Hij is al vaker aan bod gekomen. Personal-trainer Nils Thorner was een van de geheime ingrediënten achter een deel van het succes van FC Lisse dat afgelopen seizoen promoveerde naar de Tweede Divisie. Hij begeleide gedurende het seizoen een groepje spelers, dat duidelijk profijt trok van zijn trainingen, vooral op fysiek gebied. Dit jaar is de samenwerking geïntensiveerd en maakt de Lisser officieel deel uit van de staf van de tweededivisionist als fysieke trainer.

Thorner is een liefhebber pur sang. Hij raakt niet uitgepraat over z’n vak. Door boeken te lezen van collega’s, achter de schermen te kijken van grote voetbalclubs (Hertha BSC en op eigen initiatief bij Ajax) en constant op zoek te zijn naar verbetering, kan de van oorsprong Duitser worden gezien als een specialist in z’n vak. Het laat ‘m niet meer los.

Als oud-voetballer van FC Lisse is Thorner zich er van bewust wat voetbal met een menselijk lichaam kan doen. En dus ook wat een amateurvoetballer zelf aan z’n lichaam kan doen om beter te worden.

Monteny
Z’n aanpak sloeg aan in zijn eigen woonplaats en daarbuiten. Niet alleen voetballers van FC Lisse lopen inmiddels met hem weg, maar ook jongens van Quick Boys, Rijnsburgse Boys en enkele spelers in het betaalde voetbal hebben baat bij de personal-trainer.

,,Vorig seizoen werkte ik al intensief samen met Martin van Eeuwijk, Lars Rauws en Thierry Monteny. Dit seizoen werk ik ook met jonge talenten (in groepsverband A-junioren en eerstejaars senioren) van FC Lisse op fysiek gebied. Daarnaast zijn Rowdy van der Putten en Kevin van der Zwet – naast Thierry, Lars en Martin – ook één op één bij mij gaan trainen.”

Thorner in actie met de selectie van FC Lisse

Voor iedereen heeft hij een apart programma samengesteld. Ieder lichaam is anders en heeft verschillende prikkels nodig. ,,Zo heeft Lars een erg goede basis opgebouwd de afgelopen twee jaar bij mij. De basis staat, maar ook voor Lars is het nu begin van het nieuwe seizoen en gaan we proberen weer stappen te maken om ook een goede fitheid in de Tweede Divisie te laten zien.”

Monteny is weer een ander geval. ,,Thierry is er vijf maanden uit geweest door een blessure c.q. terugslag aan zijn knie en draait momenteel weer volop mee bij het eerste elftal. Ik ben de afgelopen maanden intensief met Thierry bezig geweest met spierkracht ontwikkelen rondom zijn knie om een operatie te voorkomen.”

Thorner stelt dat vrijwel alle blessures te voorkomen zijn. ,,Zolang het maar geen contactkwetsuren zijn. Spierblessures en kleine dingen zijn wel te voorkomen. Martin had daar de laatste jaren heel veel last van. En nu helemaal niet meer. Dat zegt wel genoeg, denk ik.”

Rauws
Amateurvoetballers trainen vaak maar twee keer in de week op hoog niveau. De maandagtraining wordt vaak gebruikt als hersteltraining. ,,Een profvoetballer traint zes keer in de week. Maar als ik kijk naar de vergoedingen….”

,,Iemand bij FC Volendam krijgt ongeveer evenveel, maar traint daar wel twee tot drie keer meer voor. In het amateurvoetbal worden de voetballers vorstelijk betaald, en de meeste jongens hebben genoeg tijd om daarnaast nog individuele trainingen te volgen. Dan kun je echt het verschil maken. Lars heeft bijvoorbeeld vorig jaar conditietesten aangeleverd die profvoetbalwaardig zijn.”

,,Voetballers zijn ondertraind, dat is wel een beetje de conclusie die we kunnen trekken als je ziet wat andere sporters er allemaal voor doen.”

Rauws is het perfecte voorbeeld volgens Thorner. ,,Het is nu anderhalf jaar geleden dat Lars aanklopte. Hij hing er tussenin. Bij het eerste op de bank. Net niet. Hij zei; ik weet dat ik wat te zwaar ben en niet fit genoeg. En hij wilde er nog een keer vol voor gaan. Dat was zijn prikkel om eroverheen te komen. Als je dan resultaat ziet. Hij is nu een belangrijke schakel en is topfit.”

