In Oude Meesters dit keer aandacht voor Mart de Groot. Hij was onder meer trainer van Foreholte, en werd met die club twee keer kampioen. In het dagelijks leven werkte hij als gymnastiekleraar in zijn woonplaats Noordwijk. De Groot is getrouwd, heeft twee kinderen en twee kleinkinderen.

Mart de Groot (67) was ooit een talentvolle aanvaller. Hij speelde in de jeugd bij betaald voetbalorganisatie HFC Haarlem en kwam later nog twee jaar uit voor Telstar. Na enkele knie-operaties moest hij echter stoppen met voetballen. De geboren Haarlemmer, in het bezit van een CIOS-diploma en Oefenmeester 1, werd gymleraar en trainer; hij diende diverse verenigingen in de regio. Twaalf jaar geleden beëindigde hij zijn carrière bij KRV (dat later opging in FC Rijnvogels). ,,Ik heb me altijd thuis gevoeld bij dorpsclubs.”

In zijn huis aan de rand van Noordwijk, met prachtig uitzicht op de bollenvelden, vertelt De Groot met genoegen over het trainerschap en andere zaken. In 1977 kwam hij hier voor zijn werk terecht en is er nooit meer weggegaan. Tot drie jaar geleden was hij leraar gymnastiek, op twee basisscholen. Er gaat bijna geen dag voorbij of de gepensioneerde schoolmeester komt in het dorp jonge en oude(-re) Noordwijkers tegen die nog les van hem hebben gehad. Lesgeven was zijn hoofdtaak, zegt De Groot, het trainerschap lag in het verlengde daarvan.

Saamhorigheid
Drieëntwintig was hij toen hij als KNVB-districtstrainer aan de slag ging en drie jaar lang in het Amsterdamse Olympisch Stadion toenmalige talenten als Ruud Gullit, Gerald Vanenburg en John Metgod trainde. Daarna volgde een hele rij amateurclubs, met als bekendste Warmunda, Foreholte, Concordia en KRV. Verder was De Groot onder meer actief bij ESTO in Bodegraven en het Leidse LFC.

Terugkijkend constateert de rap pratende oud-coach dat hij graag werkte bij verenigingen waar een goede sfeer heerste, waar het gezellig was. Zelf spreekt hij over ‘dorpsclubs’. ,,Neem nu Foreholte, waar ik zeven jaar heb gewerkt. Ik voelde me daar ontzettend thuis en heb er een prachtige tijd gehad. In mijn eerste jaar, in 1990, werden we direct kampioen in de vierde klasse zondag, vóór het favoriet geachte FC Lisse. Het jaar erop pakten we de titel in de derde klasse. Daarna hebben we nog vijf jaar moeiteloos in de tweede klasse meegedraaid. Namen die me zo te binnen schieten zijn die van Stan Uljee, de spits, en Ruud de Klerk. En Ton Arroyo natuurlijk, de assistent-trainer.”

,,We hadden een enorm goede groep, de saamhorigheid was groot. Dat laatste vond ik belangrijk”, vertelt De Groot verder. ,,Voor iedere eerste training van het seizoen nodigde ik de jongens altijd bij mij thuis uit, waarna we gingen lopen in de duinen. Dat deed ik bij ESTO trouwens ook. Moet je nagaan: kwamen al die gasten uit Bodegraven op zondagochtend hierheen om zich in het zweet te werken op het strand! Nu zou dat niet meer kunnen, denk ik. Het valt me op dat spelers veel minder benaderbaar zijn dan vroeger.”

Schoolmeesterachtig
Hij pakt een velletje papier erbij om te kijken of het allemaal wel klopt wat hij zegt. Zoals het een echte leraar betaamt, heeft De Groot zich goed voorbereid en aantekeningen gemaakt. ,,Dat deed ik vroeger op school ook. Ik wist van elke klas welke les ze hadden gehad, ik schreef alles op. Voor de trainingen gold hetzelfde. Die staan allemaal op papier. Wacht, ik zal het je laten zien.”

Hij staat op en verdwijnt uit de kamer, waarna hij terugkomt met twee schrijfmappen. Al bladerend wijst hij: ,,Kijk, dit is het seizoen 1993/1994 bij Foreholte. Alle wedstrijdbesprekingen staan erin, wie er afwezig was, hoe vaak de jongens naar de training kwamen, noem maar op. Wie het meeste getraind had, kreeg aan het eind van het jaar een prijssie. En ’s maandags knipte ik de standen uit de krant en hield dat bij. Het is misschien schoolmeesterachtig, maar zo heb ik het altijd gedaan. Dat was mijn manier van werken.”

Na Foreholte was De Groot twee jaar trainer van LFC, waarna hij in 2001 neerstreek bij eersteklasser KRV. In 2004 sloot hij bij de Katwijkse club zijn trainersloopbaan af.

Tranen
Drie jaar geleden stond de tijd voor Mart de Groot – letterlijk – even stil. Na een fietsvakantie in Drenthe voelde hij zich op een avond, toen hij al in bed lag, niet lekker. Vlak daarna kreeg hij een hartstilstand. Gelukkig kon hij op tijd worden gereanimeerd en inmiddels is hij zo goed als hersteld. Een zogeheten ICD, een inwendige defibrillator, zorgt ervoor dat zijn hart geen rare dingen doet. Het belet de gebruinde Noordwijker niet om volop van zijn pensioen te genieten. Op het moment van het interview is hij net terug van een zesweeks verblijf aan de Spaanse Costa Blanca, waar hij jaarlijks overwintert.

Voetbal speelt nog steeds een belangrijke rol in zijn leven. Vrijwel wekelijks is De Groot ergens in de regio langs de velden te vinden. Dan zoekt hij een leuke wedstrijd uit, pakt zijn fiets en peddelt naar Rijnsburg, Voorhout of buurdorp Noordwijkerhout. Toch is het anders dan vroeger, zegt hij. ,,Ik kan er nu rustiger naar kijken. In al die jaren dat ik trainer was, was ik nogal druk. Ik was er voortdurend mee bezig, altijd in de weer met opstellingen en tactiek.” Hij wijst naar zijn hoofd. ,,Na een wedstrijd had ik vaak pijn hier, boven mijn rechteroog. Soms liepen de tranen dan spontaan over mijn wangen, zonder dat ik het kon stoppen. Gek hè? Waarschijnlijk toch teveel emotie, denk ik. Te druk. Dat zit nou eenmaal in mijn karakter.”

Tekst: Jaap Ekeris

POPULAIRE BERICHTEN