Het invoegen van beloftenteams van profclubs in de voetbalpiramide: er is al veel over gezegd en geschreven. René Koster, coach van Jong Almere City, sluit zijn ogen niet voor de bezwaren, maar vindt de barometer toch positief uitslaan.

,,Ik kan me de kritiek wel een beetje voorstellen”, vertelde Koster zaterdag na de 1-2-nederlaag tegen Rijnsburgse Boys. ,,Je weet als amateurclub niet goed wat je van een beloftenelftal kunt verwachten. Er is weinig entourage denk ik, en wij hebben veel jonge spelers. Elke week verschilt de ploeg en daarom is het voor tegenstanders moeilijk in te schatten wat ze kunnen verwachten.”

,,Ik weet zelf ook pas op zaterdagochtend wie ik het veld kan insturen. Maar aan de andere kant: als je ziet hoe wij vandaag voetbalden, denk ik dat het zeker een meerwaarde is. Amateurclubs worden met andere weerstanden geconfronteerd en vooral met goed voetballende teams. Dat maakt de competitie ook wel weer leuk.”

Historische gebeurtenis
Zonder dat de driehonderd supporters in het Yanmar Stadion het wellicht door hadden, waren zij getuige van een historische gebeurtenis. Voor het eerst in de geschiedenis van het Nederlandse voetbal namen beloftenteams het op tegen amateurclubs. Heel goed ging ze dat niet overigens niet af, want alle acht de beloftenteams in de Tweede en Derde Divisie moesten afgelopen weekend het onderspit delven.

,,Het is voor de jongens een mooi leermoment”, vertelde Koster over de nederlaag van zijn ploeg. ,,Wij moeten zorgen dat onze spelers breder worden opgeleid. Wij zijn een tweede elftal, maar spelen tegen eerste teams, waarbij het resultaat voorop staat. Bij ons is het leerproces enorm belangrijk. Natuurlijk willen we dat koppelen aan winnen, laat dat duidelijk zijn. Maar we komen veel in vechtvoetbal terecht. Dat is wennen. Aan ons de taak om daaronder uit te komen.”

Uiteindelijk kon Koster maar moeilijk leven met het resultaat. Hij hekelde het in zijn ogen harde spel van Rijnsburgse Boys. ,,De brutaalste ploeg heeft gewonnen en niet de beste. We krijgen met heel andere weerstanden te maken dan in een beloftencompetitie. Een stukje publiek dat heel nadrukkelijk aanwezig is. Fysiek sterkere spelers die er alles aan doen om te winnen door je uit de wedstrijd te praten, en gemene overtredingen te maken. Mijn linkercentrale verdediger moest zijn shirt verwisselen omdat die helemaal in tweeën was gescheurd. De coaching vanaf de Rijnsburgse Boys-bank was puur en alleen maar gericht om de boel op te fokken en duels aan te gaan. In mijn optiek heeft het allemaal niets met voetbal te maken.”

Lange trainingsblokken
Rijnsburgse Boys trok na een moeizame eerste helft uiteindelijk in de tweede helft de overwinning naar zich toe. Van een conditionele achterstand omdat de beloften vaker trainen, viel ogenschijnlijk niets te merken. De amateurs trainen drie keer in de week. Hoe vaak staan spelers van Jong Almere City op het trainingsveld? Koster: ,,De betere spelers trainen elke dag, de beloften zelf vier keer. Op woensdag zijn ze vrij, maar de betere voetballers sluiten dan aan bij de selectie. We trainen overigens in lange blokken van zo’n tweeënhalf uur.”

De kracht van de beloftenteams is op voorhand lastig in te schatten. Ze slikten in het openingsweekend dus acht keer een nederlaag, maar er zijn ook de nodige mensen die de ‘Jong-teams’ hoog inschalen. Hans Kraaij junior, trainer van FC Lienden, ziet de beloftenteams als titelfavorieten omdat de spelers volgens hem heel fit zijn.

Koster denkt dat zijn Jong Almere City ook hoge ogen kan gaan gooien. ,,We hebben een goede voorbereiding gehad, onder meer uit bij Spakenburg gewonnen. Ik heb hoge verwachtingen van mijn ploeg. Een klassering noemen vind ik echter lastig. Na een aantal wedstrijden zal duidelijk worden hoe wij er voor staan ten opzichte van amateurverenigingen. Maar elke wedstrijd winnen en bovenin meedoen streven we zeker na.”

Foto: Orange Pictures