Het is voor hem soms lastig nee zeggen. Met zijn ziel en zaligheid zet Richard Heemskerk (31) zich in voor zijn club Rijnsburgse Boys. Al tien jaar lang is het wedstrijdsecretariaat bij hem in betrouwbare handen. ,,De organisatie van de club naar een hoger plan tillen. Dat is mijn motivatie.”

Je hebt denkers en doeners, ondernemend ingestelde mensen en juist afwachtende. Heemskerk behoort tot het type mens dat graag het heft in handen neemt. Plannen en organiseren, dat is bij hem wel in vertrouwde handen. Samen met drie compagnons van het wedstrijdsecretariaat zorgt hij er wekelijks voor dat iedereen bij Rijnsburgse Boys op zaterdag de wei in kan. Dat lijkt vanzelfsprekend, maar is het niet. Er gaat een behoorlijke organisatie achter schuil.

,,Het is leuk en veelzijdig”, vertelt Heemskerk. ,,Er gaat tegenwoordig veel digitaal, waardoor het proces sneller verloopt. Vroeger moest je bijvoorbeeld hemel en aarde bewegen om een wedstrijdje te verzetten, tegenwoordig gaat dat veel eenvoudiger. Er is veel onderling mailverkeer en we zijn veel bezig met het opstellen van schema’s.”

Heemskerk steekt er naar eigen zeggen wekelijks zo’n tien tot vijftien uur in. ,,Dat is best pittig”, weet hij. ,,En thuis krijg ik niet altijd vrolijke gezichten als ik weer eens achter mijn laptop kruip. Maar ik probeer nu veel doordeweeks te doen, waardoor ik niet meer de hele zaterdag op de club hoef te zijn. De ontvangst wordt door anderen gedaan.”

Tegenwoordig ziet de KNVB extra streng toe op spelerspassen. Zo is de visuele controle in het leven geroepen. Heemskerk juicht dat alleen maar toe. ,,Dat er niet meer gesjoemeld kan worden, vind ik een goede zaak. Het kan niet zo zijn dat Jan en alleman zomaar op het veld staan. Een mooi, eigenlijk slecht, voorbeeld is de dood van Richard Nieuwenhuizen. Er waren twee jongens bij betrokken die geen pas hadden. Bovendien ben je zonder pas op het voetbalveld niet verzekerd.”

Bewustwording

Met Piet van Bezouw regelt Heemskerk ook de aanstelling van scheidsrechters voor de lagere jeugd en E en F pupillen. Om de bewustwording te vergroten, worden op de laatste categorie spelers van de C-selectie gezet. Heemskerk: ,,Jongens van die leeftijd hebben vaak een grote mond. Nu ervaren ze in de praktijk dat het toch niet meevalt.”

Ondanks zijn grote liefde voor Rijnsburgse Boys heeft Heemskerk zelf minimale voetbalbagage. In de D-tjes stopte hij, om zich vervolgens toe te leggen op een heel andere tak van sport, tafeltennis. Uiteindelijk haalde Henk de Wolde hem jaren later over wat voor Rijnsburgse Boys te gaan betekenen. Tien jaar na dato heeft Heemskerk daar nog altijd geen spijt van.

,,Het streven om de organisatie op een hoger plan te brengen, blijft mij motiveren. Ik vind het hartstikke leuk om te doen.” Rijnsburgers staan bekend om hun vooruitstrevendheid. Een goed voorbeeld is de indrukwekkende tribune, waarmee Rijnsburgse Boys tien jaar geleden zijn tijd ver vooruit was. ,,Het ene jaar pakt dat beter uit dan het andere”, stelt Heemskerk. ,,De tijd staat niet stil. Als je wilt aanhaken, moet je ambitieus zijn en voorop gaan in de strijd.”

Sfeer

Heemskerk plaatst daar ook een kanttekening bij. ,,De sfeer is niet altijd beter bij de club. Het is niet meer zoals vroeger ouwe jongens krentenbrood. Ik snap het ook wel, want de club wil vooruit en dan kan niet alles meer.” Zelf is Heemskerk ook geen fanatieke aanhanger van het eerste. ,,Ik vind dat een club veel groter is dan het eerste. Juist wat daarachter zit, is de basis.”

Vanuit die filosofie zet Heemskerk zich al jaren in voor Rijnsburgse Boys. Op verschillende gebieden. Want Heemskerk is ook nog verantwoordelijk voor de contributie en ledenadministratie en draagt veelvuldig zijn steentje bij de organisatie van verschillende toernooien, zoals het G-toernooi, Uientoernooi en Zwiebeln-toernooi.

Als beloning voor zijn inspanningen werd Heemskerk onlangs tot vrijwilliger van het jaar gekozen. Een mooie erkenning, maar klaar is de Rijnsburger nog lang niet. ,,Uiteindelijk ben ik een onderdeel van het geheel en draagt iedereen op zijn of haar manier bij aan het resultaat. En dat kan in mijn geval ook zomaar in de toekomst in een andere (organisatorische) functie zijn.’’