Als Barry Opdam het over moet doen, zou hij dezelfde weg bewandelen. Dat de voormalig verdediger van het Nederlands Elftal nooit in de jeugdopleiding van een BVO speelde, ziet hij eerder als een voordeel dan een nadeel. Omringd door vrienden leidde hij een onbezorgde jeugd, ver weg van professionele voetbalacademies en de verleidingen van de stad. Pas na zijn doorbraak in de hoofdmacht van FC Lisse, kwam Opdams voetbalcarrière in een stroomversnelling. ,,Ik ben blij hoe het gelopen is.”

,,Achteraf gezien heb ik alles uit mijn loopbaan gehaald”, zegt Opdam. ,,Ik heb geen spijt dat ik nooit in de jeugd van een BVO heb gespeeld. Misschien ben ik daardoor juist wel succesvol geworden. Dorpsjongens willen in de stad nog wel eens ondersneeuwen. Misschien was ik het plezier wel kwijtgeraakt. Ik heb bij Lisse altijd met plezier gevoetbald. Ik ging lekker op de fiets naar de club. Er was geen gerommel met busjes en dat ik elke dag maar moest haasten.”

We spreken de inmiddels 38-jarige Opdam op een doordeweekse dag, in de ochtend. Dat tijdstip geniet zijn voorkeur vanwege zijn werkzaamheden als jeugdtrainer bij FC Volendam. Plaats van handeling is wegrestaurant De Engel, al twintig jaar de plek waar Opdam zijn interviewafspraken afwerkt. ,,Omdat iedereen dat wel kent”, grijnst hij.

Ontspannen

Bij binnenkomst raakt Opdam direct aan de praat met het personeel. Ontspannen doet hij zijn verhaal. In het voorjaar van 1995 was dat wel anders, bij zijn eerste interview. Het was wennen voor hem, die aandacht. Opdam was met zijn negentien jaar de rijzende ster van FC Lisse en toen nog onwetend van de mooie carrière die hem te wachten stond. Anderhalf jaar later verkaste Opdam naar AZ, waar hij twaalf jaar speelde. De achtvoudige international beleefde een buitenlands avontuur bij Red Bull Salzburg en sloot af bij FC Volendam.

Hoewel ruim dertig jaar geleden, kan Opdam zich zijn eerste stappen op voetbalgebied nog goed heugen. ,,In die tijd mocht je pas beginnen als je zes jaar was, maar ik was op mijn vijfde niet meer te houden. Dispensatie is een groot woord, maar ik mocht vervroegd beginnen bij de Ukkies, op woensdag.

Lekker voetballen, was het credo. Al snel werd duidelijk dat Opdam talentvol was, maar dat was toen nog van ondergeschikt belang. ,,Daar was ik helemaal niet mee bezig. Van huis uit werd meegegeven dat voetbal een teamsport is. Het besef dat ik talent had, kwam pas later. Dat wordt dan van buitenaf tegen je gezegd.”

Hemel prijzen

De jeugdige Barry stond niet als overijverig bekend. ,,Als ik de middencirkel uitkwam, zeiden ze al: zo zo. Ik was niet iemand die de ploeg op sleeptouw nam. Ik stuurde meer, zodat ik zelf vrij bleef.” Bovendien werd Opdam door vader Ap met beide benen op de grond gehouden. ,,Ik kreeg meer op mijn kloten dan dat ik de hemel in geprezen werd. Als ik drie keer had gescoord, dacht ik ‘hoppa’. Mijn moeder was dan trots, maar mijn vader zei: ‘Je had er zes kunnen maken’.”

De ontwikkeling van Opdam bleef binnen Lisse niet onopgemerkt. Als A-junior mocht hij gaan meetrainen met het eerste. Opdams droom – het halen van de zaterdag 1 – kwam met rasse schreden dichterbij.

,,Ik was natuurlijk een onderdeurtje uit de A1. Dan kwam ik aanlopen en moest ik een rondootje met mannen als Ens, Van der Putten en Van der Zwet doen. Kreeg ik vervolgens ballen op heuphoogte aangespeeld. Dan zei je niet: ‘Ik ga er niet in’. Maar ik werd met open armen ontvangen. Het was een leuke tijd. Ik ging met plezier naar de trainingen. Ruud Brörings enthousiasme was zijn kracht. Hij kon als geen ander echt één team van maken.”

Morgen vertelt in Opdam deel 2 hoe zijn opmars verder gestalte kreeg, vertelt hij over Zlatan en Van Nistelrooy en legt hij uit waarom hij nu veel voldoening haalt uit het voetballen in FC Lisse 10. 

POPULAIRE BERICHTEN