Vijf seizoenen lang stond Robbert de Ruiter langs de lijn bij FC Lisse. Vijf memorabele jaren. Aan de hand van zeven foto’s kijken wij samen met De Ruiter terug op zijn tijd op Ter Specke.
Foto 1: De strafschoppenserie tegen HSV Hoek in de KNVB-beker. FC Lisse had in eerste instantie gewonnen. Maar omdat de scheidsrechter de penalty’s via het ABBA-principe had laten nemen, moesten de pingels over. De ploeg uit Zeeland won uiteindelijk.
„Het werd zo bizar groot nieuws. Het voelde ook zo onrechtvaardig. Ik heb de tweede keer ook tegen die Belgische trainer van Hoek gezegd dat ik niet was gekomen als ik hem was. Wij hadden al één groot feest gevierd. De KNVB-beker is voor amateurclubs namelijk zoiets moois. Dat heb ik meegemaakt bij Noordwijk toen we de kwartfinale haalden en een jaar later speelden we tegen Ajax voor 7000 man. Dat is prachtig.’’
„Wij konden de tweede keer ook alleen maar verliezen. Dat uitgerekend de ervaren Robert van Boxel de pingel miste, vond ik ook wel wat zeggen. Bij Lisse krijgen die gasten niet zoveel premie na een wedstrijd, maar een rondje verder in de beker leverde natuurlijk wel wat op. Ik weet nog goed dat Martin van Eeuwijk een jaar later tegen Van Boxtel zei: ‘Jij hebt mij m’n premie gekost’. Heerlijke voetbalhumor.’’
Foto 2: Van Eeuwijk. Geniaal op z’n tijd, moeilijk te begrijpen soms aan de andere kant…
„Hij heeft er wel een beetje voor gezorgd dat we naar de Tweede Divisie promoveerden. Maar tegelijkertijd ook dat we een jaar later weer degradeerden, omdat hij af en toe over de schreef ging en na het bijtincident tegen HHC Hardenberg werd weggestuurd door de club. Uiteraard volkomen terecht. Dat staat niet ter discussie. Hij heeft het niet alleen gedaan, maar hij heeft zijn stempel wel enorm weten te drukken in die twee seizoenen.’’
Mogen we nog even jouw aandacht?
Ook Voetbal in de Bollenstreek wordt flink getroffen door de coronacrisis. De inkomsten zijn zwaar gedaald, terwijl we niets liever doen dan schrijven. Geld vragen voor artikelen doen we niet. Wil je ons toch op een bepaalde manier steunen? Dat kan en waarderen we enorm.
Thanks!
„Maar voor mij was hij enorm prettig in de omgang. Alleen in het veld was dat anders. Daar was hij lastig te coachen en was hij vooral lastig voor zichzelf. Op de training haalde hij zijn beste vrienden snoeihard neer. Daar had hij dan één seconde later weer spijt van. Maar hij heeft daar voor mijn gevoel wel stapjes in gemaakt. Hij is zo goed dat hij zich enorm ergert aan anderen op het veld die hem niet begrijpen. Ik heb hem na zijn vertrek bij Lisse niet meer gesproken. Maar hij was wel de eerste die mij belde voordat het bekend werd dat hij werd weggestuurd. Hij wilde me bedanken.’’
Foto 3: Rowdy van der Putten. Een echte Lisser die uiteindelijk wegging bij FC Lisse nadat hij geen vertrouwen voelde van De Ruiter. Dat kwam hem op de nodige kritiek te staan van de Lissese achterban.
„Ik heb nooit een moeizame relatie gehad met Rowdy. Alleen hij maakte het moeilijk voor zichzelf. Hij vond zichzelf beter dan dat-ie daadwerkelijk was in mijn ogen. In het veld vond ik hem geen nummer negen, maar ook geen nummer tien. Daarnaast had ik meerdere spelers om in de spits te zetten. De ene keer was het Rowdy, dan Bas Buimer of Rik Vermeulen en met Oussama Siali heb ik het ook nog geprobeerd. Maar voor mijn gevoel was niemand een echte honderd procent spits. Dat ik veel kritiek kreeg van supporters en de achterban van FC Lisse, daar zat ik niet zo mee. Daar trek ik me niet echt iets van aan.’’
