Voor Quick Boys en Leen van der Plas (49) ging op 20 juni 1992 een langgekoesterde wens in vervulling. Met een team wat voor een groot gedeelte uit Katwijkers bestond pakte de aanvaller in een tweekamp met Rheden de algehele amateurtitel. Iets waar met name de jongere generatie Quick Boys-supporters  alleen maar van kan dromen. Het seizoen ervoor waren de Katwijkers ook al afdelingskampioen geworden, maar toen greep Quick Boys op weg naar het zaterdagkampioenschap nog naast de hoofdprijs. Om twaalf maanden later wel de kroon op het werk te zetten.

 ,,Uiteraard vormt het behalen van de landstitel het hoogtepunt uit mijn loopbaan als voetballer. Maar daar hoort het kampioenschap van het jaar daarvoor net zo goed bij. Die titel was de eerste in 25 jaar voor Quick Boys. Iedereen had er zo lang op gewacht. We snakten er allemaal naar”, vertelt een nu nog nagenietende Van der Plas, die pas als elfjarige voetbalschoenen aantrok. ,,Op dat moment  speelde mijn broer Teun al bijna in het eerste. Bij mij kwam het er eerst niet van, maar uiteindelijk ben ik toch lid geworden en gebleven natuurlijk.”

Derde helft
Hierna ging het snel. Nauwelijks zes jaar later debuteerde de rappe Van der Plas in het blauwwitte vlaggenschip. Onder Martin van Vianen draaide het team, dat in de tachtiger jaren van de vorige eeuw grossierde in tweede plaatsen, bepaald niet naar wens. Samen met Kees Varkevisser werd Van der Plas van de ene op de andere dag uit de A-junioren naar het eerste overgeheveld. ,,Ik debuteerde bij Huizen. We wonnen met 4-1 en in die eerste wedstrijd pikte ik ook nog een goaltje mee’’, herinnert hij zich. Vervolgens maakte hij twaalf seizoenen lang deel uit van de blauwwitte selectie, die na eerst nog enkele tweede plaatsen te hebben behaald, in het seizoen 1990-1991 eindelijk de macht greep. ,, Die titel maakte zoveel los, ongelofelijk. Op zo’n moment word je geleefd. Echt onvoorstelbaar.”

Na twaalf seizoenen, met 160 competitiewedstrijden en zo’n vijftig goals, vond de toen nog geen dertig jaar oude aanvaller het welletjes en zette een punt achter zijn loopbaan, om daarna met zijn oud-teamgenoten vijf seizoenen een balletje te trappen in het vijfde. ,,Bij mij was het niet alleen voetbal. Bovendien is twaalf seizoenen bij het eerste elftal best lang. Ik leefde er niet altijd naar, vond de derde helft ook belangrijk”, vertelt de rappe vleugelspits, die gezegend was met een flinke portie techniek en een goede voorzet in huis had. ,,Ik vond het welletjes. Een goede beslissing, nu nog. Ik heb samen met mijn broer Teun in het eerste gespeeld en ook met jongens als Mart van der Plas en Theo Guijt. Allemaal klassespelers. Het is voor hen alleen sneu dat zij nooit kampioen zijn geworden.”

Liefhebber
Een kop-specialist was Van der Plas bepaald niet, maar juist aan dat feit bewaart hij nog altijd goede herinneringen, die 25 jaar na dato nog regelmatig worden opgehaald. Zoals bijvoorbeeld een uitduel bij Sparta Nijkerk onder Arjen van der Werf. ,,Die hamerde er toen  meerdere malen flink op dat we zoveel mogelijk over de grond moesten spelen bij gebrek aan echte koppers. Je raadt al wat er gebeurde. Uitgerekend in dat duel kopte ik er twee in. Echt  hilarisch. Dingen die je nooit vergeet. Daar hou ik van. Als speler was ik een echte liefhebber, maar wel erg wispelturig. Het was altijd een vier of een acht. Een middenweg was er niet. Genieten stond bij mij voorop en dat heb ik ook gedaan!”

Na definitief gestopt te zijn en in het bezit van TC3 had Van der Plas vijf seizoenen diverse jeugdelftallen van Quick Boys onder zijn hoede. Om daarna de overstap naar de reserves te maken. ,,Dat werden drie fantastische jaren waarin we ver kwamen in de beker en landskampioen werden. Lekker werken in de schaduw, totdat me gevraagd werd om assistent te worden van John Blok. Dan kom je echt in de storm terecht. Zowel als er successen zijn, als in een periode dat het minder gaat. Op Nieuw Zuid is het altijd hectisch en als jongen van de club zit je er middenin. Je bent trainer en supporter tegelijk. In een periode dat het niet goed gaat, en dat kwam nog weleens voor, word je er overal op aangesproken. Ik werk als huisschilder in Katwijk en dan weet je wel hoe het gaat. Je bent en blijft aanspreekpunt van supporters.”

Koesteren
Na Blok kreeg Van der Plas achtereenvolgens te maken met Jasper de Muijnck, Wilfred van Leeuwen en Jos van Eck. Van der Plas: ,,Het laatste jaar van Wilfred was echt fantastisch, maar dat  we de titel en daarmee en promotie misliepen was natuurlijk klote.” Het seizoen erna zette Van der Plas een punt achter zijn assistent-trainerschap. ,,De druk was enorm en toen heb ik besloten om op te stappen.  Het was gewoon niet leuk meer. Het plezier was weg. Zat ik ineens elke avond thuis op de bank bij mijn vrouw Marja. We kenden elkaar zo’n dertig jaar, maar dat was voor beiden wel even wennen. Ze heeft me altijd gesteund in al die jaren, anders had ik me nooit zo lang met ziel en zaligheid voor mijn club kunnen inzetten. Daarvoor verdient ze een groot compliment.”

Nieuw Zuid verdween echter niet uit zijn leven. Van der Plas is sinds twee jaar toegevoegd aan het scoutingsapparaat. Daarnaast heeft hij samen met Arie van Duijn dit seizoen de Quick Boys beloften onder zijn hoede. ,,Allebei mooi om te doen. Vooral het bekijken van potentiële spelers  bevalt me prima. Je komt bij allerlei clubs en werkt lekker op de achtergrond. Het gaat nu goed met de club en als iedereen fit en heel blijft komt het goed. Daar ben ik van overtuigd. Ik hoop het scoutingswerk nog wel even vol te houden. En op zaterdag altijd even terug naar de club. Daar tref ik nu nog altijd veel spelers waarmee ik ooit speelde. De derde helft is nog altijd belangrijk voor me. Dat blijft er bij horen. Zulke dingen moet je koesteren.”

Foto: Orange Pictures

POPULAIRE BERICHTEN