Half januari stelde de Technische Commissie van Ter Leede, Martijn Lagendijk, aan als opvolger van huidige trainer Niek Oosterlee. Per 1 juli zwaait Lagendijk de scepter op de Roodemolen. Daarmee haalt de club uit Sassenheim een trainer binnen die brandt van ambitie. “Want”, zo vindt hij. “Ik heb nog veel te bewijzen en daar ga ik alles aan doen.”

Lagendijk is geen Sassemer van geboorte. Zijn wieg stond in Zandvoort en aldus is het niet vreemd dat zijn eerste cluppie Zandvoortmeeuwen was. De nu 43-jarige trainer speelde er aanvankelijk in de jeugd als linksbuiten. Een bezigheid die zijn opa nogal wat geld kostte.

“Mijn opa van moeders kant schafte ooit een piekenpijp aan. Telkens als ik dan bij hem kwam, hij woonde in Ridderkerk, dan vroeg hij mijn moeder hoeveel ik de weken daarvoor weer had gescoord. En dat liep soms wel eens harder op dan de portemonnee van opa leuk vond. Hij was blij dat ik later op het middenveld ging spelen.”

  • Hoe zou je jezelf als voetballer kort beschrijven?

“Ik was vooral bloedfanatiek. Ik kon niet tegen mijn verlies. Niet alleen met voetballen overigens, met alles. Ik was fan van Bryan Roy, maar in mijn doen en laten op het veld had ik meer weg van Edgar Davids. Ik was een fanatiek bijtertje.”

Aanvankelijk combineerde Lagendijk Zandvoortmeeuwen nog met een wekelijkse training bij SC Telstar. Via Marcel Bout kwam hij bij HFC Haarlem terecht. Voor wie eerstgenoemde naam niets zegt: de man werkte onder meer samen met Mario Been bij Feyenoord, met Louis van Gaal bij Bayern München en Manchester United en is sinds november ‘chief global scouting’ van Newcastle United.

“Het moeilijke in die eerste jaren was hoe je school en voetbal moest combineren. Vooral omdat ik toen nog niet zelfstandig kon reizen, betekende dat het nodige meedenken en -doen van mijn familie (ouders). Later ging ik met het openbaar vervoer zelfstandig heen en weer van huis naar school en voetbal. Dat waren lange dagen. Er stond een maandelijkse vergoeding tegenover, als je de bonnetjes maar bewaarde.”

“In het seizoen 1995/1996 werd ik kampioen. Dat was onder leiding van Pascal Jansen. Hij was toen al een heel vernieuwende trainer. Ik heb altijd contact met hem gehouden, ook nu nog regelmatig. Ik ben tot mijn 24e bij Haarlem gebleven, ook nog zes jaar als contractspeler, en kwam uit op zo’n honderd wedstrijden voor de club. Ik weet nog dat ik ooit scoorde, tegen Zwolle.”

  • Aansluitend kwam een periode van acht jaar bij Ter Leede.

“Mijn contract werd op mijn vierentwintigste niet verlengd. Er was sluimerende interesse van andere BVO’s. Maar ik koos voor een maatschappelijke loopbaan. Ik had net mijn CIOS-diploma op zak en kon bij Ter Leede zowel trainer als speler worden. Destijds waren ook Katwijk, Lisse en Quick Boys in mij als speler geïnteresseerd, maar ik koos niet voor de hogere vergoeding maar voor de combinatie van speler en jeugdtrainer. Arie Lagendijk, geen familie overigens, haalde mij naar Ter Leede. Ik heb uiteindelijk acht seizoenen in het eerste van Ter Leede gespeeld. In een geweldige ploeg met onder meer Kordes, Ribbi en Waasdorp. We speelden mee in de top van de Hoofdklasse maar werden enkele keren net geen kampioen. Wel tweede achter Rijnsburg en Lisse. Achteraf kun je er vrede mee hebben, want het waren mooie seizoenen, maar het blijft jammer dat we nooit kampioen zijn geworden in die jaren.”

  • Henk Wisman werd je leermeester?