Foto 4: Promotie naar de Tweede Divisie.
„Van Eeuwijk en Brian van der Werff waren de klasbakken van dat team. Daarnaast hadden we Van Boxel in de as staan en daaromheen hadden we nog echte mannetjesputters, zoals Lars Rauws, Roel de Goede en Tom Zoontjes.’’
„Die laatste vier waren echt belangrijk voor ons. Zij zijn helaas ook van een uitstervend ras. Echte clubmannen die echt alles geven. De generatie van nu heeft dat niet meer. Ik weet niet waar dat aan ligt. Boyd Stevens had er ook zo’n eentje kunnen worden. Dat weet ik zeker. Alleen snap ik heel goed dat zijn werk voor gaat.’’
„In de competitie hadden we dat jaar pech dat Berry Powel in de winterstop naar IJsselmeervogels ging. Anders hadden we kampioen geworden. In de nacompetitie zat iedereen er zo doorheen dat we echt moesten afwachten hoe het zou lopen. We hebben geluk gehad dat we eerst tegen Dongen moesten spelen. Harkemase Boys zat vervolgens nog meer stuk dan ons. Daardoor konden we ons prachtige seizoen uiteindelijk belonen met een promotie.’’
,,Veel mensen dachten dat we daarna wel weer even makkelijk mee konden draaien in de top van de Derde Divisie. Maar zo werkt het niet.”
„Het jaar daarna was natuurlijk wel een seizoen vol pech. Er is nog nooit een ploeg geweest die met veertig punten is gedegradeerd. Raily Ignacio ging ook nog eens naar AFC, waardoor zij er uiteindelijk wel in bleven. Anders hadden zij onder ons geëindigd. Daar bovenop werden Van Eeuwijk en Van der Werff allebei volkomen terecht weggestuurd, maar dat was voor ons sportief ook een aderlating. Zij waren zo goed, dat ze zich dat jaar enorm hebben geïrriteerd vanwege de strijd tegen degradatie.’’
„Al hadden we 41 punten gehaald, dan weet ik zeker dat we erin waren gebleven. Alleen dan waren we het seizoen erna dan wel gedegradeerd. Tegelijkertijd was het ook een prachtig jaar. Ik heb bijvoorbeeld heel veel jonge jongens kunnen laten debuteren. Het was ook het seizoen waarin we afscheid namen van veel oudere gasten. Dat wist ik al vrij vroeg. Daarom wist ik ook al dat we het jaar erop weer opnieuw moesten gaan bouwen. Veel mensen dachten dat we daarna wel weer even makkelijk mee konden draaien in de top van de Derde Divisie. Maar zo werkt het niet. Je neemt afscheid van een generatie, dus moet er weer gebouwd worden aan een nieuw fundament.’’
Foto 5: Jijzelf. Wie ben jij langs de lijn?
„Ik ben sowieso geen schreeuwer. Ik probeer vooral niet te ingewikkelde afspraken te maken met mijn spelers. Dat heeft naar mijn mening helemaal geen zin. Als trainer moet je een plan delen met je ploeg. Daar moeten dan vooral de sterke punten uit worden gehaald.’’
„De rol van een trainer is zwaar overschat. Het ligt vooral aan de verantwoordelijkheid van de spelers. Hoe volwassen is een ploeg? Dat is heel erg belangrijk. Het is dus afhankelijk van wat voor groep er voor je staat. Vorig seizoen heb ik bijvoorbeeld best wel vaak een lange wedstrijdbespreking gehouden. Dit jaar was ik vaak na vijf minuten klaar.’’
Foto 6: Derby’s. Je hebt er in je rijke trainerscarrière een hoop meegemaakt. Wat is je daarvan vooral bijgebleven?
