De huidige voetballoze wereld is ook een bekend fenomeen vanuit het verleden. De situatie waarom de bal voorjaar 2020 niet rolt is echter een stuk ernstiger dan destijds. Waar momenteel een gezondheidscrisis zonder weerga gaande is, lagen in het verleden barre weersomstandigheden ten grondslag aan een langdurig voetballoos tijdperk. Een duik in het verleden leert hoe zoiets door de clubs werd ingevuld.
Voor het langste naoorlogse voetballoze tijdperk moeten we terug naar het seizoen 1962-1963. In de barre winter van dat seizoen rolde de bal zo’n veertien weken niet. De langgerekte winterstop noopte clubs en spelers hun speelterrein te verleggen. Iets dat in de huidige situatie absoluut onmogelijk is. Destijds kon dat wel en het gebeurde ‘binnenshuis’.
Van een echte winterstop zoals we die nu kennen, was destijds nog geen sprake. Bovendien kende de competitie doorgaans slechts 22 duels. Ruimte om de opgelopen schade in de vorm van inhaalduels ongedaan te maken was er dus te over. Bovendien vulden de clubs de zomerperiode met het spelen van oefenduels vaak tegen gerenommeerde Nederlandse profclubs. Met name in Noordwijk en in Katwijk bij Quick Boys konden dat soort duels steevast rekenen op massale belangstelling. Mede door de vele toeristen die in de zomerperiode in beide badplaatsen verbleven.
IJzeren hand
In seizoen 1962-1963 lag de competitie dus bijna drie maanden stil. Nadat medio december 1962 de laatste competitieronde van dat kalenderjaar was afgewerkt, duurde het tot minimaal de tweede zaterdag van maart 1963 voordat de diverse velden weer betreden konden worden. De Bilt telde vanaf 22 december een serie van dertien achtereenvolgende ijsdagen.
Dat vormde slechts het begin van een langdurige periode zonder voetbal. In die periode was het IJsselmeer al voor de Kerst al dichtgevroren en tijdens de jaarwisseling viel er een enorm pak sneeuw. In het hele land raakten dorpen geïsoleerd en veel noord-zuid verbindingen werden bedolven onder dikke lagen stuifsneeuw met sneeuwduinen van twee tot drie meter hoogte tot gevolg. Koning Winter regeerde hierna in januari en februari 1963 met ijzeren hand. Het was ook de winter waarin Reinier Paping op 18 januari als winnaar van de Elfstedentocht historie schreef. En dat op een dag dat de temperatuur in Friesland tot rond de -20 graden daalde!
Gewenning
Veel voetbalclubs stortten zich vanaf begin januari 1963 op een nieuw fenomeen: zaalvoetballen. Vele zaterdagen doken clubs de ‘zaal’ in om het in toernooivorm tegen elkaar op te nemen. Die zalen waren overigens moeilijk te vinden. Sporthallen waren in die jaren nog een zeldzaamheid in Nederland, zodat er werd uitgeweken naar markt- en veilinghallen. In Rijnsburg opende veiling Flora op zaterdagmiddag de deuren om de voetballers te ontvangen.
Ook in de Ter Aarse Veilinghal werd wekelijks door verschillende regioclubs driftig gevoetbald. De betegelde(!) ondergrond vormde daarbij geen probleem voor de spelers mee te doen aan toernooien waaraan clubs als Rijnsburgse Boys, Quick Boys, Katwijk, Noordwijk en Ter Leede bijna wekelijks deelnamen. Door de nieuwe voor de voetballers onbekende vloer en de op onderdelen afwijkende spelregels was het overigens wel even wennen voor veel spelers. Voor het publiek was gewenning geen probleem. Dat wist de plaats van handeling al snel massaal te vinden.
Loeier
Zo plaatsten Quick Boys en Ter Leede zich op 2 februari in de tweede editie om de Nieuwe Leidsche Courant-beker voor de finale. Na een enerverend duel, dat in 1-1 eindigde, werd de noodzakelijk geworden strafschoppenserie door de rood-gelen gewonnen. De trotse Cees Molema nam als aanvoerder namens Ter Leede de beker na afloop in ontvangst, waarna de organisatie gezien het eclatante succes van dit toernooi alvast een volgende editie aankondigde.
‘Het was wel opmerkelijk’, viel in het verslag over dit toernooi te lezen, ‘dat er ondanks dat veel deelnemende verenigingen onbekend waren met het zaalvoetbalspel er veel beter gespeeld is dan een week eerder. We hebben het-op-een-kluitje spelen geen enkele keer opgemerkt. Het spel werd breed uitgesponnen. Hierdoor won het veel aan pittigheid. Het is sportief en prettig verlopen. Ook veilingdirecteur Hoogervorst kon gerust gaan slapen. De totale schade die de ongeveer 150 voetballers hebben aangericht bleef beperkt tot één lamp die door een ‘loeier’ werd gedoofd. Het werd zelfs nog minder toen de lamp – waarschijnlijk uit sympathie met de voetballers- na een paar minuten weer vrolijk begon te branden. U ziet het, alles heeft meegewerkt.’
Bovenstaand beeld uit de finale tussen Ter Leede en Quick Boys onderstreept nog eens de oervorm van het ‘zaalvoetbalspel’. Spelend op ouderwetse gympen en een ondergrond bestaande uit trottoirtegels gingen de kemphanen elkaar te lijf. Blessures leverde dat desondanks niet of nauwelijks op.
In het zand happen
Nadat de temperatuur eind februari opliep en de kou en ander ongemak het land weer hadden verlaten, konden ook de spelers weer naar buiten. Dat kon niet gelijk op de door kou geteisterde sportvelden. Zo werd het strand werd bij gebrek aan een bespeelbaar trainingsveld als uitwijkhaven gebruikt. Iets dat overigens pas begin maart mogelijk was omdat het strand in de maanden januari en februari meer weg had van een poolvlakte die ook nog eens voorzien was van metershoge ijsschotsen.
Dat resulteerde begin maart 1963 zelfs in een spontaan oefenpotje tussen de spelers van Noordwijk en Lisser Boys die elkaar bij toeval tijdens hun training op het Noordwijkse strand tegen het lijf liepen. De Leidse Courant wijdde er zelfs een berichtje aan. ‘De ontmoeting was hartelijk en direct lanceerde een van de spelers het plan van deze onverwachte ontmoeting gebruik te maken door elkaars krachten te meten in een oefenwedstrijd.’
‘Snel een paar lijnen in het zand en men kon aftrappen voor een der merkwaardigste wedstrijden uit het zaterdagvoetbal. Vervolgens werd bij een zuidwestenwind, kracht acht, zo goed mogelijk voetbal gespeeld op dit zandterrein. De Noordwijkers hadden gezien het verschil in klasse geen moeite met hun tegenstander. Zevenmaal beet de Lisser doelman tevergeefs in het zand. Lisser Boys wist daar jammer genoeg geen doelpuntje tegenover te stellen.’
Al snel hierna begon de bal medio maart weer te rollen. In de diverse verslagen van die eerste duels werd steevast gemeld dat de meeste spelers nogal worstelden met hun vorm. Daarvoor had de bal ook net iets te lang in de opslag gelegen. De competitie zat er op zaterdag 25 mei 1963 definitief op.
Foto’s: privéarchief
Lees ook: ‘Nieuw maatregelen coronavirus: sportclubs vanaf 18:00 uur dicht’