FC Rijnvogels heeft de smaak flink te pakken. Na een matige start in de Derde Divisie wist de ploeg uit Katwijk uit de laatste vier duels heel knap tien punten te halen. Afgelopen zaterdag werd zelfs de nummer drie ASWH op een flinke nederlaag getrakteerd: 4-0. Een overwinning op Capelle zou de ploeg zelf voorzichtig aan laten haken bij de subtop. VIDB beschouwt voor met verdediger Mart Spierdijk, die deze zomer overkwam van Katwijk.

De laatste drie duels mocht Spierdijk na lang wachten eindelijk eens meer dan één wedstrijd achter elkaar spelen. En met succes want Rijnvogels kreeg in die duels slechts een enkele treffer tegen. De Leidenaar stapte na een mislukt avontuur bij Katwijk over naar de Kooltuin, maar ook daar verliep de start niet naar wens.

,,Na een goede voorbereiding vertelde Hein van Heek mij dat hij toch voor Kevin Wijmer en Joey Zandbergen koos. Dat was zeker een teleurstelling. Kijk, ik ken ze allebei al een aantal jaar en het zijn prima verdedigers. Dus ik wist wat ik aan zou treffen. Hein vond hun nog iets zekerder.”

Geen verwachtingen
Maar Wijmer en Zandbergen raakten de afgelopen weken beiden geblesseerd. En dus was daar tegen Jong FC Groningen de kans voor de voetballende schrijver. Spierdijk is vrijwel altijd op zondag voor het Leidsch Dagblad op een amateurvelden te vinden op verslag te doen van een wedstrijd. Toch heeft hij niet de verwachting te mogen blijven staan, ook al draait het momenteel lekker.

,,Eigenlijk zou ik zaterdag tegen ASWH al niet spelen. Maar Kevin haakte alsnog uit voorzorg af. En Joey zaterdag. Verdedigend hou ik me prima staande. Dat is het probleem niet. Het verschil zit hem in de opbouw, denk ik.”

 Spierdijk kopt hier tegen ASWH de bal achter de doelman van de thuisclub

Is dat dan niet moeilijk als je bij een nieuwe club weer niet speelt en toch hoge verwachtingen koesterde vanwege een stapje lager? ,,Zeker, daar ben ik ook wel eerlijk in. Op de training denk je dan wel eens; ‘daar gaan we weer.'”

Spierdijk scoorde zelfs tegen ASWH met een fraaie kopbal uit een corner. ,,Ik raak de bal vaak als ik aanvallend kop wel, maar steeds was het net niet bij een corner of vrije trap. Nu net wel. Dat geeft ook meer zelfvertrouwen.” Zaterdag tegen Capelle zijn Wijmer en Zandbergen weer fit. ,,Het is aan de trainer om die keuze te maken. Ik ben benieuwd.”

Is het toeval dat met Spierdijk in de ploeg de boel is gaan draaien? ,,We zijn vooral meer als team gaan opereren. In het begin liep de aanval vooruit en de verdediging achteruit. De tegenstander kon altijd gevaarlijk worden via het middenveld. Of de bal achter onze laatste linie leggen omdat we daar teveel ruimte lieten. Nu bewegen we met elkaar als een blok.”

De Vlugt
Belangrijk daarin is Ricardo de Vlugt, beaamt Spierdijk. De controleur kwam over van het failliete Haaglandia en speelde als verdedigende middenvelder moeiteloos aanvoerder Sander van der Horst uit het elftal. ,,Ricardo is een type speler dat we miste. Hij speelt met veel gif, kan een pass met twee benen geven en scoort. Een goede voetballer. Evenals Romano van der Stoep. Die draait de laatste weken ook goed. Iedereen kon in de voorbereiding zien dat hij van een ander niveau is. Nu laat hij het ook in de competitie zien. En voorin blijft Arno Dijkstra scoren.” 

En dan is Jaap van Duijn nog niet eens echt op scoringsdrift, maar meer de aangever. ,,Dat is ook onze kracht. In de breedte en in de basis is deze ploeg zoveel sterker geworden. We hebben drie a vier echt goede voetballers erbij gekregen. Ik vind zeker dat we top-zeven kunnen spelen.”

Dan is Capelle een uitgelezen tegenstander om de opmars voort te zetten, vindt ook Spierdijk. ,,Zij zitten met twee uit vier juist in een slechte fase. Je weet altijd wat je tegen hen kunt verwachten. Zij gaan inzakken en wij zullen het spel maken. Met Jordão Pattinama hebben ze een goede spits in huis. De sleutel is geduld hebben. Kansjes komen er en die moet je benutten. En zelf de boel dicht houden. Onze backs zijn aanvallend ingesteld, maar tegen een ploeg als Capelle is dat dodelijk. Je kunt beter je momenten pakken.”

Foto’s: Piet van Kampen