Het is nog altijd een gevleugelde uitdrukking in de voetbalwereld. Een zegswijze die op zaterdag 19 mei 1990 voor het eerst uit de mond van toenmalig bondscoach Leo Beenhakker rolde na de 1-1 remise van Oranje tegen Rijnsburgse Boys. Op de vraag naar de reden van het teleurstellende gelijkspel waarmee het Nederlands Elftal van Middelmors vertrok, klonken uit de mond van de bondscoach de inmiddels historische woorden: ,,Rijnsburgse Boys uit? Altijd lastig!”

Het Oranje van Beenhakker bereidde zich op dat moment voor op het WK in Italië. De regerend Europees Kampioen zou ruim een maand later gedesillusioneerd en met de staart tussen de benen terugkeren uit Italië, waar kleine ruzies leidden tot onoplosbare vetes. Oorzaak: Oranje was verdeeld in diverse facties die elkaar naar het leven leken te staan. Voetbal was in de Laars van Europa destijds slechts bijzaak.

Terug naar Middelmors, waar Arie van Dijk eind mei 1990 met kersverse afdelingskampioen Rijnsburgse Boys opnieuw meespeelde in een oefenduel tegen Oranje. Ruim zes jaar eerder had de middenvelder al geschiedenis geschreven door op Ter Specke met een regionaal Leids elftal, dat in het kader van het Jeugdplan Nederland al jarenlang met elkaar had samengespeeld, voor 6.000 toeschouwers voor een daverende verrassing te zorgen.

Amper besef
Van Dijk kwam die avond weliswaar als invaller in het veld, maar toch. Na een vloeiende combinatie met clubgenoot en absolute uitblinker Huug Aandewiel werkte Van Dijk in de tweede helft de bal met een lobje achter Piet Schrijvers. De 2-1 van zijn voet werd vervolgens tot eindstand verheven waardoor de geboren Rijnburger tegen het Oranje met onder andere Marco van Basten, Ronald en Erwin Koeman, Ruud Gullit en Frank Rijkaard in de gelederen, als trotse matchwinnaar van het veld stapte in 1984.

,,Van een echt feest kwam het niet na afloop”, vertelt Van Dijk. ,,Eigenlijk beseften we nauwelijks dat we die wedstrijd hadden gewonnen en wat een blamage het voor Oranje betekende. Een gedeelte van het publiek, met name handtekeningenjagers, stroomde na het laatste fluitsignaal het veld op en daardoor liepen wij er wat verloren bij. Pas na terugkeer in de kleedkamer kwam bij ons het besef van wat er werkelijk was gebeurd. Ik weet nog wel dat Ronald Koeman ons in de kleedkamer kwam feliciteren. Knap, want die nederlaag was voor Oranje een ontzettende domper.”

Geen beelden
De goal van Van Dijk en de overwinning op Oranje zouden in deze tijd de wereld over gegaan zijn. De realiteit was destijds heel anders. ,,Social media kenden we nog niet. Wel was er een cameraploeg van de NOS aanwezig, maar achteraf bleken er, dankzij de matige belichting rond het veld, alleen beelden van de eerste helft te zijn.”

,,Toen we met een aantal spelers op de terugweg naar huis in de Roode Leeuw in Oegstgeest met elkaar naar de samenvatting op televisie keken leverde die alleen de 0-1 van Ronald Koeman op. Mart Smeets opende de samenvatting met de woorden ‘Dames en heren, u zult het niet geloven, maar het Nederlands Elftal heeft vanavond met 2-1 verloren van een regionaal elftal. Helaas is de samenvatting niet compleet wegens belichtingsproblemen’.”

,,Twee keer tegen Oranje spelen en dan winnen en gelijkspelen. Geen slechte statistiek.”

,,De 1-1 van Niek Oosterlee en de winnende van mezelf heb ik ook daarna nooit meer teruggezien”, vervolgt van Dijk. ,,Er schijnen van de tweede helft geen beelden te bestaan. Vreselijk jammer natuurlijk, dus wat zou het mooi zijn als die ooit nog eens opdoken”, klinkt het 35 jaar later hoopvol.

,,Natuurlijk komt die wedstrijd en met name dat doelpunt nog weleens ter sprake. Maar het is door het ontbreken van bewegende beelden allemaal wat ondergesneeuwd. Als ik er nu over vertel moet ik er mijn plakboeken bij wijze van spreken bijhalen, want het klinkt allemaal heel onwaarschijnlijk. Dat geldt zelfs voor mijn kinderen. Aan de andere kant brengt de manier waarop het allemaal gegaan is ook wel de nodige romantiek met zich mee.”