„Ik woon natuurlijk in Woerden, maar ik voel me echt een halve Bollenstreker. Bij VVSB, Noordwijk en FC Lisse heb ik echt prachtige tijden gekend. Het mooiste moment is nog altijd dat ik met Noordwijk kampioen werd. Dat jaar wonnen we uit bij Quick Boys en winnen op Nieuw Zuid blijft het mooiste wat er is. Om vervolgens ook nog eens de beslissingswedstrijd te moeten spelen tegen Quick Boys op een extreem volle Duinwetering en ‘m in de blessuretijd weten te winnen. Mooier kan niet.’’
„Echte vriendschappen heb ik er niet aan overgehouden. Ik heb zes vrienden. Daarvan woont er één in Brazilië die ik misschien één keer in de twee jaar zie en eentje woont er in Engeland. Maar dat zit zo diep. Dat is onwijs hecht. Ik heb wel met veel mensen een goede band weten op te bouwen. Als ik bij Lisse, VVSB, Noordwijk of Rijnsburgse Boys binnenloop, dan weet ik dat het goed zit. Het is dan altijd weer gezellig en ik heb daar met veel plezier gewerkt.’’
„Vroeger was het een droom om bij Spakenburg of Quick Boys te komen waar je een budget hebt waar je kampioen mee moet worden. Dat heb ik nu allang niet meer. Ik zou het heel mooi vinden om weer in de top van het amateurvoetbal terecht te komen. Maar de jongere generatie komt er ook aan. Als die mogelijkheid zich niet meer voordoet, dan ga ik aan de slag bij een ambitieuze eersteklasser. Dat zal wel even schakelen zijn, maar die doen het vaak wel met veel eigen jongens. Er heerst daar een clubgevoel en dat vind ik ook altijd wel wat hebben.’’
Foto 7: Het slotseizoen. Hoe bewogen was die?
„Het minste van allemaal. We hebben er dit jaar weer een paar klasbakken bij gekregen in de vorm van Jeffrey Klijbroek en Tom Noordhoff. Daardoor konden we voetballend veel meer. Op een gegeven moment ging mijn voorhoede met Ayoub Aït Afkir, Tom Duindam en Kubilay Köylü ook draaien en was het af en toe wel genieten. Bijvoorbeeld de 6-0 tegen DVS’33. We hadden zeker een nacompetitieplek kunnen behalen als alles een beetje mee had gezeten.’’
,,Ik ben blij dat Lisse een intelligente clubleiding heeft die zich niet laat leiden door emoties. Bij zes van de acht clubs was ik al ontslagen.”
„Ik wist eigenlijk al vrij vroeg in het seizoen dat dit mijn laatste jaar zou worden. Vorig jaar is er namelijk echt wel veel gebeurd. Er werd toen heel veel gespeculeerd over mijn positie. Ik lag er volgens veel mensen al bijna uit. Maar ik ben blij dat Lisse een intelligente clubleiding heeft die zich niet laat leiden door emoties. Bij zes van de acht clubs was ik al ontslagen, want zo gaat het in de voetbalwereld. Maar voor nu is het voor beide partijen mooi geweest.’’
Tot slot: Wat vind je zo mooi aan de club FC Lisse?
„De betrokkenheid van zoveel vrijwilligers. Dat is namelijk echt ongekend. Zij maken voor mij de club. Dat heb ik bij geen enkele andere club meegemaakt. Jan Kees Faas met FC Lisse TV en de zaterdagcommissie die veel regelt voor het eerste. Al die kleine ventjes die namens de ‘Kidzclub’ elke thuiswedstrijd weer wat moois konden beleven. Die lieve mensen in de kantine en Cees Verburg. De paparazzi van de club noemden we hem altijd.’’
„Hopelijk kunnen ze snel de nieuwbouw afronden. Maar wat ik vooral hoop is dat het geel-blauwe hart behouden blijft. De broertjes Van der Zwet kunnen bijvoorbeeld nog jaren mee en ik zou het prachtig vinden als Rauws gewoon weer na een jaartje terugkeert. Lisse moet het met andere middelen doen dan Katwijk en Quick Boys. Maar ze ambiëren wel het hoogste niveau. Dat is mooi. Lisse is groot en klein tegelijkertijd.’’
Foto: Hubert Habers
Lees ook: Viertal blijft langer aan Ter Leede verbonden