Niels Buijs (FC Lisse) is er één die het tegendeel bewijst. Ricardo Kuyvenhoven idem dito (Quick Boys). Het zijn ‘najaarsjongens’. Beiden geboren in het laatste kwartaal van de maand. Buitenbeentjes in het voetbal. Als je tenminste bekend bent met het geboortemaandeffect.
Wat is er toch de laatste tijd aan de hand met het voetbal op nationaal niveau? Europese successen blijven uit, met uitzondering van de finaleplaats van Ajax op de Europa League van bijna een jaar geleden. ‘We’ halen al twee eindrondes niet meer met ons eigen Nederlands elftal.
Ondertussen rollen verschillende analisten over elkaar heen met theorieën over de ’teloorgang’ van ons Nederlandse voetbal. Wat kan er anders? Wat moeten we beter doen? En begint dat niet gelijk in de jeugd?
Een veel terugkerende theorie is die van het geboortemaandeffect. Spelers die in het laatste kwartaal van een jaar zijn geboren, hebben relatief minder kans om door te breken. Geen gekke gedachte. Stel je bent speler van JO-12 en in januari geboren. Dan ben je waarschijnlijk vroeger rijp dan een teammaatje die in oktober jarig is.
,,Je kan dan niet aan iedereen dezelfde intensiteit geven, zo ontstaan er blessures.”
Trainers die op de korte termijn kijken naar de prestaties van het team of de spelers, zien misschien een verder ontwikkeld jongetje, die een paar maanden eerder is geboren. De kleine Messi van de maand november wordt over ’t hoofd gezien, fysiek overlopen.
Michiel de Hoog, journalist bij de Correspondent, doet al langer onderzoek naar dit effect. Hij vroeg de afgelopen maanden de geboortedata op van de spelers in de Jupiler League en Eredivisie. En daar kwam een bijzondere grafiek uit.
Bron: De Correspondent (Michiel de Hoog)
De cijfers zijn duidelijk. Hoe later je geboren bent in het jaar, hoe minder kans je hebt om door te breken als voetballer. FC Lisse-spits Bas Buimer is ook bekend met de theorie. De aanvaller is fysiotherapeut en momenteel bezig met zijn master bewegingswetenschap af te ronden.
,,Als je teams van jongens tussen de 11 en 12 jaar rankt op niveau, zie je dat de teams die hoger spelen, lager in de geboortemaand zitten.” Door die opvallende conclusie ging Buimer verder kijken. Spelers moeten toch ook vanwege hun kwaliteiten kunnen opvallen?
Groeispurt
Volgens Buimer staren veel trainers zich inderdaad blind op de korte termijn. Op de prestatie van dat moment. Ook het fysieke aspect krijgt te veel aandacht. Zijn visie is: kijk bij de jeugd vooral naar voetbalskills.
,,Maar voetbal wordt bepaald door meerdere factoren. Het technische aspect hoort daar ook bij. Als je die met elkaar vergelijkt dan zie je dat spelers – van de leeftijd 11 en 12 – die tussen januari en maart zijn geboren technisch bijna hetzelfde zijn onderlegd als spelers die tussen oktober en december zijn geboren. Technische skills zijn een indicator voor talent op die leeftijd. Kracht en snelheid wordt pas echt belangrijk na een groeispurt.”
De spits legt uit hoe belangrijk de levensfase voor een voetballer is rond het begin van z’n pubertijd en hoe tegelijkertijd misleidend die leeftijdsfase ook kan zijn. ,,Daar bestaat een ’tool’ voor: de ‘Peak Height Velocity’. Die berekent uit wanneer een kind volop in z’n groeispurt zit.” Dat model is gemaakt door Rene Wormhoudt, fysiotherapeut van het Nederlands elftal en Jan Willem Teunnissen.
,,De groeispurt is een moeilijk moment voor een kind. Voor de ene speler begint die eerder dan een ander. Op het moment dat je er net in zit of hebt gehad, kan het weleens voorkomen dat je moeite hebt om goed te bewegen met je net gegroeide ledematen. De intensiteit en volume van de training is dan heel belangrijk voor een kind. Je kan dan niet aan iedereen dezelfde intensiteit geven, zo ontstaan er blessures.”
,,Door vroeg bij een topclub te zitten wordt er veel van een van je gevraagd, eenzijdig belasten geeft blessures en vaak wordt het plezier ook minder. Dan krijg je uitvallers.”
,,Dit probleem speelt niet alleen bij de profclubs, maar bij het amateurvoetbal misschien nog wel meer. Met alle respect, maar daar staan toch minder geschoolde trainers voor een groep. In amateurvoetbal is alles nog meer op de korte termijn gericht. De grote, sterke jongens pieken. Terwijl je meer op de lange termijn moet kijken wie er potentie heeft.”
