De eerste klap is een daalder waard. Voor Quick Boys gold de 4-0 zege op Ter Leede als een zeer goed begin op jacht naar de titel. Yordi Teijsse was met twee treffers verantwoordelijk voor de halve productie van zijn team. De overwinning op z’n oude ploeg kwam volgens Teijsse makkelijker tot stand dan verwacht.

,,Ik had verwacht dat Ter Leede sterker zou zijn”, stelt Teijsse. ,,Ze zakten heel ver in, loerend op de counter. Dat deden ze alleen niet goed. Wij kregen alle tijd om te voetballen.” Toch moest er een strafschop aan te pas komen om de ban te breken. Teijsse ontfermde zich over het klusje en pakte resoluut de bal. Het leer verdween feilloos in de touwen. ,,Dat was wel lekker, ja. Het is ook de afspraak. Ik ben de eerste man.”

Teijsse kwam deze zomer samen met Ronnie Verplancke over van Ter Leede naar Nieuw Zuid. Uitgerekend zijn debuut maakte hij bij de club waar hij doorbrak. ,,Ik ben hier goed weggegaan. Heb nog altijd goed contact met de supporters.” Toch waren er op de tribune regelmatig negatieve geluiden over Teijsse te horen als hij aan de bal was. ,,Misschien ben ik met de club minder leuk uit elkaar gegaan. Ik heb vorig jaar ook niet zoveel gespeeld door een blessure. Ik draag Ter Leede in ieder geval een warm hart toe.”

Knokken

Het bevalt Teijsse tot nog toe prima bij z’n nieuwe club. ,,De concurrentie is groot. Het is echt knokken voor je positie. Maar dat weet je als je hier speelt. Ik denk dat het alleen maar goed is om zo’n brede selectie te hebben. Het is aan de trainer om daar goed mee om te gaan.”

Na een goede voorbereiding had Teijsse gehoopt tegen Ter Leede een bevestiging te krijgen waar z’n ploeg ongeveer staat. Volgende week tegen Noordwijk volgt een nieuwe kans. ,,Dan verwacht ik zeker meer tegenstand. Noordwijk heeft een goede ploeg.”

De spits waakt voor een al te euforische stemming. ,,Wij moeten vooral niet gaan denken dat we na een goede wedstrijd er al zijn. We speelden goed, maar nog niet top. Het kan nog beter. We zullen het elk duel opnieuw moeten laten zien.”

Tekst: Tom van der Wilt

Foto: Hans Schalk