Toen Ted Verdonkschot hem benaderde of hij assistent bij Quick Boys wilde worden, hoefde Jasper Ketting niet lang na te denken. Het was een kans uit duizenden. Dat broer Jeroen al bij Quick Boys zat, was alleen maar een prettige bijkomstigheid. Na lange, gescheiden voetbalcarrières zijn de broers voor het eerst betrokken bij hetzelfde team.
Het is de omgekeerde wereld. Als we na een trainingsavond de gebroeders Ketting spreken, is Jasper (36) degene die heeft getraind. De drie jaar jongere Jeroen, die door een ingescheurde enkelband voorlopig is uitgeschakeld, heeft geen bal aangeraakt. Normaliter zijn de rollen omgedraaid en kijkt Jasper als assistent-trainer toe hoe zijn broer het er vanaf brengt.
Jasper speelde vorig seizoen nog bij EDO, maar inmiddels ligt de focus op het opbouwen van een trainerscarrière. Quick Boys was voor hem een mooie kans. De aanwezigheid van Jeroen speelde voor hem geen rol. ,,Het is niet zo dat ik niet naar Quick Boys was gekomen als Jeroen hier niet speelde. Voor mij was vooral belangrijk of de club bij me past en wie de trainer is. Dat Jeroen hier speelt, maakt het alleen maar mooier.”
Jeroen: ,,Wij hebben wel een aantal keer bij dezelfde club gespeeld, maar door het leeftijdsverschil nooit in één elftal. Dat we nu aan het einde van mijn spelerscarrière en het begin van Jaspers trainersloopbaan bij hetzelfde team betrokken zijn, is alleen maar leuk.”
Ontspannen
Tijdens het gesprek is de sfeer ontspannen. Regelmatig worden er dolletjes gemaakt. ,,Jeroen is waarschijnlijk de enige speler die 1 op 1 in de Eredivisie loopt”, grijnst Jasper. Als veelbelovend talent van AZ scoorde de destijds 19-jarige Jeroen in de Kuip tegen Feyenoord. Het zou voor hem bij die ene wedstrijd blijven. Ketting was daarna in de Jupiler League actief (bij Haarlem, Volendam, Cambuur en PEC) en speelde drie jaar over de grens in België.
,,Ik heb een mooie tijd gehad en voor leuke clubs gespeeld”, vertelt Jeroen. ,,Achteraf kun je misschien stellen dat ik er meer uit had moeten halen, maar daarvoor ben je van verschillende factoren afhankelijk. Voor een deel heb je die zelf in de hand, maar voor een deel ook niet.” Jasper vult aan: ,,Je hebt ook geluk nodig.”
In zijn laatste jaar als profvoetballer promoveerde Jeroen met PEC naar de Eredivisie. Zijn rol was marginaal, al maakte hij nog wel een belangrijke goal tegen directe concurrent Sparta. Ketting liet zijn contract ontbinden. ,,Ik scheurde mijn kruisband en moest na mijn revalidatie op Eredivisieniveau terugkeren. Dat zou moeilijk worden. Bovendien waren de vooruitzichten die Zwolle mij stelde niet best.” Na zijn revalidatie streek Ketting anderhalf jaar geleden bij Quick Boys neer. Een keuze waarvan hij naar eigen zeggen geen spijt heeft.
Jasper speelde net als Jeroen in de jeugdopleiding van Haarlem. Vervolgens stapte hij over naar De Graafschap. ,,Ik ben twee jaar fullprof geweest, maar tot een debuut is het nooit gekomen. Ik heb wel een aantal keer op de bank gezeten.” Jasper besloot zijn pijlen op een maatschappelijke carrière te richten. Hij werkt als griffier bij de rechtbank. ,,Mijn vader die al tig jaar bij de rechtbank werkt, vroeg na mijn vertrek bij De Graafschap of ik bij wilde springen omdat ze het druk hadden. Zo ben ik er ingerold. Ik doe het nu dertien jaar.”
Jasper voetbalde zelf in de regio vijf jaar bij Rijnsburgse Boys. ,,Helaas heb ik de gouden jaren net niet meegemaakt.” Hij verkaste naar ARC. ,,Zij hadden mij al een paar keer gepolst en ik was toe aan iets nieuws.”
Paplepel
Sport, en met name voetbal, werd de gebroeders Ketting met de paplepel ingegoten. ,,Onze vader heeft betaald voetbal gespeeld bij RCH, waar hij nog samen in een team met Johan Neeskens speelde”, zegt Jasper. ,,Hij heeft ook nog gevoetbald bij Hilversum en EDO. Mijn moeder is zwemdocent geweest en ons zusje speelt hockey in het eerste van Bloemendaal. Sport zit dus diep in de genen.”
Jeroen: ,,We zijn eigenlijk altijd met voetbal bezig. In de zomer tennissen we wel eens, maar daar blijft het bij. Het gaat ook vaak over voetbal. Er gebeurt altijd wel iets, op de training of in de wedstrijden, waarover je kunt discussiëren.”
Jasper: ,,Voor mij is er niet veel veranderd nu ik assistent ben. Als ik bij Jeroen ging kijken, spraken we de wedstrijden altijd al door. Dat doen we nu nog steeds, alleen heb ik nu een andere functie.”
Jeroen: ,,Ik heb met Quick Boys afgesproken dat volgend seizoen in principe mijn laatste jaar wordt. De belasting van het voetbal en de studie (HBO-opleiding fysiotherapie, red.) die ik ben begonnen, maakt het voor mijn gezin pittig. Mijn maatschappelijke carrière heeft bovendien nu prioriteit. Ik denk niet dat ik trainer ga worden. Ik vind het leuk om met de jeugd te werken, maar ik zie mijzelf geen eerste elftal coachen.”
Jasper: ,,Ik heb eigenlijk altijd al voor de groep gestaan. Ik heb het CIOS gedaan, heb tennisles gegeven en ben zelfs nog een blauwe maandag zwemleraar geweest. Bij EDO ben ik vorig jaar als assistent van het eerste en trainer van het tweede begonnen. Omdat het tweede niet liep zoals het moest, werd het opgegeven. Vervolgens ben ik weer gaan spelen bij het eerste.”
Over zijn rol bij Quick Boys is Jasper duidelijk: ,,Van Ted kan ik enorm veel leren. Hij loopt al zo lang mee. Hij is sterk in het opbouwen van een team. Bovendien vind ik het knap dat hij spelers niet alleen selecteert op kwaliteit, maar ook op basis van persoonlijkheid. De sfeer in het team is daardoor momenteel erg goed. Het is een mooie combinatie van plezier en presteren.”
Jeroen: ,,Het grootste gedeelte van de spelersgroep blijft en er kan nu toekomstgericht gebouwd gaan worden. Dat heeft de club nodig, want er is echt een aantal jaar ‘geklootvioold’. Ik acht de kans op de titel klein. Tien punten is veel en Sparta Nijkerk lijkt niet in een slechte periode te zitten. We moeten zorgen dat we aan het einde van het seizoen in topvorm zijn. Als blijkt dat we dan kort op Nijkerk staan, kunnen we voor de titel gaan. En anders moet het in de nacompetitie gebeuren.”
Foto: Hans van Duijn