Anthony Bentem ruilde Quick Boys afgelopen zomer in voor Spijkenisse. De centrale verdediger wilde wat dichter bij huis spelen in een nieuwe en verfrissende omgeving. De club uit de Hoofdklasse zat vol ambitie en trok de geldkraan open voor dit jaar. Maar de resultaten vallen flink tegen en dus gaat de vereniging vanaf volgend seizoen weer een andere koers varen.
Hallo Anthony! Hoe bevalt het tot nu toe bij Spijkenisse?
„De resultaten zijn veelzeggend, hè? Dit is een verloren seizoen. We willen er in ieder geval voor zorgen dat we in de Hoofdklasse blijven, want dat is ook nog geen zekerheid. Als we dat hebben veiliggesteld dan moeten we dit jaar maar snel vergeten.’’
Waarom is het dit seizoen niet gelukt om mee te doen met de titel?
„Er lopen te veel individuen rond in ons team. De voorbereiding begon nog aardig, want we speelden goede oefenwedstrijden tegen VVSB en Rijnsburgse Boys. Maar toen de competitie eenmaal van start ging, merkten we direct al dat we te veel ego’s in ons elftal hadden. De eerste paar wedstrijden verbloemden de resultaten nog een hoop, toen wonnen we alles ook, maar met geluk. Daarna ging het snel bergafwaarts.’’
„Er zijn te veel irritaties in ons team en de onderlinge relaties zijn verstoord. Op een gegeven moment is ook naar buiten gekomen hoeveel geld spelers verdienen, maar dat levert bij ons in de ploeg alleen maar jaloezie op. Dan willen andere spelers juist meer verdienen.’’
Hoe wordt er dan alsnog geprobeerd om zo goed mogelijk als team te fungeren?
„Dat is heel lastig. Ik probeer zelf ook wel het een en ander te doen, maar als andere spelers voor zichzelf blijven voetballen, kan ik nog zo goed mogelijk coachen, maar dan heeft dat totaal geen nut. Aan het begin van de wedstrijd gaan we er nog met goede moed in. Maar zodra we een tegengoal krijgen, gaan de koppies bij ons al heel snel hangen. Met geld kunnen we heel veel kopen, maar als club koop je niet zomaar een goed team bij elkaar.’’
Er gaan volgend seizoen weer veel spelers weg bij Spijkenisse. Jij blijft wel. Waarom?
„Ik ben niet iemand die na één jaar alweer vertrekt bij een club. Het is dan wel een verloren jaar, maar ik wil niet zomaar de handdoek gooien. Daarnaast heb ik het, op de resultaten na, gewoon heel erg naar mijn zin bij Spijkenisse. Ik heb toch weer mijn vriendschappen opgebouwd en de vereniging past bij mij. De beleidsbepalers willen ook een andere koers gaan varen. Ze willen alleen spelen met jongens die echt voor de club willen voetballen, dus dat klinkt allemaal heel positief.’’
Wat is het grootste verschil tussen Quick Boys en Spijkenisse?
„Die twee clubs zijn eigenlijk niet eens met elkaar te vergelijken. Dat is echt een wereld van verschil tussen zowel het bestuur als de supporters langs de lijn. Bij Quick Boys is alles op en top geregeld, maar hier moet ik het doen met twee shirtjes. Dat is niet erg, maar dat is toch anders.’’
Kijk je nog met interesse naar Quick Boys?
„Ja, absoluut. Ik heb ook nog met een aantal jongens contact, zoals Martijn de Zwart, Jesse van Nieuwkerk en Joey Ravensbergen. Ik heb al een paar wedstrijden gekeken en dan is het toch wel weer leuk om allemaal bekende gezichten te zien. Ik heb ook vertrouwen in het kampioenschap, maar dan moet Noordwijk natuurlijk nog wel punten verspelen. Ik wil ook zeker even een biertje komen drinken bij een eventueel kampioensfeest.’’
Aanstaande zaterdag nemen jullie het op tegen Ter Leede. Hebben jullie daar wel vertrouwen in na de 6-0 nederlaag tegen RKAV Volendam twee weken geleden?
„Die wedstrijd wil ik het liever niet meer over hebben, want dat had net zo goed 10-0 kunnen zijn. Dat sloeg echt nergens op, maar we zijn een gekke ploeg. Ons mankement is strijd, maar als dat er eenmaal is, kunnen we zomaar verrassen. Het is elk duel weer afwachten.’’
Archieffoto: Orange Pictures
Lees ook: ‘Het ontbrekende puzzelstukje van Erik Assink: Jeroen Tesselaar’