Een interview met trainer Derek van der Plas laat in ieder geval één ding duidelijk zien. De Katwijker is niet alleen een ambitieus sportman, hij kan ook uitstekend uitleggen waarom hij die ambitie ook terug wil zien in het team waarvan hij coach is. En waarom het nodig is dat elk individu binnen dat team zijn positie en verantwoordelijkheid moet kennen.

“Voetbal is een teamsport. Elf individuen moeten een teamprestatie neerzetten. Het is daarom dat je met die individuen bezig moet zijn. Elke speler moet steeds weten wat van hem verlangd wordt in elke situatie die zich voor kan doen. En hij moet ook begrijpen waarom hij moet doen wat er van hem verlangd wordt. Waarom hij niet mag verzaken. Eén speler kan er namelijk al de oorzaak van zijn dat de teamtactische afspraken in duigen vallen. Als een aanvaller zich niet aan de verdedigende afspraken houdt, door bijvoorbeeld niet de juiste looplijnen te lopen in het druk zetten, kan dat ervoor zorgen dat je weggespeeld wordt, doordat we dan steeds te laat zijn. Zo zijn er zo veel mogelijkheden in een wedstrijd om het voor je team te verstieren. Op elke positie op het veld.  Voetbal is de laatste jaren intenser geworden. Je moet conditioneel sterk zijn om uit te kunnen voeren wat er gevraagd wordt. Dat verlang ik dus ook van mijn spelers.”

‘Wat ik mooi vind is dat we vanaf komend seizoen bij Valken ’68 met een mobiel camerasysteem gaan werken. Kunnen we nog meer met beelden werken om zaken aan te dragen.’

Springplank
“Valken ’68 had best wel een beetje de naam van reuze gezellige vereniging waar spelers terecht konden die enigszins over hun hoogtepunt heen waren. Nog een paar jaar een paar treetjes lager spelen. Op zich prima en je hebt in elk team ook ervaring nodig. Maar bij mijn komst naar Valken ‘68 ruim twee jaar geleden heb ik samen met de TC van Valken ‘68 getracht daar verandering in te brengen door ons vooral te gaan focussen om spelers naar Valken ‘68 te halen die nog vol ambitie zitten en Valken ‘68 als springplank willen gebruiken. Ik wilde wat meer jongeren inbrengen, spelers die ik wat meer kon kneden en die nog vol ambitie zaten om hogerop te komen. Dat zie je nu ook terug in de selectie voor komend seizoen. We hebben weer wat talenten binnen gehaald bij bijvoorbeeld Foreholte en de onder 21 van Quick Boys vandaan.”

“Ik was zelf als voetballer ook enorm ambitieus. Ik heb voor alles wat ik heb bereikt hard moeten knokken. Ik was 14 jaar lang selectiespeler van Quick Boys. Maar ik moest in de C-, B- en A-jeugd telkens eerst in het tweede team beginnen en van daaruit naar het eerste knokken. Toen ik naar de senioren ging weer hetzelfde. Begonnen in het tweede, later bij de A-selectie gehaald en me vervolgens in het eerste geknokt. Ik was voor een trainer denk ik wel een dankbare speler als ik wissel stond, want ik was bloedfanatiek als ik dan in mocht vallen. Ik wilde het ongelijk van de trainer bewijzen. Dat zijn de beste reserves die je kunt hebben. Ik was nu eenmaal zo.”

Absolute hoogtepunt
Het leidde tot een prachtige voetballoopbaan. Daarbij werd Van der Plas onder meer zaterdagkampioen met Quick Boys en vervolgens algeheel amateurkampioen in het seizoen 2003-2004 onder leiding van Gert Aandewiel en Arjen van der Werf. “Die eerste titel behaalden we na een zege bij DOVO waarbij ik de winnende treffer scoorde. Ik werd op rechts goed weggestoken en schoot de bal vanaf ongeveer rand strafschopgebied langs de uitlopende keeper. Een week later speelden we tegen de zondagkampioen, HSC ’21. Thuis begonnen we goed, kwamen 2-0 voor, maar werd het uiteindelijk 3-3. Vervolgens werd het uit 2-2 en moesten we verlengen. HSC maakte in blessuretijd gelijk. Maarten Bak had toen al een goal gescoord en een assist op Remko Torken gegeven. Hij maakte er nog twee in de verlenging en dus waren wij algeheel landskampioen.”

