Katwijk – FC Rijnvogels was voor velen misschien een doorsnee en onbeduidend bekerpotje, maar niet voor Danny de Jel. De linksback was in de zevende hemel over het halfuurtje speeltijd dat hem werd gegund. Bijna anderhalve maand nadat bij De Jel de ziekte van Pfeiffer was geconstateerd, stond hij alweer op het veld. ,,Ik ben als een kind zo blij.”
Begin oktober leefde iedereen op de Krom nog tussen hoop en vrees over De Jel. De Hagenaar bleek de ziekte van Pfeiffer te hebben. Het vervelende daarvan is dat er geen termijn aan gekoppeld kan worden. Of zoals trainer Dick Schreuder zei: ,,Hij kan over drie weken terug zijn, maar het kan ook een jaar duren.”
De Jel toonde zich in een interview met VIDB strijdbaar en zei van het positieve scenario uit te gaan. Uiteindelijk kreeg hij het gelijk aan zijn zijde. Anderhalve week geleden speelde De Jel mee bij het tweede, en zaterdag volgde zijn rentree in de hoofdmacht. De linkspoot denkt vrijwel zeker van de ziekte van Pfeiffer verlost te zijn.
Niet nodig
,,Je voelt gewoon dat de ziekte uit je lichaam is. Ik merk de laatste twee weken dat ik weer energiek ben en weer lange dagen kan maken. Voor de zekerheid zou ik nog bloed moeten laten prikken, om te kijken of het volledig uit mijn lichaam is. Maar zoals ik me nu voel, denk ik dat het niet nodig is.”
Zijn vlotte herstel is ook voor De Jel een verrassing. ,,Ik had eigenlijk niet verwacht zo snel terug te komen. In het begin was ik echt goed ziek. De eerste twee weken heb ik nauwelijks iets gegeten. In totaal was ik zes kilo kwijtgeraakt.” Inmiddels heeft De Jel de helft daarvan weer terug. ,,Door krachttraining te doen, maar ook weer door normaal te eten.”
Van vermoeidheid – het bekendste kenmerk van de ziekte van Pfeiffer – heeft De Jel weinig last gehad. ,,Dat is het niet echt geweest. Ik had keelontsteking. Dat was het voornaamste, en daar moest ik echt vanaf. Uiteindelijk ben ik na 3,5 week weer gaan werken en ook gaan trainen. Het begin was wel wennen. Dat is logisch als je drie of vier weken op bed hebt gelegen.”
De Jel behoorde voor zijn ziekte tot de fitste spelers van Katwijk en stroomde ook weer op een redelijk niveau in. ,,Het was qua conditie niet zoals het was, maar wel voldoende in ieder geval. Ik ben ook voor mezelf extra dingen gaan doen om kracht terug te krijgen. Zoals krachttraining, lopen en sprintjes trekken. Ik wil helemaal fit aan de tweede seizoenhelft beginnen. Alles wat ik nu meepak is extra. Met dit halfuurtje had ik eigenlijk geen rekening gehouden.”
Complimenten
De Jel werd tijdens zijn absentie vervangen door twee rechtspoten. Dat kwam het aanvalsspel niet altijd ten goede. Toch vindt De Jel het te ver gaan om te stellen dat Katwijk hem nodig heeft. ,,Ik vind dat ze het allemaal heel goed hebben gedaan. Complimenten voor Omar en Michiel. Omar is eigenlijk hetzelfde type als mij, maar dan op rechts. Qua voetbal was het misschien wat minder. Ik ben een linkspoot en vind mezelf voetballend sterk. Zoals je tegen Rijnvogels zag, gaat Donny (van Oijen) ook wel weer beter spelen, omdat ik hem kan voeden. Ik probeer gewoon mijn steentje bij te dragen.”
Één ding moge duidelijk zijn. De Jel is maar wat blij dat hij weer op het veld staat. ,,Ik ben alles weer gaan waarderen”, stelt hij. ,,Soms ging ik op maandag wel eens naar de voetbal en dan had ik weinig zin. Dat heeft iedereen wel eens. Nu elke training, al gaan we driekwartier lopen, ben ik echt dolgelukkig. Zo blij als een kind. Ik denk dat ik qua fitheid tussen de 85 en 90 procent zit. De laatste tien procent zijn wel het zwaarst. Ik moet gewoon veel duels spelen, minuten maken. Dat wordt wel lastig, omdat het team goed draait.”
Tekst: Gerben Oostdam
Foto: Aad de Winter/www.bobkat.nl