Hein Leliveld is met ROAC bezig aan een uitstekend seizoen. De ploeg uit Rijpwetering staat op de derde plek in de Tweede Klasse C. Bij winst tegen Foreholte, aankomende zondag, kan het elftal van Leliveld de tweede plek weer overnemen van de Voorhouters. ROAC verloor die plek afgelopen weekend vanwege een 4-1 verlies van KDO aan het team van Frank Bloemheuvel.
Hallo Hein! Waarom gaat het dit seizoen zo goed met ROAC?
„Laat ik voorop stellen dat dit scenario aan het begin van het jaar totaal niet werd verwacht. Mijn twee beste spelers, Martijn van Trigt en Thijs van Seggelen, raakten al vroeg in het seizoen geblesseerd. We gingen er daarom met zijn allen toch met wat minder verwachtingen in. Maar vooral voor de winterstop voetbalden we heel goed.’’
Waar heeft dat mee te maken?
„De teamspirit is op dit moment gewoon heel erg goed. Iedereen lijkt te beseffen dat we met zijn allen niet één, maar twee stappen extra moeten zetten. De kracht van ons ligt bij het hele team. We hebben geen spelers die er twaalf inschieten. Daarnaast krijgen we gewoon heel weinig doelpunten tegen.”
We zijn de op één na minst gepasseerde ploeg op TAC’90 na. Voor de winterstop kregen we zelfs de minste goals tegen. Dat is ook gelijk het verschil met mijn twee eerdere seizoen bij deze club, waarin we in de middenmoot eindigden.’’
Je bent, in de jaren dat VVSB succes had in de Tweede Divisie en de KNVB-beker, de rechterhand van Wilfred van Leeuwen geweest in Noordwijkerhout. Hoe kijk je naar het huidige VVSB aan dat, met vijf punten achterstand op Barendrecht, op de laatste plaats bivakkeert?
„Het is heel erg triest en zonde voor de club. Ik kom ook nog regelmatig kijken naar de thuiswedstrijden. Ik kan niet zeggen dat de ploeg er niks aan doet, want iedereen in de selectie heeft dit seizoen al wel eens minuten gemaakt en ze zijn al vier keer van spelsysteem gewisseld. Aan de selectie ligt het niet, want die is van een goed kwalitatief niveau. Ik hoop van harte dat VVSB in de Tweede Divisie blijft, want het is denk ik heel lastig om zomaar terug te keren.’’
Waar gaat het volgens jou mis?
„Dat is lastig om te beoordelen als buitenstaander. Maar één ding is zeker, want het elftal krijgt veel te veel doelpunten tegen. Dat komt ook nog eens door persoonlijke fouten. Ze spelen vaak één goede helft, maar zodra ze een doelpunt tegen krijgen, storten ze vaak als een kaartenhuis in. Dat zijn helaas trekjes van een degradatieploeg.’’
Er wordt veel geroepen dat VVSB sterkhouders als Vladimir Jozic, Bas Ruigrok en Peet van der Slot mist. Wat is jouw mening daarover?
„Ik denk dat Jordy Zwart en Frans van Niel het elftal ook moeten kunnen dragen, want die waren in mijn tijd ook al heel belangrijk voor de ploeg. Tegelijkertijd waren die mannen waar je het net over had echte karakters in het veld. Er stond echt wat. Wanneer het spel even andere dingen dan voetbal vroeg, kwamen zij vaak bovendrijven. Dat hielp ons altijd enorm.’’
Zondag nemen jullie het op tegen Foreholte. Verrast het jou dat zij het zo goed doen ten opzichte van vorig jaar?
„Nee, want Foreholte is een hele grote vereniging. Ze hebben veel goede jeugdspelers rondlopen en zijn individueel een paar stappen beter dan ons. Daarnaast hebben zij veel meer faciliteiten dan veel teams uit de Tweede Klasse. Enkele voorbeelden daarvan zijn het videoanalyse-systeem, drie fysiotherapeuten in de selectie en het tweede elftal dat reserve Hoofdklasse speelt. Ik heb me eerder verbaasd over de mindere prestaties van vorig seizoen.”
Jullie kunnen de tweede plek overnemen van de Voorhouters. Voelt het ook als een wedstrijd om de tweede plaats?
„Dat is extra leuk, maar ik hoef de jongens nooit te motiveren voor deze wedstrijd. Er zijn altijd maar twee wedstrijden die hier in Rijpwetering tellen en dat zijn de duels met DOSR en Foreholte. Ondanks dat we in een iets mindere fase zitten, ga ik met een goed gevoel richting dit duel. We hebben wat recht te zetten na de ruime nederlaag tegen KDO. Dat was toch wel een zeperd.’’
Archieffoto: Tino Stulen
Lees ook: ‘,,Laat het duidelijk zijn: wij moeten winnen”‘