Begrijp Niek Oosterlee niet verkeerd. De trainer van Ter Leede heeft veel zin in het nieuwe seizoen en gaat er ondanks de uitdagingen en beperkingen weer het beste van proberen te maken. En voor de Alphenaar is er niets mooiers dan lekker met zijn spelers op het veld te staan, vertelt hij. Tegelijkertijd draait Oosterlee niet om de hete brij heen dat het lastig werken is met beperkte middelen op de Roodemolen. “Af en toe heb ik het idee dat ik met een A1-elftal op stap ben.”

Met slechts zeventien spelers in de A-selectie heeft Oosterlee niet veel te kiezen. “Ik heb van de week even het lijstje met mutaties bekeken. Er zijn tien jongens weg en vier spelers zijn er bijgekomen. Een gat van zes. De selectie hebben we aangevuld met een paar jongens van de O23, maar eigenlijk missen we nog drie spelers. Op belangrijke posities bovendien.”

Dat Ter Leede geen spits in de gelederen heeft, is Oosterlee met name een doorn in het oog. “Rowdy (van der Putten, red.) heeft in december keurig aangegeven te gaan vertrekken naar FC Lisse. We hebben acht maanden de tijd gehad om iemand te vinden die op zijn plek kan spelen, maar zijn daar niet in geslaagd. Dat is voor nu even heel vervelend.”

‘Het is wel een cruciale positie, doelpunten maken is iets waar je gevoel voor moet hebben.’

Toeslaan voor de deadline
Volgens Oosterlee is de hoop op een nieuwe nummer ‘9’ nog niet opgegeven. “We hopen nog wel een spits op de kop te tikken, daar zijn we volop mee bezig. Het is niet ideaal, maar vorig jaar kwamen er ook nog drie spelers binnen nadat de competitie al gestart was. We hebben nog iets minder dan een week.” Een buitenkansje uit de directe omgeving van Oosterlee zal zich niet snel voordoen, verwacht hij. “Ik heb een groot netwerk, maar het grote probleem is dat dat vooral spelers zijn die voor Ter Leede moeilijk haalbaar zijn.”

Tot die tijd zal Ter Leede spelen met een ‘stand-in-midvoor’, zoals Oosterlee dat zelf omschrijft. “Het is wel een cruciale positie, doelpunten maken is iets waar je gevoel voor moet hebben”, vertelt hij. “Het is een plek die je niet zomaar even kan aanleveren, een andere tak van sport. De jongens die er nu spelen doen hun stinkende best en vullen het zo goed mogelijk in, maar ze missen wel een beetje feeling in het vrijlopen, aanbieden, vasthouden van de bal en afronden. Dat is niet gek als je er nooit eerder heb gespeeld.”

Een mogelijke kandidaat voor de spitspositie had Joey van den Berg kunnen zijn, maar de spits koos voor een overstap naar buurman Teylingen. Wat vind Oosterlee daarvan? “Joey is lang geblesseerd geweest en is natuurlijk een vraagteken. Hoe vaak is het niet gebeurd dat een speler een terugslag krijgt? Bovendien is het niet zijn eerste kruisbandblessure. Daarom is tegen hem gezegd: ‘je krijgt in de voorbereiding de mogelijkheid om jezelf te laten zien’. Maar die zekerheid vond hij te weinig en daarom is hij naar Teylingen gegaan.”

De huidige selectie van Ter Leede is vooral erg jong. Oosterlee noemt het ‘onevenwichtig qua leeftijdsopbouw’. “Van de zeventien spelers die we hebben is bijna tachtig procent jonger dan 22 jaar. Met een jong ploegje weet je dat het de ene week alles kan zijn en de week erna een stuk minder.”

