Het eerste contact met Mike van den Steenhoven is relaxt. Via de telefoon doet hij rustig zijn verhaal over zijn transfer van de zaterdagtak van AFC naar Ter Leede. Maar praat met de middenvelder niet over eventuele doelstellingen of verwachtingen, want de 22-jarige speler ziet wel hoe het balletje rolt. Zo wil hij zijn studie Sportkunde dit jaar graag afronden, maar daarna ziet hij wel weer verder. Dat geldt ook voor zijn overgang naar de Sassenheimers komend seizoen. „Ik wil lekker voetballen en voorderest zie ik het allemaal wel.’’
Het is ook niet zo gek dat Van den Steenhoven die instelling heeft. Het heeft de in Amstelveen geboren speler ook wel wat gebracht. Zo ook in 2017. Als speler van zijn jeugdclub, Amstelveen/Heemraad, speelt hij al een aantal jaar in het eerste elftal van de zaterdag derdeklasser. De middenvelder heeft het naar zijn zin en zit eigenlijk wel goed op zijn plek.
Telstar
Maar zijn trainer, Radjin de Haan, vond destijds dat er meer in het vat zat. De aanvaller van voorheen, die ook voor FC Lisse speelde, had het zelf als prof geschopt tot bij Telstar en Eindhoven. In Velsen-Zuid had hij ook nog wel wat contacten en zodoende wist hij te regelen dat Van den Steenhoven op proef mocht komen bij de club uit de Eerste Divisie.
„In eerste instantie was dat natuurlijk volstrekt ongeloofwaardig’’, lacht de 22-jarige speler. „Maar het bleek echt waar te zijn. Ik dacht bij mezelf: niet geschoten is altijd mis.’’ Een paar trainingen later en een oefenwedstrijd verder was Van den Steenhoven opeens echt speler van de eerstedivisionist.
„Iedereen kwam van een profclub en ik speelde bij een derdeklasser’’
„Dat oefenpotje ging wel prima, maar ik stak er niet bovenuit. Ik werd op een gegeven moment opgebeld en kreeg het nieuws te horen. Ik kon mijn oren niet geloven, want Telstar zag het daadwerkelijk in mij zitten. Bij de eerste training stel je jezelf natuurlijk even netjes voor. Iedereen kwam van een profclub en ik speelde bij een derdeklasser. Een bizarre stap.’’
De eerste maanden genoot de middenvelder als nooit tevoren. Maar op een gegeven moment was de speler uit Amstelveen er wel klaar mee, want hij speelde geen wedstrijden. Een jaar trainen tussen de profs was leuk, maar hij wilde weer negentig minuten maken. De zaterdagtak van AFC pikte hem op.
„Dat was aan het begin wel weer even wennen, want ik had helemaal geen wedstrijdritme meer. Ik kende niemand van de club, maar inmiddels heb ik echt een goede band opgebouwd met die gasten.’’
Nieuwe stap
Een aantal van zijn teamgenoten kon merken dat de in Amstelveen geboren speler wel degelijk kon voetballen. Ze adviseerden hem om weer eens verder te gaan kijken dan de eersteklasser uit Amsterdam. Zelf hoefde het van de middenvelder allemaal niet zo nodig, maar precies op dat moment klopte Ter Leede aan de deur.
„Ik stond wel open voor een gesprek. Ze vertelden me dat ze nog een middenvelder zochten en dat er wel degelijk kansen waren om mezelf in de basis te spelen. Dat was van essentieel belang, want anders had ik het niet gedaan. Het verhaal was goed en uiteindelijk dacht ik bij mezelf: waarom ook niet? Dit is een mooi moment om te kijken of ik het een stap hogerop ook aankan.’’
„Ik ben geen bijtertje en je zal mij ook niet zo snel twee meter de lucht in zien springen’’
De middenvelder is vooral aanvallend van waarde. „Ik moet het vooral hebben van mijn techniek. Ik ben geen bijtertje en je zal mij ook niet zo snel twee meter de lucht in zien springen’’, knipoogt Van den Steenhoven. Met zijn 1,67 meter is hij namelijk aan de kleine kant.
Zo is de 22-jarige speler vanaf aankomende zomer in Sassenheim te bewonderen. Zonder grote doelstellingen of verwachtingen. Hij wil vooral lekker genieten, veel spelen en hoopt dat het een leuk seizoen wordt.
„Het liefste doe ik dit in de Derde Divisie. Maar als Ter Leede degradeert naar de Hoofdklasse is dat voor mij ook geen ramp. Ik ga voor het eerst bij een dorpsclub spelen, dus daar kijk ik ook wel naar uit. Hier leeft het toch wat meer dan bij mijn vorige clubs. Ik heb er eigenlijk vooral zin in.’’
Foto: Orange Pictures
Lees ook: Kagia ‘shopt’ in de Bollenstreek