Geert en Tim van der Weiden hebben nog maar net plaatsgemaakt in het eerste van VVSB of de volgende voetbalbroers dienen zich alweer aan. In navolging van oudere broer Peet (22) hoopt ook Stijn van der Slot (19) een vaste waarde in de hoofdmacht te worden. ,,Het is onze droom om samen in het eerste te spelen.”

Gebroederlijk zitten ze aan de eettafel, aan de pasta. Een ideale sportmaaltijd voor de wedstrijd een paar uur later. Stijn (links op de foto) en Peet moeten beiden opdraven in het opleidingselftal onder de 23 jaar. ,,We staan dus samen op het veld, helaas alleen nog niet in het eerste”, lacht Stijn.

Voor de toekomst is dat wel het doel: zondagmiddag om twee uur samen de wei in gaan. Makkelijker gezegd dan gedaan overigens. Met het ieder jaar stijgende niveau van de Topklasse wordt het voor jeugdspelers steeds moeilijker om te stap naar de hoofdmacht te maken. Verdediger Peet is daar inmiddels glansrijk in geslaagd. Hij heeft al drie jaar onafgebroken een vaste basisplaats. Stijn klopt als eerstejaars senior aan de deur. Met twee officiële duels, een beker- en competitiewedstrijd, mag hij op zijn negentiende ook niet klagen.

Stappen

Desondanks moet er door de jongste Van der Slot nog wel wat werk worden verricht. ,,Stijn moet nog stappen maken. Vooral zijn lichaam beter leren gebruiken”, zegt Peet. ,,Vaak zie je bij die jonge gasten dat ze meteen weg willen draaien. Jongens als Jordy (Zwart) wachten tot de spits opendraait en zetten dan pas een blok.”

Toch ziet Peet voldoende potentie in zijn broertje. ,,Stijn heeft een neusje voor de goal, een goed postuur voor een spits en een goede basistechniek. Alleen heeft hij tijd nodig. Ik heb zelf ook moeten leren geduldiger te worden. In het begin vloog ik erin en wilde ik iedere bal veroveren.”

Een mix van hun twee had waarschijnlijk het betaalde voetbal gehaald. ,,Ik denk dat Stijn meer talent heeft. Hij heeft niet voor niets in de jeugd van Haarlem gespeeld”, zegt Peet. Maar alleen talent is niet genoeg. Ook mentaliteit speelt een rol. ,,Ik zou willen dat ik de instelling van mijn broer had”, zegt Stijn. ,,Waarschijnlijk was ik dan verder geweest en had ik al vaker bij de selectie gezeten.”

Peet: ,,Ik denk wel dat de overstap voor een aanvaller moeilijker is dan voor een verdediger. Van een aanvaller worden ook goals en acties verwacht. Een verdediger moet vooral zijn mannetje uitschakelen.”

Stijn: ,,Ik voetbal nu met jongens die op zondagmiddag met hun kinderen naar huis gaan. Dat is wel een verschil. Ondanks dat het niveau hoog is, merk ik dat het steeds beter gaat. Ik zit nu de ene week bij het eerste op de bank en speel dan de andere week bij het tweede. Helaas heb ik nog weinig minuten gemaakt in 1. De prestaties zijn goed en als je voorstaat, wordt er niet snel een aanvaller ingebracht. Volgend seizoen wil ik de vaste tweede spits zijn.”

Doorbraak

Het talent van Peet werd al vroeg erkend. Als tweedejaars B speelde hij mee in het tweede dat landskampioen werd. Eenmaal A-junior, debuteerde hij in het eerste. ,,Ik heb het seniorenvoetbal op een prettige manier leren kennen”, zegt Peet.

De jonge Stijn volgde de opmars van zijn broer van een afstandje. ,,Als jong ‘pikkie’, en dat was Peet eigenlijk zelf ook nog, vond ik het vooral mooi dat hij met van die oude gasten speelde. Verder was ik er niet echt bij betrokken. Mijn interesses lagen toen ergens anders. Nu ik merk dat ik zelf dichterbij kom, word ik zelf ook meer gedreven.”

Als spits en verdediger komen de twee elkaar wel eens tegen op de training. Afgelopen vrijdag was het nog zover. De messen worden dan geslepen. Peet: ,,Je wilt natuurlijk niet van je broertje verliezen. Het is niet zo dat ik hem schoppen geef, maar je bent wel extra geconcentreerd.” En ook thuis wordt de confrontatie niet geschuwd. Stijn: (lachend): ,,Af en toe gaan we weleens stoeien om mij sterker te maken. Dan geef ik hem wel eens een paar elleboogjes.”

Peet speelt dus al enige tijd in de hoofdmacht. Het is geen uitgemaakte zaak dat hij de rest van zijn loopbaan in het paars-geel slijt. Het zaterdagvoetbal trekt hem wel. ,,Met VVSB spelen we nu al jaren tegen dezelfde tegenstanders. Het lijkt me ook leuk om tegen clubs als IJsselmeervogels, Spakenburg of Rijnsburgse Boys te spelen. Maar ik zeg niet dat het binnen twee jaar al moet. Het kan op mijn 27e of 28e ook nog. En misschien komt het er wel nooit van.”

Voorlopig is een vertrek nog niet aan orde. Al is het maar vanwege de vurige wens om met zijn broer te kunnen spelen. ,,Het is mijn droom om met mijn broer in het eerste te spelen”, zegt Stijn. Peet vult aan: ,,Dat is het mooiste wat er is.”

POPULAIRE BERICHTEN