Het is denk ik nog een kleine minuut tot de aftrap. Nadat onze aanvoerder de toss heeft gewonnen, roept hij iedereen bij elkaar. Het gros van ons kijkt verbaasd op. Of we allemaal in zo’n kringetje willen gaan staan. Vast en zeker heb jij dat ooit op tv gezien? Bij Real, Barca of Manchester City.
,,De trainer had bedacht dat wij dat ook maar moesten gaan doen. Dat is goed voor de uitstraling”, aldus onze inmiddels ongemakkelijke captain. Wat volgde was een persiflage op een peptalk die eindigde in een soort van oerkreet. Zodat de tegenstander en de toeschouwers hopelijk dachten. ‘Zozo, die zijn er klaar voor…’
‘Rocky Pitti vond het prachtig en nam dan ook vaak het woord. Ging helemaal nergens over. Over zijn werkweek of de basisschool van zijn zoontje.’
Ik heb sindsdien vaak in zo’n kringetje gestaan. Niet dat het werkte, maar vooral omdat het moest. Want ja, dat deden ze op tv ook. Alsof we daardoor ineens beter gingen voetballen…Na verloop van tijd werd dat kringgesprek door ons steeds meer op de hak genomen.
Zo vond Rocky Pitti het prachtig en nam dan ook vaak het woord. Ging helemaal nergens over. Over zijn werkweek of de basisschool van zijn zoontje. Wel verdwenen op een gegeven moment de woorden en werden het harde kreten. Altijd eindigend met zo’n onverstaanbare brul. Want dat klonk zo goed.
Scherp zijn
Begrijp me niet verkeerd: zo’n peptalk kan zeker goed werken. Maar dan moet je het wel menen. Zie een goed voorbeeld onder deze column. Dat hoeft en kan ook niet elke week. Doe je het wekelijks dan is het logisch dat het vaak hetzelfde verhaal wordt met algemeenheden als kom op, scherp zijn of we moeten deze pot winnen.
Goed bedoeld hoor. Maar die algemeenheden werken niet. Ze komen niet aan. Want wat betekent precies ‘kom op’ of ‘scherp zijn’? Wat wil je dan dat ik doe? Heel hard rennen? Iemand een doodschop geven? Of heel veel klagen bij de scheids? Ben ik dan scherp? Ik weet het niet.
‘Dus aanvoerders, trainers of wie het woord ook neemt: zo’n kringetje op het veld, doe dat nou niet elke week omdat het moet.’
Hoe dat komt? Ons brein is nu eenmaal niet zo goed in het uittekenen waarom dingen wel goed zullen gaan. Daarbij zit het ook niet onze cultuur, die borstklopperij. Doen we dat wel, dan komen we vaak niet verder dan een slap aftreksel van een peptalk. Ons brein is daarentegen wel heel goed in het uittekenen waarom dingen niet goed zullen gaan.
Kringetje
Ga maar bij jezelf na. Dat gebeurt vaak zeer specifiek waardoor je gaat twijfelen, misschien wat faalangstig wordt. Best logisch, want hoe specifieker je iets omschrijft hoe beter het gedrag voorspelt. Tja, en zeg nou zelf. ‘Kom op’ is nou niet heel specifiek.
Dus aanvoerders, trainers of wie het woord ook neemt: zo’n kringetje op het veld, doe dat nou niet elke week omdat het moet. Heeft niet zoveel zin. Doe je het wel, bereid je dan voor. En zorg dat het aankomt door niet alleen te menen wat je zegt maar ook door het te hebben over specifieke handelingen zodat iedereen weet welk gedrag daarbij verwacht wordt. Weet je het dan nog steeds niet? Check dan maar gewoon dit filmpje:
Bram Meurs begeleidt en traint voetballers uit het betaalde voetbal op mentaal vlak. Hij schreef in dat kader als basis de boeken Kopsterk (2010) en VoetbalPsychologie (2014). Daarnaast speelde hij acht jaar voor VV Noordwijk en is hij mede oprichter van het platform Voetbal in de Bollenstreek. Te volgen via @brammeurs.
Lees ook: ‘Column: het wankele voetstuk van Kuyt en Van der Sar’