In de serie Oude Meesters blikken gerenommeerde (ex-)trainers terug, opzij en vooruit. Deze keer aandacht voor Wim Schaap. Als speler was hij jarenlang actief voor het Haagse Wilhelmus en daarna trainde hij tal van amateurclubs in de regio. In het dagelijks leven werkt hij bij de politie. Wim Schaap heeft een vriendin en woont in Rotterdam.
Na een succesvolle carrière als trainer, bij onder meer FC Lisse en Rijnsburgse Boys, streek Wim Schaap (60) vorig seizoen voor de tweede maal neer in Rijnsburg. Als medewerker technische zaken houdt hij zich bezig met de scouting en de doorstroming van de jeugd naar de senioren. De geboren Hagenaar voelt zich thuis op de Middelmors; hij heeft definitief afscheid genomen van het hoofdtrainerschap. ,,Ik heb er veel voor moeten doen en laten.”
We hebben afgesproken op het sportpark waar hij tussen 2001 en 2003 de plaatselijke zaterdagselectie onder zijn hoede had. In een voor hem vertrouwde ruimte, namelijk het kantoortje van de trainer, maakt Wim Schaap de balans op van ruim vijf decennia voetbal. Hij begon op zijn achtste met voetballen bij VUC, speelde tot zijn 36ste afwisselend bij die vereniging en Wilhelmus en werd daarna coach. Wat volgde, was een lange rij clubs – waaronder dus RBB.
De voormalige oefenmeester heeft een speciale band met de club waar hij inmiddels alweer een jaar deel uitmaakt van de technische commissie. ,,Ik heb, nadat ik was vertrokken als trainer, altijd contact gehouden en was hier altijd welkom. Rijnsburgse Boys voelt als een warm bad. Ik kan niet precies uitleggen wat dat is, het is een gevoel.”
Mentale weerbaarheid
Bij de Uien is de gedreven Schaap onder meer belast met de scouting voor de A-selectie. ,,Ik doe dat samen met bestuurslid Ed Bos, die ik al heel lang ken en met wie ik in mijn trainerstijd al een goede band had. Scouten is een apart vak, heel anders dan voetbalcoach. Waar we op letten? We kijken naar specifieke kwaliteiten, hoe spelers zich gedragen in het veld, hoe hun mentaliteit is. Dat laatste vinden we heel belangrijk.”
Over mentaliteit gesproken: de afgelopen twee jaar verzorgde hij voor zijn werkgever, politie eenheid Den Haag, trainingen mentale weerbaarheid. ,,Bepaalde zaken hieruit zijn ook toepasbaar in het voetbal. Om een voorbeeld te geven: er zijn spelers die negatief zijn over zichzelf. Wat ik doe, is aangeven hoe ze daar anders mee om kunnen gaan.” De inwoner van Rotterdam werkt al bijna veertig jaar bij de politie, in allerlei hoedanigheden. Tegenwoordig heeft hij een bureaufunctie. ,,Kort gezegd beoordeel ik datgene wat collega’s op papier zetten met betrekking tot zaken die bij het OM dienen.”
Hij maakt lange weken. Gemiddeld 3,5 dag per week is hij in Den Haag en daarnaast werkt hij een flink aantal uren in Rijnsburg. ,,Behalve scoutingswerkzaamheden coördineer ik de doorstroming van de jeugd naar het eerste elftal. We proberen de weg van het 2e en 3e naar het 1e wat korter te maken, zeg maar. Dat gaan we nu uitbouwen. Dit is mijn tweede jaar hier, we bekijken per jaar of ik doorga.”
Chemie
Wie zijn cv bekijkt ziet dat Schaap bij de meeste clubs waar hij werkte, twee jaar in dienst was. ,,Ik ben een trainer voor twee jaar”, concludeert hij glimlachend. “Weet je, ik ben… hoe zal ik dat eens zeggen… iemand die er fel bovenop zit. Ik eis veel van mezelf en van de mensen om me heen. Dan schop je weleens tegen schenen. De chemie tussen een spelersgroep en een coach is ontzettend belangrijk. Bij FC Lisse bijvoorbeeld moesten we het eerste jaar aan elkaars werkwijze wennen, om het seizoen erna te oogsten.”
In Lisse boekte het gevoelsmens zijn grootste successen. De geelblauwen werden in 2001 kampioen in de Hoofdklasse A en pakten de zaterdagtitel. ,,Rond de winterstop stonden we nog redelijk ver achter op Katwijk – ik geloof twaalf punten. Toen kwam de schwung erin. Ach, je moet ook een beetje geluk hebben. En we hadden goeie spelers, zoals Leon van der Zwet, Jerrel Linger en Edwin de Graaf, die er dat jaar bij was gekomen. Er stond echt een team.”
Het jaar erna vertrok hij naar Rijnsburgse Boys. Daar werd hij achtereenvolgens zesde en vijfde in de hoofdklasse. In de jaren die volgden trainde Wim Schaap nog diverse clubs, waaronder Westlandia en TONEGIDO. Laatstelijk was hij actief bij zondaghoofdklasser vv Nieuwenhoorn.
Niet aan komen waaien
Bij de club in Hellevoetsluis beleefde de politie-inspecteur het grootste dieptepunt uit zijn sportieve loopbaan. Eind oktober 2013 werd hij door de KNVB voor achttien maanden geschorst, na een akkefietje op het veld. Hij zou bij een opstootje voorafgaand aan een thuisduel van Nieuwenhoorn 2 een speler van de tegenstander hebben geslagen. In hoger beroep werd de straf teruggebracht tot tien wedstrijden. Onlangs werd Schaap, die altijd heeft ontkend, volledig vrijgesproken.
Het incident heeft er behoorlijk ingehakt. ,,Ik heb er slapeloze nachten van gehad. Het is de reden geweest dat ik heb gezegd: ik stop als hoofdtrainer. Gelukkig blijf ik dankzij mijn huidige functie toch betrokken bij de voetballerij. Overigens heb ik een goede band met RBB-hoofdtrainer Niek Oosterlee en zijn assistent Dick Heemskerk.”
Al met al kan hij terugzien op een mooie trainerscarriere, stelt hij. “Veel mensen denken dat het je komt aanwaaien. Dat zie je terug in de maatschappij en daar kan ik me weleens aan ergeren. Toen ik zelf nog voetbalde was het ondenkbaar dat selectiespelers in de voorbereiding op het nieuwe seizoen met vakantie gingen. Tegenwoordig is dat heel normaal. Ik vind: als speler heb je ook plichten. Die plichten zouden ze contractueel vast moeten leggen, inclusief restricties: twee weken niet voetballen, betekent twee weken geen vergoeding. Zelf heb ik er altijd veel voor moeten doen en laten. Dat vond ik niet erg, want ik heb er veel voor terug gekregen. Daarbij had ik het geluk dat ik werd uitverkoren om al die mooie clubs te trainen; dat zie ik echt als een voorrecht.”
Tekst: Jaap van Ekeris
Foto: Jaap van Ekeris