De erkenning en waardering die hij bij Quick Boys miste, voelt Sander van der Horst (26) een paar kilometer verderop wel. Op de Kooltuin van FC Rijnvogels lopen ze juist met de middenvelder weg. ,,Vanaf het eerste moment voel ik mij hier gewaardeerd. De club heeft mij veel gegeven.”

Op het moment van spreken heeft Rijnvogels net een nieuwe slag op transfergebied geslagen. De komst van Rob Zandbergen klinkt Van der Horst als muziek in de oren. Eerder werden ook al Sven Boonstoppel en Martijn Kuijt vastgelegd. Aanvoerder Van der Horst, bezig aan zijn derde seizoen, snapt goed dat Rijnvogels momenteel goed in de markt ligt.

,,Het huidige Rijnvogels is echt een vriendengroep. Veel jongens komen uit dezelfde lichting en hebben vaak tegen elkaar gespeeld.” Een andere gemeenschappelijke factor is dat het overgrote deel bij de grotere clubs uit de gemeente Katwijk net buiten de boot viel. ,,Het zijn allemaal jongens die er voor gaan, prestatiegericht zijn. Dat zorgt ervoor dat het niveau langzamerhand stijgt.”

Eindelijk lijkt FC Rijnvogels dit seizoen met een promotievloek af te rekenen. Gezien de voorsprong van elf punten op nummer twee Swift kan de Katwijkse club de felbegeerde stap naar de Hoofdklasse nauwelijks meer ontgaan. Van der Horst: ,,Als team zijn wij beter dan elke tegenstander. Swift is misschien beter in het positiespel, maar wij zijn zakelijker en weten beter wat er van een wedstrijd gevraagd wordt.”

Opofferingsgezindheid

Als verdedigende middenvelder moet Van der Horst de balans in het elftal bewaken. Controleur of balveroveraar, het lijken tegenwoordige bijna ondankbare functies. Zelf ziet Van der Horst het anders. ,,Ik ben een heel harde werker, maar ook een voetballer die wel wat kan. Al zie je mij geen balletjes achter mijn standbeen geven. Ik heb het naampje dat ik vooral een stofzuiger ben. Dat klopt niet. Wel heb ik een grote opofferingsgezindheid.”

Van der Horst constateert in zijn spel een ‘frappante’ ontwikkeling. ,,,Bij Quick Boys was ik vroeger de voetballer. En bij FC Rijnvogels ging ik het eerste jaar ook van achter naar voren, zoals een echte box-to-box-speler. Maar door de komst van Pieter (van der Breggen) was dat niet meer nodig.”

De Katwijker valt in het veld op door zijn gedrevenheid. Hij is naar eigen zeggen erg resultaatgericht. ,,Bij mij draait alles in het veld om winnen. In de jeugd van Quick Boys was het soms zo erg dat ik er de ziekte in had als ik een duel verloor. In mijn teams waren altijd talentvollere voetballers, maar ik gaf elke training alles. In de B kwam ik op en pas bij A-tjes behoorde ik echt tot de betere spelers.”

Niet rancuneus

Als veelbelovend talent stroomde hij door naar de hoofdmacht van Quick Boys. Dat ondanks een aantal sterke periodes en een verkiezing tot talent van het jaar een definitieve doorbraak uitbleef, bezorgt hem nog altijd een gevoel van onbehagen. ,,Laat ik het zo zeggen: met het middenveld dat ze nu hebben, had ik er toen mee kunnen leven. Ik ben niet rancuneus. Ben blij met de wedstrijden die ik heb gespeeld. Maar er had meer ingezeten.”

In het seizoen 2010-2011 kwam Van der Horst slechts een handjevol wedstrijden in actie. Gedesillusioneerd vertrok hij naar Rijnvogels. ,,Eigenlijk ben ik een jaar te lang gebleven. Het seizoen daarvoor had ik ook al met Rijnvogels gesproken. Ik vond dat als ik nog iets wilde, ik de overstap alsnog moest maken.”

De overstap naar Rijnvogels zou hem uiteindelijk veel brengen, zowel binnen als buiten de lijnen. Van der Horst vond onlangs via de club een nieuwe baan bij administratiebureau Van Kesteren. Weliswaar op eigen kracht afgedwongen, maar de contacten binnen Rijnvogels werkten zeker niet nadelig.

Mooi geheel

Ook als mens prijst Van der Horst zich gelukkig. ,,Rijnvogels is een sociale, gezellige club. Niet alleen het eerste is belangrijk, maar ook het G- en damesvoetbal en de vele vriendenelftallen. Dat maakt het samen tot een mooi geheel. Als we met Quick Boys een wedstrijd hadden verloren, was dat te merken aan de sfeer in de kantine. Bij verlies van Rijnvogels kan het dak er hier later op de avond alsnog vanaf gaan. Ze kunnen hier beter relativeren.”

Van der Horst merkt dat de fans van Rijnvogels het contact met de spelers waarderen. ,,Vijf jaar geleden hadden ze veel Amsterdammers die na trainingen en wedstrijden direct naar huis gingen. Nu hebben we veel dezelfde types, die blijven hangen in de kantine. Bovendien zorgt het voor continuïteit. Er zijn tijden geweest dat er ieder jaar elf spelers kwamen en elf vertrokken. Nu blijft de groep intact en weet je ook wat je moet halen.”

,,Deze club is toe aan de Hoofdklasse”, zegt Van der Horst. ,,Als je het sportpark oploopt, is het toch mooi om die mooie ligging, het hoofdveld en al die reclameborden te zien.” Zelf ziet Van der Horst zich nog jaren het shirt van Rijnvogels dragen. ,,Ik heb niet meer de brandende ambitie om per se zo hoog mogelijk te spelen. Ik wil gewoon wedstrijden winnen, kampioen worden en met Rijnvogels hogerop.”

Archieffoto: Piet van Kampen

POPULAIRE BERICHTEN