Hij gold bij zijn vorige club, zondagtopklasser Koninklijke HFC, als een ware doelpuntenmachine. Met die status verdiende Martijn Tjon-A-Njoek een transfer naar de Bollenstreek en streek neer bij FC Rijnvogels. Maar daar blijven de doelpunten, om verscheidene redenen, vaker uit dan hem lief is. Het verleidde de spits tot een overgang naar Rijnsburgse Boys waar hij, niet geheel toevallig, wordt herenigd met trainer Pieter Mulders, en een aantal oud-ploeggenoten die meeverhuizen naar de Middelmors.

,,Dat is wel de hoofdreden”, geeft de 26-jarige in Hoofddorp woonachtige spits toe. ,,Samen met het feit dat ik niet nog een jaar linksbuiten wil spelen.” Sommige spelers tekenen voor een plek als linksbuiten bij een hoofdklasser. Tjon-A-Njoek niet. Als spits in de Hoofd- en Topklasse was hij in vier seizoenen 78 keer trefzeker. Aan de buitenkant spelen, klinkt voor hem als Chinees. Toch is hij op de Kooltuin daar verzeild geraakt. Als een plantje dat niet genoeg water krijgt, verpietert hij er.  Hoe is hij in die situatie terecht gekomen?

,,De eerste maand, in augustus ergens, raakte ik al geblesseerd. Daarna heb ik het goed opgepakt en een aantal duels in de spits gespeeld en het volgens mij best redelijk gedaan. Ik pikte mijn doelpuntjes mee. Alleen had ik wel wat moeite met de omschakeling van zondag naar zaterdag. Verdedigers zijn veel fysieker, zitten er korter op. Ik heb daar wel aan moeten wennen. Het is nog harder werken om een bal vast te houden. Dat is de laatste maanden wel steeds beter gegaan.”

Misrekening?
,,Vervolgens raakte Mitchel Beyersbergen geblesseerd en toen ben ik op de buitenkant gezet. Daarna raakte onze linksbuiten geblesseerd en intussen deed Niels van Veen het in de spits zo goed, dat ik toen op links ben beland. Ik heb daar ooit wel eens gespeeld, maar ik ben een pure spits. Ik speel geen zes man uit. Het liefste schiet ik gelijk op goal.” Een uitleg heeft hij aan trainer Hein van Heek nooit gevraagd. ,,Ik heb het daar niet over gehad. Niels doet het goed, dat is de reden denk ik.”  Toch is hij met negen treffers ‘gewoon’ topscorer van Rijnvogels. Heeft het scoutingapparaat van de club niet gewoon een misrekening gemaakt? Een bepaald type spits kun je moeilijk veranderen in iets heel anders.

Martijn Tjon-A-Njoek passeert hier Stefan Stam tijdens een bekerwedstrijd van afgelopen seizoen.

Tjon-A-Njoek erkent dat het spel van zijn huidige club misschien niet goed is afgestemd op het type spits dat hij is. ,,Rijnvogels heeft denk ik meer aan een type Joost Leonard. Ons spel is daar ook op gebaseerd. Bij HFC werd ik vaak diep gestuurd of kreeg ik veel ballen van de zijkanten. Daar ligt mijn kracht. Niet zozeer bij een fysieke kapstok zijn voor het elftal.” Hij ervaart ook een andere mentaliteit. ,,Als je als spits normaal gesproken je goaltje maakt en je wint, is het goed. Hier vinden mensen dat je eigenlijk ook nog goed moet voetballen.”

Toen na het nieuwe jaar eenmaal doorsijpelde dat de topschutter niet meer gelukkig was, hing zijn oude trainer aan de lijn. ,,Ik werk samen met een aantal HFC’ers dus ik ben het gehele seizoen goed op de hoogte gebleven van de ontwikkelingen en zij andersom ook. Pieter belde op en vroeg ik of bij Rijnvogels bleef of niet. Toen gaf ik aan dat ik wel interesse had om over te stappen.” Er waren nog een aantal andere gegadigden uit de streek die interesse hadden, maar de keuze was vrij simpel voor de Hoofddorper. Ik heb voor een beetje zekerheid gekozen. Ik ken de trainer goed en weet hoe hij over voetbal denkt. En Rijnsburg is toch weer een stapje hogerop.”

Dat betekent niet dat hij zichzelf al rijk rekent richting volgend jaar. Zo zit zijn oude trainer ook niet in elkaar, weet hij. Ik zal mijzelf ook moeten bewijzen. Net zo goed. Rijnsburg zocht een ander type spits dan Joost Leonard. Iemand met meer diepgang. Zo zijn ze eigenlijk bij mij uitgekomen.” Hij kijkt ook uit naar de hereniging met Donny Verdam, de spelverdeler van HFC, die meekomt naar Rijnsburg. ,,Donny is denk ik degene die op mij de meeste assists heeft gegeven. Daar heb ik een hele goede klik mee.”

Haarlemse enclave
Een Haarlemse enclave in Rijnsburg, met vier spelers en een trainer. Het doet denken aan de tijden van Louis van Gaal bij FC Barcelona. Die haalde een half elftal Nederlanders, maar daar liep het niet goed mee af. Bang voor eenzelfde scenario zijn ze in Haarlem niet. ,,Het is niet raar dat Pieter spelers die hij goed kent en graag mee werkt, meeneemt naar een nieuwe club. Rijnsburg zocht vers bloed en dan kun je beter spelers hebben die je goed kent. Donny wilde bijvoorbeeld al weg bij HFC voordat Pieter had getekend.”

Rijnsburg-voorzitter Ad Hendriksen heeft daar al wel iets over in het oor van Tjon-A-Njoek gefluisterd. ,,Als er kritiek komt, zal dat als eerste op een van jullie zijn”, vertelde hij. ,,En dat is ook logisch vind ik. Zo werkt het in de voetballerij. Als er niet gepresteerd wordt, gaat men naar oorzaken zoeken. Maar we zijn allemaal ervaren genoeg en goede voetballers. Daar zijn we niet bang voor.”

Tjon-A-Njoek benadrukt dat hij het verder prima naar zijn heeft gehad op de Kooltuin en wil graag positief afsluiten met promotie naar de Topklasse. ,,Daar gaan we alles aan doen, ook al sta ik linksbuiten.  Ik heb verder een prima jaar hier gehad. Rijnvogels is een ontzettend fijne club. De mensen reageerden ook allemaal heel positief op mijn vertrek. Net zoals mijn medespelers. Ze gunden het mij van harte. Daar kijk ik alleen maar goed op terug.”

Foto: Piet van Kampen

POPULAIRE BERICHTEN