FC Lisse-rechtsback Niels Buijs heeft in de oefenwedstrijd van afgelopen zaterdag tegen Jong ADO Den Haag de voorste kruisband van z’n rechterknie afgescheurd. Daarmee kan er een streep door de rest van het kalenderjaar. Volgens de meest recente diagnose ligt de voetballer er zes tot negen maanden uit.

De voetballer overstrekte z’n rechterknie in een ogenschijnlijk ‘onschuldig’ duel tegen de beloften van ADO Den Haag. Buijs hoorde bij het duel een knak en wist direct dat het foute boel was. ,,Ook al heb ik nog nooit een knieblessure gehad, ik wist bijna zeker dat het een zeer zware blessure was”, kijkt de back terug op het pijnlijke moment. ,,Ik moest van het veld afgedragen worden. Als het even kan, loop ik zelf het veld af, dus dit zag er direct al niet goed uit.”

De 26-jarige voetballer van FC Lisse liet dinsdag naar z’n knie krijgen en kreeg toen het slechte nieuws. ,,De uitslag van de MRI bevestigde mijn vermoedens. Mijn voorste kruisband is volledig afgescheurd”, laat de teleurgestelde Buijs weten. ,,Donderdag heb ik een gesprek met de orthopeed en hopelijk kan ik dan volgende week onder het mes.”

2019
Daarna wacht de voetballer een lange revalidatie die hem minstens zes maanden gaat kosten. De voetballer mikt op het voorjaar van 2019. ,,Ik baal er ontzettend van, want ik had heel veel zin in het nieuwe seizoen. We hebben een leuke jonge groep dit jaar en ik voelde me sterk. Maar dit kan iedereen overkomen.”

De voetballer blijf de moed erin houden. ,,Ik ga uit van zes maanden revalidatie, negen klinkt wel heel lang”, kan er nog een besmuikt lachje vanaf bij de voetballer. ,,Ik ga er alles aan doen om nog minuten te maken dit seizoen. Dus schrijf me nog maar niet af.”

FC Lisse wordt de afgelopen jaren flink geteisterd door blessureleed. Vorig jaar moest de derdedivisionist het lang doen zonder vleugelspelers Koen Fokkema en Thierry Monteny. Ook verdediger Justin Valk lag er in de eerste seizoenshelft lang uit.

Foto: Hubert Habers

Lees ook: ‘FC Lisse stoot door op de transfermarkt: rechtsbuiten tekent op Ter Specke’