,,Ik denk dat het überhaupt voor jeugdopleidingen handiger is op later te gaan scouten. Door vroeg bij een topclub te zitten wordt er veel van een van je gevraagd, eenzijdig belasten geeft blessures en vaak wordt het plezier ook minder. Dan krijg je uitvallers. “
Theo Guyt, hoofd jeugdopleiding van Quick Boys, erkent de theorie, maar geeft gelijk toe dat het bij de Katwijkse club wel een punt van aandacht is, maar nog geen prioriteit heeft. De opleiding moet na de veranderde functie van Gert Aandewiel, hij is van hoofd-jeugdopleiding weer coach van het eerste geworden, eerst weer de juiste namen op de juiste plekken krijgen.
,,Maar we zijn bekend met het geboortemaandeffect. We verzamelen daarom op dit moment al veel data. Meten is weten. We hebben een cijferdatabase die door onze fysiotherapeut wordt bijgehouden. Zo zagen wij dat jongens tussen de 17 en 21 moeite hadden om het tempo van het eerste bij te houden. Zeker op fysiek gebied. Dat is nu beter op elkaar afgestemd door
het onderdeel fysieke training tot te voegen.”
Potential
Het beste voorbeeld is Kuyvenhoven. Die in Katwijk misschien wel wordt gezien als een exceptioneel talent. De voetballer is geboren in oktober en mocht als ‘laatbloeier’ een jaartje overslaan in de A-jeugd. Kuyvenhoven kon zich op die manier eerder bij de senioren gaan ontwikkelen en rustig als via de status ‘potential’ doorgroeien naar een volwaardige a-selectiespeler.
,,Cijfers worden steeds belangrijker, ook bij de senioren. En op die manier kwamen we erachter dat de cijfers van Ricardo meer richting het niveau moest van de spelers binnen de a-selectie.”
Ricardo Kuyvenhoven ontwikkelde zich in recordtempo tot volwaardig a-selectielid van Quick Boys
Toch vindt Buimer dat alleen het fysieke aspect en dus alle cijfers niet zaligmakend zijn. ,,In Nederland was de Raymond Verheijen methode bijna heilig. Elke coach die bij de KNVB wordt opgeleid krijgt deze methode mee. Maar hij traint op een manier om spelers niet geblesseerd te laten raken. Echt fitter worden voetballers er niet van. In andere landen worden voetballers echt fitter. Bijna tegen overbelasting aan.”
Overlopen
,,Een goed voorbeeld was de wedstrijd Nederland – Frankrijk van de zomer in 2017. Daar werden we totaal overlopen. En dat is gek. We hebben in Nederland het materiaal en de middelen. Duitsland, Frankrijk en Engeland lopen echter toch voorop. En dat komt echt op de manier waarop de senioren training krijgen. De jeugd heeft het talent wel, maar kan als het senior is fysiek de stap met het buitenland niet aan.”
,,Kijk maar naar Zlatan Ibrahimovic. Hij deed aan Teakwondo en kickboksen. En plukt met gemak een bal uit de lucht met gestrekt been.”
,,We moeten ook durven om naar oplossingen te kijken in andere sporten. Er is veel beweegarmoede. Oftewel kinderen bewegen weinig of veelal hetzelfde. Door andere sporten te beoefenen, leren kinderen beter te bewegen en in oplossingen qua bewegen te denken. Daarnaast geeft het afstappen van eenzijdig belasten minder blessures.”
,,Betere bewegers geeft uiteindelijk beter voetballers. Gekke oefeningen kunnen goede oplossingen zijn. Kijk maar naar Zlatan Ibrahimovic. Hij deed aan Teakwondo en kickboksen. Hij is nu zo ontzettend atletisch. En plukt met gemak een bal uit de lucht met gestrekt been.”
Peak Height Velocity
,,We moeten met de kinderen ook niet zo vroeg naar een groot veld met 11 tegen 11 willen gaan. Daar komen juist weer degenen bovendrijven die het meeste kracht hebben. Door in de kleine ruimte te spelen heb je meer balcontacten en word je gedwongen meer in oplossingen te denken, zowel qua bewegen als voetbal-inzichtelijk. De KNVB is daar op een positieve manier mee bezig.”
,,Voor trainers kan het handig zijn om die ‘Peak Height Velocity’ tool te gaan gebruiken. En ook zelf periodiek de voetbalskills te gaan meten via een ‘Football Track.’ Die zet de verandering in groei en kracht uit tegen de vooruitgang in voetbalskills en dus coördinatie. Deze zijn namelijk veel belangrijker bij jonge voetballertjes.”