Ondergesneeuwd
Ruim zes jaar na die sensationele zege was het opnieuw zover voor de middenvelder, die net als destijds op de Rijnsburgse bank startte. Voor trainer Arie Kurver en zijn spelers gold het oefenduel tegen Oranje als een tussendoortje. Bij Rijnsburgse Boys was Van Dijk op dat moment, na tien seizoenen in de basis te hebben gestaan, inmiddels wisselspeler.

Toch kwam hij die zaterdagmiddag opnieuw in actie. Meest memorabele moment van die middag was de 1-1 kort voor tijd van invaller Ronald van Delft. De Oegstgeestenaar, die doorgaans uitkwam in het tweede, had als supporter plaatsgenomen op de tribune, maar werd door Kurver met nog een halfuur te gaan naar de dug-out geroepen om twee minuten later als invaller zijn entree te maken.

De aanvaller die daarvoor nooit meer dan een kwartier in het eerste had gespeeld, gaf Stanley Menzo voor 5.500 toeschouwers het nakijken, waarmee de 1-0 in de 63e minuut gescoord door Wim Kieft van het scorebord verdween. Van Dijk: ,,Prachtig natuurlijk. Twee keer tegen Oranje spelen en dan winnen en gelijkspelen. Geen slechte statistiek.”

Het elftalfoto van Rijnsburgse Boys van seizoen 1989 / 1990

Leids Dagblad-verslaggever Rob van der Zanden trok als eindconclusie na dit -opnieuw- memorabele de enig juiste conclusie: ‘Ook de duurbetaalde internationals kennen dus inmiddels de stugheid van de Bollenstreek’. Die gevolgtrekking paste uitstekend bij de voetballer Van Dijk, die als een perfecte stofzuiger op het middenveld bekend stond.

,,Tactisch en conditioneel was het bij mij allemaal dik in orde. Desnoods speelde ik toen twee wedstrijden achter elkaar. Van mijn techniek hoefde ik het niet te hebben Dat was voor de anderen. Meer een type speler dat je pas mist als ‘ie niet speelt”, omschrijft Van Dijk zich als speler. ,,Met elf ‘Cruijffies’ in je elftal red je het tenslotte ook niet.”

Geel-zwarthart
De twee duels tegen Oranje brengen andere mooie herinneringen naar boven bij Van Dijk. In beide seizoenen pakte Rijnsburgse Boys de afdelingstitel. ,,Die eerste titel is voor mij het mooiste omdat ik die als speler volledig meemaakte. In een team waarin bovendien veel Rijnsburgse jongens speelden. Dat laatste veranderde daarna in rap tempo, waardoor ik op 28-jarige speler al wisselspeler ben geworden.”

,,Ik noem dat altijd; de gedachten van Cruijff hebben, maar de schoenen van Pipo de Clown aan je voeten”

,,Het verliezen van mijn basisplaat leidde er overigens niet toe dat ik verkaste naar een andere club. Al had dat natuurlijk wel gekund. Mijn geel-zwarte hart belette dat. Ik heb er destijds zelfs geen moment over nagedacht. Noem het maar clubliefde. Een begrip dat tegenwoordig bijna niet meer bestaat. Na een paar seizoenen in het tweede ben ik in een vriendenteam gaan voetballen. Geel-zwart zit nu eenmaal in mijn hart opgesloten.”

Geen drive
Met zijn trainerspapieren op zak had Van Dijk na zijn actieve carrière als opvolger van Dick Heemskerk de reserves van Rijnsburgse Boys tien seizoenen lang onder zijn hoede. Met als hoogtepunt de landstitel in het seizoen 2009-2010. ,,Nee, ik heb nooit de drive gehad om ergens anders hoofdtrainer te worden. Ik blijf liever op Middelmors waar ik nu het JO-19 team voor het tweede seizoen onder mijn hoede heb.”

,,Het blijft een prachtig spelletje, vooral om zelf te spelen. Met het vorderen van de jaren werd bij mij als speler de uitvoering steeds minder. Dat kan natuurlijk ook niet anders. Ik noem dat altijd; de gedachten van Cruijff hebben, maar de schoenen van Pipo de Clown aan je voeten”, sluit Van Dijk met een knipoog af.

Foto’s: Hans Heemskerk

Lees ook: ‘Geboren leider kiest weloverwogen voor VVSB’



POPULAIRE BERICHTEN