Van der Plas: “Dat was wel het absolute hoogtepunt van mijn loopbaan. Toen ik stopte op niveau merkte ik dat uitbuiken, afbouwen of zoiets niks voor mij was.  Ik bleef te fanatiek, ging me ergeren aan het niveau om mij heen tot ik zelf ook niet meer tot enig niveau kwam. Ik ben mijn trainerspapieren gaan halen en bij Quick Boys als trainer aan de gang gegaan. Hoe fanatiek was ik? Ik mocht van mijn ouders als zesjarige pas op voetbal als ik eerst mijn zwemdiploma zou halen. Die had ik dus binnen de kortste keren binnen. Zo fanatiek was ik en ben ik gebleven.”

‘Het valt niet te zeggen of wij komend seizoen in de buurt van promotie zullen kunnen komen. Ik weet wat wij hebben gedaan deze zomer om het team te versterken, maar ik weet niet hoe de concurrentie dat heeft gedaan.’

‘Blijven ontwikkelen’
“Wat ik mooi vind is dat we vanaf komend seizoen bij Valken ’68 met een mobiel camerasysteem gaan werken. Kunnen we nog meer met beelden werken om zaken aan te dragen. Er is geen duidelijkere manier van werken en uitleggen aan spelers dan door middel van beelden. Je kunt beelden stilzetten, vertragen, herhalen, alles om je punt als trainer duidelijk te maken. Tactisch onderricht heeft geen zin als het niet heel goed door spelers begrepen wordt. We willen naar een bepaalde manier van spelen toe. Dat hebben we er ingeslepen bij de selectie. Dat is wat ik ook met nieuwe spelers moet doen, maar het grootste deel van de selectie weet en kent dat al. Dat geeft ons weer tijd om andere zaken meer uit te diepen.”

“Ik ben in de gelukkige omstandigheid dat ik onlangs bij Thomas Duivenvoorden mee kon kijken. Ongelofelijk hoe intens zijn trainingen zijn. Deze trainer gaan we echt in het betaald voetbal terugzien. Onlangs heeft hij mij nog wat clipjes laten zien van die fantastische bekerwedstrijd AZ – Quick Boys. Geweldig hoe hij zijn team steeds weer onder de druk uit liet voetballen. En mooi voor mij om dat te zien en de uitleg van Thomas er bij te horen. Natuurlijk, ik leer als trainer nog veel van anderen. Sta ook voor veel open.”

Groei van Valken ’68
Voor komend seizoen zit Van der Plas weer boordevol ambitie. “Ik hoop dat we door middel van ons spel en prestaties ervoor kunnen zorgen dat we meer mensen langs de lijn gaan zien, dat we de jeugdspelers kunnen binden en ze daardoor triggeren om er alles aan te doen om ook het eerste elftal te halen. De club groeit niet alleen in het aantal leden, maar kijk bijvoorbeeld eens naar de sponsorborden rondom veld 1, kijk naar het social media gebeuren. Dat is mooi om te zien. En het is voor ons mooi dat wij daar een steentje aan bij kunnen dragen of misschien ook al hebben gedragen.”

“Het valt niet te zeggen of wij komend seizoen in de buurt van promotie zullen kunnen komen. Ik weet wat wij hebben gedaan deze zomer om het team te versterken, maar ik weet niet hoe de concurrentie dat heeft gedaan. Kan er dus ook niets over zeggen. Er komen in ieder geval drie degradanten (Alphense Boys, DSO en ARC, red.) uit de Vierde Divisie bij. Maar ik ga me niet bezighouden met die andere clubs. We gaan weer een team ontwikkelen en daar heel veel uren in stoppen. Met drie trainingen, per week, een wedstrijd op zaterdag en veel gesprekken met beelden erbij. Dan zien we gaandeweg het seizoen wel waar ons dat brengt.”

Tekst: Theo Uphus
Foto: Orange Pictures

Lees ook: Favoriete speler van Derek van der Plas (Valken ’68): Ricardo Kuyvenhoven

POPULAIRE BERICHTEN