Als vijfjarig menneke werd ik lid van Rood Wit Veldhoven, een zondagderdeklasser onder de rook van Eindhoven. Direct werd het sportpark mijn tweede huis, vooral in het weekend. Zaterdag zelf voetballen en zondag kijken bij het eerste. Want daar voetbalden mijn helden. Grote mannen tegen wie ik op keek. De beste? John van Knegsel. Wie? Ja, precies. Maar zo werkt het wel als je jong bent. Natuurlijk had ik mijn idolen als Romário en later Ronaldo (die van PSV he!), maar John van Knegsel was dichtbij. Ik kon hem letterlijk aanraken en juist dat maakte het bijzonder. Hij was mijn voorbeeld en ik was er trots op dat hij bij mijn club speelde. 

Ik heb de afgelopen weken in relatie tot de overgang van Giovialli Serbony van VVSB naar Rijnsburgse Boys vaak gedacht aan hoe de jeugd opkijkt tegen spelers uit het eerste elftal. Die overgang is om meerdere redenen zeer opmerkelijk. Het betreft twee Bollenstreekclubs en vindt ook nog eens plaats midden in het seizoen. De spits is bij de ene club om gegronde redenen absoluut niet meer welkom en wordt bij de ander binnengehaald als versterking. Niet de meest gangbare transfer, kunnen we wel concluderen. Toch bracht Rijnsburgse Boys het nieuws via hun website alsof er ‘gewoon’ een nieuwe speler was binnengehaald. Zelfs in een later interview gaf voorzitter Ad Hendriksen aan dat het niet ‘zijn zaak’ was wat er is gebeurd tussen VVSB en de spits.

En juist daar kan ik met mijn verstand niet bij. Als er iets namelijk de zaak van Hendriksen is, dan is dit het wel. Kijk, dat de Uien Serbony als voetballer binnenhalen – het is namelijk een prima speler – is te begrijpen. Daar worden ze voetballend niet zwakker van. Maar Rijnsburgse Boys is veel meer dan een eerste elftal dat graag wil presteren. Sterker nog, zonder al die andere leden heeft de club geen bestaansrecht. En juist met die (jeugd)leden dient Hendriksen rekening te houden als hij ervoor kiest een speler met een dergelijk heftig verhaal lid te maken van zijn club. Er is namelijk niet zomaar iets gebeurd tussen VVSB en Serbony. De spits heeft fraude gepleegd met de door VVSB verstrekte middelen en daarmee de normen en waarden van de club uit Noordwijkerhout overschreden. Daar kun je als voorzitter en club je ogen niet voor sluiten.

Waarden en normen versus presteren
Hendriksen zegt echter zeker te weten dat, ‘wij – verwijzend naar alle Bollenstreekclubs – normen en waarden hoog in het vaandel hebben staan en dat Rijnsburgse Boys hetzelfde zou handelen bij een vergelijkbaar incident’. Toch voetbalt Serbony nu in Rijnsburg. En met de manier waarop Rijnsburgse Boys communiceert in deze hele kwestie geeft de club een heel ander signaal af. Meer richting: het maakt ons niet uit wat er is gebeurd, je kunt voetballen dus bij ons ben je welkom. Dan lijken die normen en waarden toch echt ondergeschikt aan het binnenhalen van een goede speler. Én verschillen ze wezenlijk van die van VVSB. Jeroen Hessing, niet de minste speler en ook een uithangbord van de Uien, deed er nog een schepje bovenop en vond het ook allemaal niet zo boeiend wat zijn nieuwe teamgenoot had gedaan. Ik begrijp niet dat Rijnsburgse Boys zich op deze manier opstelt in deze kwestie.

Ik vraag me dan ook hardop af hoe de jeugdleden, hun ouders en alle andere leden die trots zijn op hun club tegen dit hele gebeuren aankijken. Want ja, er is een goede voetballer bij gekomen maar er kleeft ook een naar verhaal aan. Het zou te billijken zijn geweest als je van je voorzitter had gehoord: ,,Mensen, we hebben een lang en goed gesprek gehad met Giovialli en hem de normen en waarden van onze club uitgelegd. Hij heeft spijt betuigd en spreekt van een domme fout. We hebben daarom besloten hem een tweede kans te geven.” Dan nog kun je het als lid niet eens zijn met die keuze, maar dan weet je in ieder geval dat de club zijn verantwoordelijkheid heeft genomen. Op deze manier had hij het Serbony zelf ook nog eens een stuk makkelijker gemaakt en was hij echt achter hem gaan staan. Dan was ook de kou uit de lucht, in ieder geval op de Middelmors.

En dat is nu allesbehalve het geval. Het werd er ook niet beter op toen publiekslieveling Joost Leonard zijn onvrede uitte over de komst van Serbony, de manier waarop dit naar de selectie was gecommuniceerd en onder meer op basis daarvan besloot de club na dit seizoen te verlaten. Het maakt dat Rijnsburgse Boys weliswaar de beste spits uit de streek heeft vastgelegd, maar vooral door eigen toedoen als club de grootste verliezer is in het geheel. Bovenal heeft Hendriksen een kans gemist om middels een krachtig signaal de integriteit van een mooie club als Rijnsburgse Boys te bekrachtigen.

Bram Meurs begeleidt en traint voetballers uit het betaalde voetbal op mentaal vlak. Hij schreef in dat kader als basis de boeken Kopsterk (2010) en VoetbalPsychologie (2014). Daarnaast speelde hij acht jaar voor VV Noordwijk en is hij mede oprichter van het platform Voetbal in de Bollenstreek. Te volgen via @brammeurs.

POPULAIRE BERICHTEN