Hoe krijgt Thorner zijn jongens fit? ,,We doen blokken van zes weken. En we spreken van te voren af wat we gaan doen.  Iedere speler is anders en heeft behoefte aan een andere training. De trainingen zijn specifiek ingericht op de speler. Na uitgebreide testen en gesprekken wordt er gewerkt aan de punten die voor desbetreffende speler belangrijk zijn. Thierry bijvoorbeeld spierkracht en blessurepreventie. Bij Lars eerder de explosiviteit, wenden en keren omdat hij inmiddels krachtig genoeg is.”

Thorner heeft in zijn jonge loopbaan inmiddels contact gehad met verschillende mensen uit de topsport. Dit deed hij om kennis op te doen, zodat hij zichzelf meer en meer kon ontwikkelen. Zo heeft hij zijn eigen visie kunnen ontwikkelen.

,,Het afgelopen jaar volgde ik cursussen bij bijvoorbeeld Hans Kroon (krachttrainer), Alessandro Schoenmaker (conditie- en hersteltrainer van Crystal Palace) en Toine van Goolberg (conditie- en hersteltrainer in het verleden van Feyenoord).

Harder trainen
Hij was er zelf altijd al van overtuigd dat voetballers harder kunnen trainen. ,,Fysiek moet het goed zitten. Kracht, snelheid en uithoudingsvermogen zijn facetten die je individueel kunt trainen. Je ziet na zeventig minuten het tempo echt drastisch omlaag gaan in Nederland. Bij iedere wedstrijd.”

,,Dat komt gewoon omdat dan de pijp leeg is. Als je dan spelers hebt, die dan het verschil kunnen maken, doe je het heel goed. Martin had zeker in voor de winterstop genoeg lucht om het te beslissen in de eindfase. Dat heeft hij ook meerdere malen gedaan.”

Maar dat betekent niet dat hij iedereen laat trainen zoals hij dat bij Van Eeuwijk deed. ,,Ik lees heel veel en het is ook zelf proberen wat werkt. Het ene werkt wel en het andere werkt soms ook niet. Maar wel altijd met een idee erachter. Het is m’n hobby en m’n werk. Als ik een uurtje thuis ben zit ik alweer een boek te lezen. Daar wordt m’n vriendin soms wel gek van.”

,,In landen als Duitsland lopen ze echt tien jaar voor op dit gebied. Ik vraag mezelf af, of wij in Nederland die inhaalslag nog gaan maken.”

In Nederland is het nog lang geen uitgemaakte zaak dat er zoveel aandacht aan het lichaam moet worden besteed. Dat heeft volgens Thorner een duidelijke oorzaak. ,,Het ligt moeilijk. Op de trainerscursus wordt er gewerkt volgens de methode van Raymond Verheijen. Hij  traint om niet geblesseerd te raken.”

,,Je kunt ook trainen om fitter te worden. Dan vallen de zwakkere mensen af. Dit is eigenlijk ook de wet van de natuur. Voetballers worden fysiek naar mijn mening niet uitgedaagd door de methode van Verheijen. Er zit een verschil in trainen om niet geblesseerd te raken of trainen om fitter te worden.”

Strandsessie van Thorner met spelers uit de Bollenstreek

Thorner vindt het geen sterke visie, maar de methode Verheijen maakt wel onderdeel uit van de Nederlandse trainerscursus. Daar ligt nog veel te winnen volgens de personal-trainer. Om zijn woorden kracht bij te zetten haalt de Lisser er een voorbeeld bij.

Duitsland
,,Georginio Wijnaldum zei een tijdje terug dat die nog nooit zo hard had getraind in Engeland. En dat is wel Europese top. Dan moeten ook een keer de ogen opendoen. In landen als Duitsland lopen ze echt tien jaar voor op dit gebied. Al vraag ik mezelf wel af, of wij in Nederland die inhaalslag nog gaan maken.”

Het walhalla voor een personal-trainer ligt misschien wel aan onze oostgrens. Zeker voor Thorner die daar zijn roots heeft liggen. ,,Ik heb wel wat connecties, maar leeftijd en ervaring is in Duitsland op dit vakgebied een belangrijke factor. Dan ben ik nog jong en onervaren met mijn 27 jaar. Ik heb vertrouwen erin dat er binnen een aantal jaar een mooie uitdaging voor mij komt bij een club.”