“Je kunt zeker zeggen dat ik veel van Wisman heb geleerd. Noem hem mijn mentor. Hij leerde mij bijvoorbeeld een groep managen. Wat doe je in welke situatie? Van Heini Otto zag ik bijvoorbeeld dan weer hoe hij de sfeer in een groep goed kon houden. Anderen leerden mij weer wat meer qua voetbal, tactiek etc. Maar het belangrijkste dat ik leerde: blijf jezelf, wil geen kloon van een ander zijn.”

  • Toen Wisman en Jan Blankespoor naar Rijnsburg vertrokken ben jij ook gegaan.

“Ik wilde op eigen benen gaan staan. En dat kon bij de buren, Teylingen. Na drie gesprekken werd ik daar aangesteld. Er kwamen enkele spelers uit het tweede van Ter Leede mee en zo leerde ik zelfstandig aan een team werken. Het waren best lastige jaren. Ik moest wennen aan voetbal op zondag, maar bovendien brak de coronatijd aan. De tijd dat je soms met kleine groepjes mocht werken, tot het in februari ineens helemaal over was. Het was vooral leerzaam in de zin dat ik leiding moest geven aan een staf en een team terwijl overal de onzekerheid op de loer lag.”

  • Waarom stopte je bij Teylingen?

“De club besloot naar het zaterdagvoetbal te verhuizen maar moest onderaan, in de Vijfde Klasse, beginnen. Dat was voor mijn ambitie geen optie. Ik heb me daarom toen voor de UEFA A-cursus ingeschreven en werd na twee selectierondes toegelaten. Ik besloot mijn stage te gaan doen bij Henk Wisman, dus Rijnsburgse Boys. Die cursus haalde ik ook met prima cijfers.”

  • Je kon tussentijds ook bij Hillegom beginnen.

“Ron Bouman vertrok tussentijds bij de club en ze informeerden bij mij of ik het wilde overnemen. Dat heb ik niet gedaan omdat ik dat te veel tegelijk vond. De cursus was al een heel intensieve bezigheid, dus ik liet het lopen. Ik ben er alsnog in de zomer van 2022 aan het werk gegaan. We eindigden met de club bij de bovenste acht en men wilde mijn contract verlengen. Toen kwam echter Rijnsburgse Boys. Henk Wisman vertrok en men ging ervan uit dat ik de ‘lijn Wisman’ , gezien mijn band met hem, zou gaan doortrekken.”

  • Daar is het uiteindelijk niet van gekomen.

“We begonnen nog redelijk, maar naarmate het seizoen vorderde werd het stroever. We hadden die periode ook zes a zeven blessures van belangrijke spelers. Dat is extra lastig als je als trainer net binnen bent. Ik dacht dat we na de serie tegen Quick Boys, AFC en FC Groningen op de goede weg waren, maar na de wedstrijd tegen Katwijk was het over. Uiteindelijk is het niet geworden wat ik ervan gehoopt en verwacht had, maar dat is ook de voetballerij. Het is een hele leerzame ervaring geweest waardoor ik in de toekomst sommige dingen zeker anders ga doen.”

  • En nu dus een nieuwe uitdaging bij Ter Leede.

“En een mooie ook. We raken enkele belangrijke spelers kwijt. Arroyo en Bloemendaal  aan VVSB, Luc de Kruijs aan FC Lisse, en Van Kempen en Prins aan UVS. Maar er komen ook weer versterkingen aan, we hebben Sassemse talenten als Minnaard en Blankespoor. Ik ben er al enigszins mee bezig. Natuurlijk zorg ik dat ik de huidige trainer niet voor de voeten loop. Maar anderzijds willen we komend seizoen ook aan een driejarenplan beginnen. Het is mijn ambitie om dat ten uitvoer te brengen. Dat zou betekenen dat we aan het eind daarvan weer in de Derde Divisie uitkomen.”

Tekst: Theo Uphus

Lees ook: Korte toelichting Lagendijk op vertrek bij Rijnsburgse Boys
Check ook: Lagendijk volgend seizoen trainer van Ter Leede

POPULAIRE BERICHTEN