Kai van Hese neemt het donderdagavond met zijn Quick op tegen SJC om een plaats in de Derde Divisie. De oud-speler van Noordwijk kijkt uit naar het duel met de zwart-witten. Vooral omdat de Haagse ploeg zich eindelijk kan belonen. ,,We draaien nu drie seizoenen bovenin mee en hebben in die tijd verschillende periodetitels gepakt. Maar promoveren deden we niet, dat moet nu veranderen.”
Het Haagse Quick werd tweede in de zuidelijke Hoofdklasse B waar het uit Veghel afkomstige Blauw Geel ’38 er met de titel vandoor ging. Een competitie waar ze volgens Van Hese vooral op de verdediging bouwen. ,,Wij waren één van de betere voetballende ploegen in de competitie. In het zuiden spelen ze behoudend en leunen ze op de verdediging om vervolgens op een foutje van de tegenstander te loeren. Daar is het lastig tegen voetballen, maar ik denk dat we dat goed hebben gedaan.”
Of SJC ook zo’n tegenstander is, weet de oud-prof van onder meer ADO Den Haag niet. ,,Wat het donderdag gaat worden, durf ik niet te zeggen. Ik ken de ploeg eigenlijk niet. Ik weet dat ze een goed team vormen die al jaren samenspelen en met en voor elkaar spelen. Wij moeten ons eigen spel spelen en voor de winst gaan. Maar dit soort wedstrijden zijn natuurlijk apart. Want bijna niemand heeft dit soort wedstrijden vaak gespeeld.’’
Ervaring
Van Hese neemt in dit soort potten zijn ervaring als oud-prof mee. ,,Ik hoop dat ik die ervaring al heel het seizoen inbreng”, zegt hij lachend. ,,Ik ben niet een speler die altijd vooraan staat, maar zeg iets als ik vind dat ik het moet zeggen. Ik ben vooral in het veld bezig om alles neer te zetten. De hele wedstrijd aan het coachen.”
Uit zijn tijd bij Noordwijk kent Van Hese nog wel enkele namen die nu bij SJC rondlopen. ,, Het is fijn dat we tegen SJC spelen en niet op een donderdagavond naar Woezik of Hollandia moeten. Er lopen ook wel wat oude bekenden rond bij SJC. Kees Zethof liep stage bij Noordwijk toen ik daar speelde en Sander Bosma speelde er toen ook. Leuk om ze weer eens te zien, maar vanavond is het gewoon zij of wij.’’
Foto: Hans van Duijn