeeld. Ongelofelijk, maar waar.”
Geheugen
Blauw Wit ‘34 degradeerde aan het einde van dat seizoen ook daadwerkelijk. Een angstgegner is het nooit geworden voor de Katwijkers, integendeel. In de jaren 50 won Quick Boys tegen deze Friese club met recordcijfers. In de strijd om de zaterdagtitel walste Quick Boys op 13 augustus 1955 met 12-1 (!) over het gezelschap uit Leeuwarden heen, na eerder in Leeuwarden al met 0-3 te hebben gezegevierd. En dus werd Blauw Wit nooit een tegenstander waar de Katwijkers met knikkende knieën naar toe ging. In tegenstelling tot Marken, waarvan de naam op Nieuw Zuid na al die jaren bij velen nog altijd in het geheugen gegrift staat.
Foto’s: Archief Leidsch Dagblad & Saam de Mooij