Nieuwe kartrekkers van Ter Leede?
Met zijn 28 jaar is Tomas Arroyo de oudste speler in de selectie. Daaronder komen jongens als Marc de Kruijs, Tim Bloemendaal en Dirk Hoekstra. Mede vanwege hun leeftijd ziet Oosterlee bovengenoemde spelers als potentiële kartrekkers. “Van jongens als Tomas, Marc, Tim en Dirk wordt wel wat anders verwacht dan vorig seizoen. Zij moeten sterkhouders worden en het elftal op de schouders nemen. Ik ben benieuwd hoe die jongens zich gaan ontwikkelen en zich gaan houden in een andere rol. Daarnaast ben ik ook erg benieuwd naar Luc de Kruijs, een jongen die ongelooflijk veel potentie heeft.”

Ter Leede komt na de degradatie van vorig seizoen uit in de Vierde Divisie A, dat door het Weekendvoetbal een redelijk regionaal getinte afdeling is geworden. “Leuk”, noemt Oosterlee desgevraagd de indeling. “We spelen tegen veel ploegen die redelijk uit de buurt komen. De meeste clubs uit de Bollenstreek spelen hoger, daarvan hebben we alleen SJC. Verder krijgen ze in Alphen aan den Rijn de derby tussen ARC en Alphense Boys, dat wilden ze al jaren heel graag daar. Wat lekker is, is dat we niet meer naar Assen, Harkema en Urk hoeven. De reisafstanden zijn een stuk minder, ook in de Derde Divisie boven ons.”

‘In principe zijn dit allemaal jongens die stappen kunnen maken. De vraag is alleen welke stappen ze gaan maken en hoe snel? En zijn ze bereid er veel energie en kracht in te stoppen?’

Dat Ter Leede clubs uit Alphen aan den Rijn gaat tegenkomen, is voor hem niet speciaal. “Vroeger had dat wat meer lading, maar ik ben voor het voetbal nu al zo lang weg uit het Alphense. Al meer dan twintig jaar. Ik zal voor altijd ARC’er blijven, omdat ik daar als klein jongetje ben begonnen. Dat blijft wel speciaal, maar verder niet.”

Hoe hoog of laag ligt de ondergrens?
Aan een doelstelling voor komend seizoen wagen ze zich op de Roodemolen liever niet. “Als je lang in een bepaalde klasse speelt en je kent een hoop tegenstanders, dan is het wellicht wat makkelijker in te schatten waar je staat. Dat is nu niet het geval. Een paar tegenstanders ken ik helemaal niet, bovendien zitten er veel zondagteams bij. We gaan zien hoe de krachtsverschillen zich verhouden.”

Ondanks alles blijft Oosterlee optimistisch en heeft hij de hoop dat het ook snel kan gaan draaien. “Het kan ook zomaar goed vallen. Dat de jongens het oppakken en snel stappen gaan maken. Natuurlijk is het anders dan bij Rijnsburgse Boys en GVVV, waar je werkt met meer uitgebalanceerde selecties en ook goed weet waar de ondergrens ongeveer ligt. Dat is nu onduidelijk, we weten ook niet wat er allemaal nodig is in de Vierde Divisie. Het is in ieder geval heel belangrijk dat de jongens snel succeservaringen gaan krijgen en wedstrijden gaan winnen.”

Oosterlee tot besluit: “Het is een andere tak van sport dan ik gewend ben, maar het is ook wel weer eens leuk. Uiteindelijk vind ik het het mooiste om met de gasten aan de slag te gaan en ze een stapje verder te brengen. In principe zijn dit allemaal jongens die stappen kunnen maken. De vraag is alleen welke stappen ze gaan maken en hoe snel? En zijn ze bereid er veel energie en kracht in te stoppen? Dat is een leuk en interessant proces om te begeleiden.”

Foto’s: Orange Pictures

Lees ook: Ruigrok tóch door bij SJC: ‘Ik weet gewoon dat ik het heel erg zou gaan missen’
Check ook: De ontknoping van Ter Leede en Oosterlee nadert: ‘Voetballen tegen degradatie is een andere tak van sport’

POPULAIRE BERICHTEN